Organisatie | Helmond |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Afvalstoffenverordening Helmond 2011 |
Citeertitel | Afvalstoffenverordening Helmond 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
De grondslagen van deze regeling zijn gewijzigd.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-02-2024 | aanhef, artikel 1, 16, 22, 23, 25 | 06-02-2024 | |||
01-05-2011 | 22-02-2024 | nieuwe regeling | 26-04-2011 | Raadsbesluit, 2011, 1102020 |
De raad van de gemeente Helmond;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 maart 2011
gelet op de artikelen 10.23, eerste lid, 10.24, tweede lid, 10.25 en 10.26, eerste lid, van de Wet milieubeheer, artikel 3.5, eerste lid, van de Wet dieren en artikel 2, eerste lid, van het Besluit gescheiden inzameling huishoudelijke afvalstoffen;
Het bepalen van de locaties van inzamelvoorzieningen en specifiek van ondergrondse containers vereist een zorgvuldige, transparante en consistente besluitvorming.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan dan wel mede verstaan:
degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en artikel 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt;
de wegen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet1994;
motorrijtuigen:alle voertuigen, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder c, van de Wegenverkeerswet 1994;
§ 2 Inzameling van huishoudelijke afvalstoffen
Artikel 2 Aanwijzing inzameldienst en andere inzamelaars
Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.
§ 3 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen
Artikel 7 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen
Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden aan een ander dan de inzameldienst, andere inzamelaars of de personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben gekregen voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.
Artikel 8 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelen
Het is anderen dan gebruikers van percelen verboden om huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden.
Artikel 9 Afzonderlijk ter inzameling aanbieden
Het in het tweede lid gestelde verbod geldt niet voor het aanbieden van categorieën van huishoudelijke afvalstoffen aan personen of instanties die in het kader van producenten- verantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben gekregen voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.
Artikel 12 Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen
In afwijking van hetgeen in deze paragraaf is bepaald kan het college regels stellen omtrent het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst of andere inzamelaars.
§ 4 Inzameling van bedrijfsafvalstoffen
Artikel 13 Inzameling bedrijfsafvalstoffen door de inzameldienst
Het college kan categorieën bedrijfsafvalstoffen aanwijzen die door de inzameldienst worden ingezameld.
Artikel 14 Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst
Het verbod geldt niet voor de krachtens artikel 13 aangewezen categorieën bedrijfsafvalstoffen, voor zover degene die gebruik maakt van de inzameling door de inzameldienst voldoet aan de daarmee ontstane belastingplicht op grond van de geldende Verordening Reinigingsheffingen.
Artikel 16 Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging
Het is verboden buiten een daarvoor door het college bestemde plaats en buiten een inrichting een afvalstof, stof of voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins te plaatsen op een wijze die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu.
Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor zover de Wet bodembescherming of het Besluit bodemkwaliteit voorziet in de beoogde bescherming van het milieu.
Artikel 19 Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren
De houder of beheerder van een inrichting waar eet- of drinkwaren worden verkocht die ter plaatse kunnen worden genuttigd, is verplicht:
zorg te dragen dat dagelijks, uiterlijk een uur na sluiting van de inrichting, doch in ieder geval terstond op eerste aanzegging van een ambtenaar, belast met de toezicht op de naleving van dit artikel, in de nabijheid van de inrichting achtergebleven afval, voor zover kennelijk uit of van die inrichting afkomstig, wordt opgeruimd.
Artikel 20 Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal
Degene die in de openbare ruimte reclamebiljetten of dergelijke of ander promotiemateriaal onder het publiek verspreidt, is verplicht deze of de verpakking daarvan terstond op te ruimen of te laten opruimen, indien deze in de omgeving van de plaats van uitreiking op de weg of een andere voor het publiek toegankelijke plaats door het publiek worden weggeworpen.
§ 6 Overige onderwerpen die de verordening aangaan
Artikel 22 Verbod opslag van afvalstoffen
Het verbod is niet van toepassing op het overdragen of te inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst, andere inzamelaars of personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben gekregen voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.
Artikel 23 Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden
Het is de eigenaar of kentekenhouder verboden zich te ontdoen van een autowrak, dat afkomstig is van een huishouden, anders dan door afgifte aan de houder van een omgevingsvergunning voor het demonteren van autowrakken of wrakken van tweewielige motorvoertuigen.
§ 7 Straf-, overgangs- en slotbepalingen
Een gedraging in strijd met de volgende artikelen is een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 3º, Wet op de economische delicten:
Artikel 6: Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens vergunning
Artikel 7: Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen
Artikel 8: Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan gebruikers van percelen
Artikel 9: Afzonderlijk ter inzameling aanbieden
Artikel 10: Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen
Artikel 11: Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden
Artikel 14: Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst
Artikel 15: Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst
Artikel 16: Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging
Artikel 17: Achterlaten van straatafval
Artikel 18: Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen
Artikel 19: Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren
Artikel 20: Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal
Artikel 21: Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden
Artikel 22: Verbod op een voor het publiek zichtbare plaats aanwezig hebben van afvalstoffen
Artikel 23: Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de krachtens artikel 5.10, derde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Omgevingswet of artikel 18.6 van de Omgevingswet aangewezen ambtenaren.
Vergunningen verleend krachtens de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid, blijven -voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken- nog gedurende één jaar na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht en worden beschouwd als een aanwijzing bedoeld in artikel 2 van dezeverordening.
Ontheffingen verleend krachtens de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid, blijven - voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - nog gedurende één jaar na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht en worden beschouwd als een ontheffing als bedoeld in deze verordening.
Voorschriften en beperkingen opgelegd krachtens de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid, blijven - indien en voor zover de bepalingen ingevolge welke deze voorschriften en beperkingen zijn opgelegd, ook zijn vervat in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - nog gedurende één jaar na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een ontheffing op grond van de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt deze aanvraag beschouwd als een aanvraag tot ontheffing, als bedoeld in deze verordening.
Op een aanhangig beroep of bezwaarschrift, betreffende een vergunning of ontheffing bedoeld in het eerste lid, dan wel voorschrift of beperking bedoeld in het tweede lid dat voor of na het tijdstip bedoeld in artikel 26, eerste lid, is ingekomen binnen de voordien geldende beroepstermijn, wordt beslist met toepassing van de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid.
De intrekking van de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid heeft geen gevolgen voor de geldigheid van op basis van die verordening genomen nadere regels en aanwijzingsbesluiten, indien en voor zover de rechtsgrond waarop de aanwijzingsbesluiten zijn gebaseerd ook vervat is in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken.