Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Westvoorne

Parkeerverordening Westvoorne 2017

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWestvoorne
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingParkeerverordening Westvoorne 2017
CiteertitelParkeerverordening Westvoorne 2017
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 149 en 225 van de Gemeentewet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-03-201715-01-2018Onbekend

21-02-2017

GVOP/Weekblad Westvoorne

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Parkeerverordening Westvoorne 2017

De raad van gemeente Westvoorne

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 24 januari 2017;

gelet op artikel 149 en 225 van de Gemeentewet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994;

B E S L U I T:

vast te stellen de volgende Parkeerverordening Westvoorne 2017.

Afdeling I. Definities en begripsomschrijvingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westvoorne;

  • b.

    RVV 1990: Het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (26 juli 1990, Stb. 459);

  • c.

    parkeren: parkeren als bedoeld in artikel 1, onder ac, in het RVV 1990;

  • d.

    motorvoertuigen: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 onder ia van het RVV 1990;

  • e.

    houder: degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren was ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens, danwel degene waarvan door middel van een leaseovereenkomst of een verklaring van de werkgever kan worden aangetoond dat hij of zij verantwoordelijk is voor het motorvoertuig dat ten tijde van het parkeren op naam van de leasemaatschappij respectievelijk de werkgever in het hiervoor bedoelde register was ingeschreven;

  • f.

    parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten , voor het betalen van de parkeerbelasting ingerichte mobiele telefoons, centrale computer en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;

  • g.

    centrale computer: computer van het bedrijf waarmee de gemeente Westvoorne een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon;

  • h.

    parkeerapparatuurplaats: een parkeerplaats waarop slechts tegen betaling van parkeerbelasting danwel met een daartoe verleende vergunning of ontheffing mag worden geparkeerd;

  • i.

    parkeerrestrictie: verkeersmaatregelen – niet zijnde betaald parkeren - waarmee beperkingen opgelegd worden ten aanzien van wie, wanneer (op welke momenten) en onder welke voorwaarden (tijdelijk) ergens mag parkeren;

  • j.

    parkeerschijfzone: parkeerplaatsen waar een parkeerduurbeperking van kracht is en die zijn ingericht conform artikel 25 van het RVV 1990;

  • k.

    belanghebbendenparkeerplaats: een parkeerplaats die:

  • a.

    is aangeduid met bord E09 uit bijlage 1 van het RVV 1990, of

  • b.

    gelegen is binnen een zone aangeduid met bord E09 uit bijlage 1 van het RVV 1990 met het opschrift zone, voor zover deze plaats niet is uitgezonderd;

  • l.

    parkeervergunning: een door of namens het college verleende vergunning, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen parkeerapparatuur- of belanghebbendenparkeerplaatsen;

  • m.

    vergunninghouder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een parkeervergunning is verleend;

Afdeling II. Plaatsen voor vergunninghouders, vergunningen en vergunningbewijzen

Artikel 2
  • 1.

    Het college kan, bij openbaar te maken besluit, weggedeelten aanwijzen die mede bestemd zijn voor het parkeren door vergunninghouders. Het college kan hierbij onderscheid maken in de categorieën als bedoeld in artikel 3, derde lid.

  • 2.

    Het college kan, bij openbaar te maken besluit, de tijdstippen vaststellen waarop het parkeren alleen aan vergunninghouders is toegestaan.

Artikel 3
  • 1.

    Het college kan op een daartoe strekkende aanvraag een parkeervergunning verlenen voor het parkeren op belanghebbendenparkeerplaatsen of parkeerapparatuurplaatsen.

  • 2.

    Het college kan (aanvullende) regels stellen voor het aanvragen en verlenen van een parkeervergunning.

  • 3.

    Het college kan in een gebied waar belanghebbendenparkeerplaatsen of parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn uitsluitend de volgende soorten parkeervergunningen verlenen:

    • a.

      bewonersparkeervergunning, bedoeld voor een eigenaar of houder van een motorvoertuig die woont in een gebied waar een parkeerrestrictie (zoals een parkeerschijfzone) van kracht is (categorie I);

    • b.

      inwonersparkeervergunning, bedoeld voor een eigenaar of houder van een motorvoertuig die als bewoner ingeschreven staat in de gemeente Westvoorne (categorie II);

    • c.

      bezoekersparkeervergunning, bedoeld voor een eigenaar of houder van een motorvoertuig die niet als bewoner ingeschreven staat in de gemeente Westvoorne en ook geen beroep of bedrijf uitoefent in het gebied waar belanghebbendenparkeerplaatsen of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn (categorie III);

    • d.

      bedrijfsparkeervergunning, bedoeld voor een eigenaar of houder van een motorvoertuig die een beroep of bedrijf uitoefent in een gebied waar belanghebbendenparkeerplaatsen of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn en die aantoont dat het in het belang van diens beroep- of bedrijfsuitoefening noodzakelijk is in dat gebied een motorvoertuig te parkeren (categorie IV);

    • e.

      Vrachtwagenparkeervergunning, bedoeld voor het parkeren van vrachtwagens - die op naam van een bewoner of bedrijf woonachtig of gevestigd in Westvoorne gesteld zijn –op een door het college aangewezen vrachtwagenparkeerplaats (categorie V).

