Organisatie | Rijssen-Holten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Procedureverordening bestuursschadevergoeding |
Citeertitel | Procedureverordening bestuursschadevergoeding |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen.
Gemeentewet, art. 148
1.Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-10-2001 | 22-11-2013 | nieuwe regeling | 29-10-2001 Rijssens Nieuwsblad | 2001-X-8 |
commissie: de schadebeoordelingscommissie, bedoeld in artikel 2 van deze verordening;
verzoeker: de belanghebbende als bedoeld in artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening dan wel degene die zich op grond van enige andere schadevergoedingsregeling met een verzoek om schadevergoeding tot de gemeenteraad heeft gewend;
bevoegd orgaan: het gemeentelijke orgaan dat in de betreffende wettelijke regeling dan wel in een gemeentelijke schadevergoedingsregeling is aangewezen om ter zake van een schadevergoeding een besluit te nemen of, bij gebreke van zodanige aanwijzing, de gemeenteraad.
De leden en de tijdelijke leden van de commissie zijn verplicht tot geheimhouding over informatie die de commissie in het kader van haar onderzoek en advisering ter beschikking zijn gesteld en waarvan, voorzover dat niet uitdrukkelijk is aangegeven, redelijkerwijze mag worden aangenomen dat deze als vertrouwelijk is bedoeld.
1. Ter zake van een verzoek om schadevergoeding zijn de artikelen 4:2 tot en met 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
2. De ontvangst van een verzoek om schadevergoeding wordt door of namens burgemeester en wethouders bevestigd binnen twee weken na ontvangst, zulks onder opgave, zo mogelijk, van de samenstelling van de commissie.
1. Het bevoegde orgaan wijst het verzoek zonder nader onderzoek af, indien het naar zijn oordeel kennelijk niet ontvankelijk of kennelijk ongegrond is, indien het, onverminderd het bepaalde in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht, niet de vereiste gegevens bevat, dan wel indien verzoeker blijkens een desbetreffend bericht van de commissie, nalatig is om de door de commissie gevraagde informatie te verschaffen.
2. Het besluit om het verzoek zonder nader onderzoek af te wijzen, wordt genomen uiterlijk twaalf weken na ontvangst van het verzoek en aan verzoeker in afschrift medegedeeld binnen twee weken na dagtekening daarvan.
3. Het bevoegde orgaan kan de in het tweede lid gestelde termijn éénmaal met ten hoogste acht weken verlengen. Hiervan wordt aan de verzoeker onverwijld mededeling gedaan.
1. Indien geen toepassing wordt gegeven aan artikel 4, geeft het bevoegde orgaan binnen twee weken na het verstrijken van de aldaar genoemde, eventueel verlengde termijn, aan de commissie opdracht om ter zake van het verzoek advies uit te brengen, zulks onder toezending van het verzoekschrift en alle naar zijn mening relevante informatie.
2. Van de opdracht tot advisering aan de commissie wordt mededeling gedaan aan de verzoeker.
1. De commissie stelt zich ter plaatse op de hoogte van de situatie, tenzij naar haar mening uit de inhoud het verzoek aanstonds blijkt dat het verzoek behoort te worden afgewezen dan wel dat verzoeker naar haar mening niet ontvankelijk behoort te worden verklaard.
2. De commissie stelt de verzoeker of diens gemachtigde behoorlijk in de gelegenheid om zijn verzoek tegenover de commissie mondeling toe te lichten.
3. Voor zover dit redelijkerwijze in zijn vermogen ligt is de verzoeker verplicht om ter zake van het onderzoek aan de commissie alle gevraagde medewerking en informatie te geven.
4. De commissie stelt ook een of meer daartoe aangewezen vertegenwoordigers van de gemeente in de gelegenheid om tegenover de commissie het gemeentelijk standpunt met betrekking tot het verzoek weer te geven. Ook zij zijn gehouden de commissie alle gevraagde medewerking en informatie te geven, voor zover dit redelijkerwijze mogelijk is.
5. De commissie is bevoegd om in het kader van haar onderzoek andere personen in dienst van de gemeente voor het geven van inlichtingen op te roepen. Burgemeester en wethouders stellen deze personen in de gelegenheid om aan dit verzoek te voldoen.
6. Indien krachtens een desbetreffende regeling de eventueel toe te kennen schadevergoeding ten laste zal worden gebracht van een ander openbaar lichaam, stelt de commissie een of meer daartoe door het bevoegd orgaan aangewezen vertegenwoordigers van dit openbaar lichaam in de gelegenheid om naar aanleiding van het verzoek te worden gehoord.
7. Van de bevindingen bij het onderzoek en van de hoorzittingen maakt de commissie melding in haar advies.
De commissie onderzoekt en adviseert:
a. of de verzoeker ten gevolge van een besluit of maatregel, waarop een schadevergoedingsregeling van toepassing is, schade lijdt of zal lijden;
b. of en in welke mate deze schade redelijkerwijze moet worden toegerekend aan het risico van de gemeente dan wel of en in welke mate deze schade redelijkerwijze ten laste van verzoeker behoort te blijven;
c. of de vergoeding van deze schade niet of niet voldoende anderszins, bijvoorbeeld door aankoop of onteigening dan wel door een schadevergoeding van particuliere profijthebbenden van de schadeveroorzakende maatregel of besluit, is verzekerd en
d. of en zo ja, welk bedrag aan schadevergoeding naar haar mening aan de verzoeker behoort te worden toegekend.
1. Uiterlijk binnen vier maanden na de opdracht tot advisering brengt de commissie schriftelijk een gemotiveerd advies uit aan het bevoegd orgaan.
2. Het advies wordt namens de commissie ondertekend door de rapporteur die de commissie uit haar midden heeft aangewezen.
3. Indien een lid van de commissie een minderheidsstandpunt inneemt wordt daarvan desverlangd in het advies melding gemaakt en wordt het advies mede ondertekend door dit lid.
4. Een afschrift van het advies wordt door de rapporteur gelijktijdig aan de verzoeker toegezonden.
1. Binnen twaalf weken nadat de commissie haar advies heeft uitgebracht neemt het bevoegd orgaan een gemotiveerde beslissing op het verzoek.
2. Het besluit wordt binnen uiterlijk twee weken aan de verzoeker medegedeeld.
3. Indien het bevoegd orgaan besluit tot toekenning van een schadevergoeding dan wordt het bedrag uitbetaald uiterlijk één maand na het verkrijgen van formele rechtskracht van dit besluit. Het bevoegd orgaan kan desgevraagd een voorschot op de toegekende vergoeding betaalbaar stellen.
1. Deze verordening kan worden aangehaald als 'Procedureverordening bestuursschadevergoeding'. Zij treedt met onmiddellijke ingang in werking.
2. De thans geldende "procedureverordening Planschadevergoeding 1969 gemeente Rijssen" (besluit van 7 mei 1969, nummer 1969/81 en de "Procedureverordening planschadevergoeding 1968" van de gemeente Holten (besluit van 25 maart 1968, nummer 1198) worden ingetrokken.
3. Verzoeken om schadevergoeding, die zijn ingediend onder vigeur van de in het tweede lid bedoelde verordeningen, worden afgedaan met inachtneming van het bepaalde in de onderhavige verordeningen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 29 oktober 2001.