Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Soest

Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie 2017

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSoest
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie 2017
CiteertitelBeleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie 2017
Vastgesteld doorgemandateerde functionaris
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpbestuur en recht

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Verordening onroerendezaakbelasting, art. 1
  2. Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2017, art. 3

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

03-03-2017Nieuwe regeling

10-02-2017

gmb-2017-33182

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie 2017

De Heffingsambtenaar van de gemeente Soest;

Gelet op het bepaalde in:

  • artikel 1 van de verordening onroerende-zaakbelastingen;

  • artikel 3 van de verordening rioolheffing;

  • artikel 3 van de verordening afvalstoffenheffing;

  • artikel 2 van de verordening hondenbelasting;

Besluit:

vast te stellen de volgende Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie.

Artikel 1 Algemeen

In sommige gevallen brengen de wettelijke regels met zich dat meer personen belastingplichtig kunnen zijn voor één belastingobject (onroerende zaak, perceel en/of hond). In de gevallen waarin dat voorkomt mag de gemeente de aanslag ten name van één van de belastingplichtigen stellen. In deze gevallen hanteert de gemeente Soest een voorkeursvolgorde bij de aanwijzing van de belastingplichtige die de aanslag op zijn of haar naam krijgt.

Deze voorkeursvolgorde is gebaseerd op veronderstelde betaalcapaciteit en doelmatige c.q. doeltreffende heffing en invordering en wordt toegepast voor zover de gegevens voorhanden of te achterhalen zijn. De in de voorkeursvolgorde neergelegde criteria bevatten geen limitatieve opsomming. Zij moeten worden beschouwd als richtlijnen voor de meest voorkomende gevallen.

Artikel 2 Begripsomschrijving

Deze beleidsregel verstaat onder:

  • Recreatieterrein:

een geheel van twee of meer gebouwde of ongebouwde eigendommen of gedeelten of samenstellen daarvan, dat naar de omstandigheden beoordeelt één terrein vormt bestemd voor verblijfsrecreatie en dat als zodanig wordt geëxploiteerd.

Artikel 3 en 4 Voorkeursvolgorde onroerende-zaakbelasting eigenaar

  • 3.

    Met betrekking tot de onroerende-zaakbelasting eigenaar wordt, indien er met betrekking tot één onroerende zaak verschillende categorieën genothebbenden zijn, de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

    • 3.1

      de eigenaar of de appartementsgerechtigde;

    • 3.2

      de beperkt gerechtigde, waarbij de volgende voorkeursvolgorde geldt:

      3.2.1 de vruchtgebruiker c.q. gerechtigde krachtens recht van gebruik en bewoning;

      3.2.2 de erfpachter;

      3.2.3 de opstaller, met uitzondering van degene die een afhankelijk opstalrecht, dan wel een opstalrecht ten behoeve van de aanleg en het onderhoud van onder- of bovengrondse leidingen heeft.

  • 4.

    Met betrekking tot de onroerende-zaakbelasting eigenaar wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

    • 4.1

      indien er binnen één categorie genothebbenden personen zijn:

      4.1.1 degene die het grootste aandeel in het genotsrecht heeft;

      4.1.2 degene die ook als gebruiker wordt aangemerkt;

      4.1.3 bij gelijke aandelen de oudste in leeftijd;

      4.1.4 een natuurlijk persoon boven een niet-natuurlijk persoon;

      4.1.5 de oudste man, in geval van gelijktijdige vestiging in het belastingobject;

      4.1.6 de eerstgerechtigde in de volgorde die door het kadaster wordt aangehouden.

Artikel 5 Voorkeursvolgorde onroerende-zaakbelasting gebruiker niet-woningen

  • 5.

    Met betrekking tot de onroerende-zaakbelastingen gebruiker van een niet-woning, wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

    • 5.1

      degene die bij de uitvoerende afdeling reeds als belastingplichtige in de administratie voorkomt

    • 5.2

      degene die op andere wijze als gebruiker naar voren komt;

    • 5.3

      degene die een nutsvoorziening van het belastingobject op naam heeft.

Artikel 6 Voorkeursvolgorde rioolheffing, afvalstoffenheffing en hondenbelasting

  • 6.

    Met betrekking tot de rioolheffing van gebruikers, de afvalstoffenheffing en de hondenbelasting wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

    • 6.1

      degene die bij de uitvoerende afdeling reeds als belastingplichtige in de administratie voorkomt;

    • 6.2

      degene die de aanslag onroerende-zaakbelasting eigenaar ontvangt;

    • 6.3

      degene die het langst staat ingeschreven in de Basisregistratie Personen;

    • 6.4

      de oudste in geval van gelijktijdige vestiging in het belastingobject;

    • 6.5

      de oudste man;

    • 6.6

      de oudste vrouw;

    • 6.7

      degene die op andere wijze als gebruiker van het belastingobject naar voren komt;

    • 6.8

      degene die de huur van het object betaalt aan een elders wonende verhuurder;

    • 6.9

      degene die de nutsvoorziening van het belastingobject op naam heeft.

Artikel 7 Rioolheffing bij recreatieterreinen

Met betrekking tot de rioolheffing die wordt geheven van gebruikers van een perceel van waaruit water direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd, dan wel dat belang heeft bij nakoming van de gemeentelijke zorgplichten, wordt in het geval er sprake is van een recreatieterrein de aanslag gesteld ten name van de exploitant van het recreatieterrein.

Artikel 8
  • 8.

    De onderdelen 1 tot en met 4 vinden geen toepassing indien:

    • 8.1

      de aanslag kan worden opgelegd aan degene die met betrekking tot het voorgaande belastingtijdvak of kalenderjaar de aanslag heeft gekregen, gezorgd heeft dat de aanslag betaald is en nog steeds belastingplichtig is;

    • 8.2

      bij de uitvoerende afdeling bekend is dat één van de potentiële belastingplichtigen de desbetreffende aanslag op zijn/haar naam wil hebben, althans voor zover dit niet leidt tot een mogelijke situatie dat de belasting niet kan worden betaald dan wel ingevorderd.

Artikel 9

Voor zover de belasting wordt geheven over een belastingtijdvak, is bij de toepassing van de voorkeursvolgorde beslissend de situatie bij de aanvang van dat tijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

Artikel 10

Aangezien de voorkeursvolgorde erop is gericht de aanslag op te leggen aan een belastingplichtige die in staat geacht mag worden om de belasting te betalen, kan ook tot een andere keuze gekomen worden dan uit de voorkeursvolgorde zou volgen.

Artikel 11

Wijzigingen kunnen – indien reeds een aanslag aan een belastingplichtige is opgelegd – pas plaatsvinden met ingang van het eerstvolgende belastingtijdvak.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1

    Dit besluit kan worden aangehaald als: ‘Beleidsregel aanwijzen belastingplichtige gemeente Soest 2017’.

  • 2.

    Dit besluit treedt in werking op de tweede dag na die van de bekendmaking.

 

10 februari 2017

De Heffingsambtenaar van de gemeente Soest,

P.J. Gerth