  • 4.

    Het college kan in bijzondere gevallen een parkeervergunning ook verlenen aan een eigenaar of houder van een motorvoertuig die niet voldoet aan één van de in het derde lid genoemde vereisten.

  • 5.

    Het college kan, bij openbaar te maken besluit, een maximum aantal uit te geven parkeervergunningen per aaneengesloten gebied en per categorie vaststellen.

  • 6.

    Het college kan aan een parkeervergunning voorschriften en beperkingen verbinden die strekken tot bescherming van het belang van een goede verdeling van de beschikbare parkeerruimte. Ook kan het college voorschriften en beperkingen verbinden die strekken tot bescherming van het belang van het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade alsmede de gevolgen voor het milieu, bedoeld in de Wet milieubeheer, waaronder mede wordt begrepen het stimuleren van selectief autogebruik.

Artikel 4
  • 1.

    Het college beslist binnen vier weken na ontvangst van een aanvraag voor een parkeervergunning.

  • 2.

    Het college kan de in het eerste lid genoemde termijn met ten hoogste vier wekenverlengen. Van een verlenging van deze termijn wordt de aanvrager schriftelijk in kennis gesteld.

Artikel 5
  • 1.

    Een parkeervergunning wordt voor ten hoogste één kalenderjaar verleend.

  • 2.

    De parkeervergunning bevat in ieder geval de volgende gegevens:

    • a.

      de periode waarvoor de parkeervergunning geldt;

    • b.

      het gebied waarvoor de parkeervergunning geldt;

    • c.

      het kenteken van het motorvoertuig of overige kenmerken waarvoor de parkeervergunning is verleend.

Artikel 6
  • 1.

    Een parkeervergunning vervalt van rechtswege indien de vergunninghouder door verhuizing, bedrijfsbeëindiging of anderszins niet meer voldoet aan de door het college vastgestelde criteria voor vergunningverlening.

  • 2.

    Een parkeervergunning vervalt van rechtswege indien het motorvoertuig waartoe het kenteken behoort van eigenaar verwisselt.

  • 3.

    Het college kan een parkeervergunning intrekken of wijzigen:

    • a.

      op verzoek van de vergunninghouder;

    • b.

      wanneer de vergunninghouder niet meer woonachtig is of geen beroep of bedrijf meer uitoefent in het gebied, waarvoor de parkeervergunning is verleend;

    • c.

      wanneer er zich een wijziging voordoet in een van de omstandigheden die relevant waren voor het verlenen van de parkeervergunning;

    • d.

      wanneer voor het betreffende gebied het stelsel van vergunningen komt te vervallen of wordt gewijzigd;

    • e.

      wanneer de vergunninghouder niet of niet tijdig aan de betalingsverplichting voor zijn parkeervergunning heeft voldaan;

    • f.

      wanneer de vergunninghouder handelt in strijd met de aan de parkeervergunning verbonden voorschriften;

    • g.

      wanneer blijkt dat bij de aanvraag van de parkeervergunning onjuiste gegevens zijn verstrekt;

    • h.

      om redenen van openbaar belang.

Afdeling III. Verbodsbepalingen

Artikel 7
  • 1.

    Het is verboden gedurende de tijden waarop het parkeren op een belanghebbendenparkeerplaats slechts aan vergunninghouders is toegestaan aldaar een motorvoertuig te parkeren of geparkeerd te houden:

    • a.

      zonder parkeervergunning;

    • b.

      in strijd met de aan de parkeervergunning verbonden voorschriften en beperkingen.

  • 2.

    Het college kan ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel.

Artikel 8

Het is verboden parkeerapparatuur op andere wijze of met andere middelen, dan wel met andere munten dan die welke in de kennisgeving op de parkeerapparatuur staan aangegeven in werking te stellen.

Artikel 9
  • 1.

    Het is verboden om enig voorwerp, niet zijnde een motorvoertuig, te plaatsen of te laten staan:

    • a.

      op een parkeerapparatuurplaats;

    • b.

      op een belanghebbendenparkeerplaats;

    • c.

      op een gehandicaptenparkeerplaats (aangegeven met bord E06).

  • 2.

    Het is verboden een fiets, een bromfiets of enig ander voorwerp op zodanige wijze tegen of bij parkeerapparatuur te plaatsen of te laten staan, dat daardoor een normaal gebruik daarvan wordt belemmerd of verhinderd.

  • 3.

    Het college kan ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel.

Afdeling IV. Strafbepaling

Artikel 10
  • 1.

    Overtreding van het bepaalde in afdeling III van deze verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van de eerste categorie.

  • 2.

    De vergunninghouder die opzettelijk handelt in strijd met de aan de parkeervergunning verbonden voorschriften, wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

Afdeling V. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 11

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de door het college aangewezen personen.

Artikel 12

Deze verordening wordt aangehaald als: Parkeerverordening Westvoorne 2017.

Artikel 13

Deze verordening treedt in werking op 1 maart 2017.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 21 februari 2017.

De voorzitter,

De griffier,