Organisatie | Westvoorne |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Parkeerverordening Westvoorne 2017 |
Citeertitel | Parkeerverordening Westvoorne 2017 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 149 en 225 van de Gemeentewet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-03-2017 | 15-01-2018 | Onbekend | 21-02-2017 GVOP/Weekblad Westvoorne | Onbekend |
Afdeling I. Definities en begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
houder: degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren was ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens, danwel degene waarvan door middel van een leaseovereenkomst of een verklaring van de werkgever kan worden aangetoond dat hij of zij verantwoordelijk is voor het motorvoertuig dat ten tijde van het parkeren op naam van de leasemaatschappij respectievelijk de werkgever in het hiervoor bedoelde register was ingeschreven;
Afdeling II. Plaatsen voor vergunninghouders, vergunningen en vergunningbewijzen
Het college kan in een gebied waar belanghebbendenparkeerplaatsen of parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn uitsluitend de volgende soorten parkeervergunningen verlenen:
bezoekersparkeervergunning, bedoeld voor een eigenaar of houder van een motorvoertuig die niet als bewoner ingeschreven staat in de gemeente Westvoorne en ook geen beroep of bedrijf uitoefent in het gebied waar belanghebbendenparkeerplaatsen of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn (categorie III);
bedrijfsparkeervergunning, bedoeld voor een eigenaar of houder van een motorvoertuig die een beroep of bedrijf uitoefent in een gebied waar belanghebbendenparkeerplaatsen of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn en die aantoont dat het in het belang van diens beroep- of bedrijfsuitoefening noodzakelijk is in dat gebied een motorvoertuig te parkeren (categorie IV);
Het college kan aan een parkeervergunning voorschriften en beperkingen verbinden die strekken tot bescherming van het belang van een goede verdeling van de beschikbare parkeerruimte. Ook kan het college voorschriften en beperkingen verbinden die strekken tot bescherming van het belang van het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade alsmede de gevolgen voor het milieu, bedoeld in de Wet milieubeheer, waaronder mede wordt begrepen het stimuleren van selectief autogebruik.
Afdeling III. Verbodsbepalingen
Het is verboden parkeerapparatuur op andere wijze of met andere middelen, dan wel met andere munten dan die welke in de kennisgeving op de parkeerapparatuur staan aangegeven in werking te stellen.