Organisatie | Soest |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie 2017 |
Citeertitel | Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie 2017 |
Vastgesteld door | gemandateerde functionaris |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | bestuur en recht |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
03-03-2017 | Nieuwe regeling | 10-02-2017 | Onbekend |
In sommige gevallen brengen de wettelijke regels met zich dat meer personen belastingplichtig kunnen zijn voor één belastingobject (onroerende zaak, perceel en/of hond). In de gevallen waarin dat voorkomt mag de gemeente de aanslag ten name van één van de belastingplichtigen stellen. In deze gevallen hanteert de gemeente Soest een voorkeursvolgorde bij de aanwijzing van de belastingplichtige die de aanslag op zijn of haar naam krijgt.
Deze voorkeursvolgorde is gebaseerd op veronderstelde betaalcapaciteit en doelmatige c.q. doeltreffende heffing en invordering en wordt toegepast voor zover de gegevens voorhanden of te achterhalen zijn. De in de voorkeursvolgorde neergelegde criteria bevatten geen limitatieve opsomming. Zij moeten worden beschouwd als richtlijnen voor de meest voorkomende gevallen.
Deze beleidsregel verstaat onder:
een geheel van twee of meer gebouwde of ongebouwde eigendommen of gedeelten of samenstellen daarvan, dat naar de omstandigheden beoordeelt één terrein vormt bestemd voor verblijfsrecreatie en dat als zodanig wordt geëxploiteerd.
Artikel 3 en 4 Voorkeursvolgorde onroerende-zaakbelasting eigenaar
Met betrekking tot de onroerende-zaakbelasting eigenaar wordt, indien er met betrekking tot één onroerende zaak verschillende categorieën genothebbenden zijn, de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:
de beperkt gerechtigde, waarbij de volgende voorkeursvolgorde geldt:
3.2.1 de vruchtgebruiker c.q. gerechtigde krachtens recht van gebruik en bewoning;
3.2.3 de opstaller, met uitzondering van degene die een afhankelijk opstalrecht, dan wel een opstalrecht ten behoeve van de aanleg en het onderhoud van onder- of bovengrondse leidingen heeft.
Met betrekking tot de onroerende-zaakbelasting eigenaar wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:
indien er binnen één categorie genothebbenden personen zijn:
4.1.1 degene die het grootste aandeel in het genotsrecht heeft;
4.1.2 degene die ook als gebruiker wordt aangemerkt;
4.1.3 bij gelijke aandelen de oudste in leeftijd;
4.1.4 een natuurlijk persoon boven een niet-natuurlijk persoon;
4.1.5 de oudste man, in geval van gelijktijdige vestiging in het belastingobject;
4.1.6 de eerstgerechtigde in de volgorde die door het kadaster wordt aangehouden.
Artikel 7 Rioolheffing bij recreatieterreinen
Met betrekking tot de rioolheffing die wordt geheven van gebruikers van een perceel van waaruit water direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd, dan wel dat belang heeft bij nakoming van de gemeentelijke zorgplichten, wordt in het geval er sprake is van een recreatieterrein de aanslag gesteld ten name van de exploitant van het recreatieterrein.
Voor zover de belasting wordt geheven over een belastingtijdvak, is bij de toepassing van de voorkeursvolgorde beslissend de situatie bij de aanvang van dat tijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
Aangezien de voorkeursvolgorde erop is gericht de aanslag op te leggen aan een belastingplichtige die in staat geacht mag worden om de belasting te betalen, kan ook tot een andere keuze gekomen worden dan uit de voorkeursvolgorde zou volgen.