Externe procedure
Artikel 4 Het meldpunt
- 1.
Het college wijst een of meer personen aan die het meldpunt vormt of vormen.
- 2.
Het meldpunt heeft tot taak een door de ambtenaar gemeld vermoeden van een misstand te onderzoeken en het college daaromtrent te adviseren.
- 3.
Indien het meldpunt uit meerdere personen bestaat, is dit altijd een oneven aantal, inclusief de voorzitter. Tevens kunnen in dat geval een secretaris, een plaatsvervangend voorzitter en andere plaatsvervangende leden worden benoemd. Zij beslissen bij gewone meerderheid van stemmen.
Artikel 5 Melding bij het meldpunt
- 1.
De ambtenaar kan het vermoeden van een misstand binnen redelijke termijn melden bij het meldpunt, indien:
- a.
hij het niet eens is met het standpunt bedoeld in artikel 3;
- b.
hij geen standpunt ontvangen heeft binnen de termijnen bedoeld in artikel
- 2.
De ambtenaar kan het meldpunt verzoeken zijn identiteit niet bekend te maken. Hij kan dit verzoek te allen tijde herroepen.
Artikel 5a Rechtstreekse melding bij het meldpunt
In het geval zwaarwegende belangen de toepassing van de interne procedure in de weg staan, kan de ambtenaar in afwijking van de artikelen 2, 3 en 5, eerste lid, het vermoeden van een misstand rechtstreeks melden bij het meldpunt.
Artikel 6 Ontvangstbevestiging en onderzoek
- 1.
Het meldpunt bevestigt de ontvangst van een melding van een vermoeden van een misstand aan de ambtenaar die het vermoeden heeft gemeld.
- 2.
Indien het meldpunt dit voor de uitoefening van zijn taak noodzakelijk acht, stelt het een onderzoek in.
- 3.
Ten behoeve van het onderzoek omtrent een melding van een vermoeden van een misstand is het meldpunt bevoegd bij het college alle inlichtingen in te winnen die het voor de vorming van zijn advies nodig acht. Het college verschaft het meldpunt de gevraagde inlichtingen.
- 4.
Het meldpunt kan het onderzoek of gedeelten daarvan opdragen aan één van de leden of een deskundige.
- 5.
Wanneer de inhoud van bepaalde door het college verstrekte informatie vanwege het vertrouwelijke karakter uitsluitend ter kennisneming van het meldpunt dient te blijven, wordt dit aan het meldpunt meegedeeld. Het meldpunt beveiligt informatie met een vertrouwelijk karakter tegen kennisneming door onbevoegden.
Artikel 7 Niet ontvankelijkheid
- 1.
Het meldpunt verklaart de melding niet ontvankelijk indien:
- a.
de misstand niet van voldoende gewicht is;
- b.
de ambtenaar de procedure bedoeld in artikel 2 niet heeft gevolgd
- c.
de ambtenaar de procedure bedoeld in artikel 2 heeft gevolgd, maar de termijnen bedoeld in artikel 3 nog niet zijn verstreken.
- d.
de melding niet binnen redelijke termijn is geschied.
Artikel 8 Inhoudelijk advies van het meldpunt
- 1.
Indien het gemelde vermoeden van een misstand ontvankelijk is, legt het meldpunt binnen zes weken zijn bevindingen omtrent de melding van een vermoeden van een misstand neer in een advies aan het college. Het meldpunt zendt een afschrift van het advies aan de ambtenaar met inachtneming van het eventueel vertrouwelijke karakter van de aan het meldpunt verstrekte informatie.
- 2.
Indien het advies niet binnen zes weken kan worden gegeven, wordt de termijn door het meldpunt met ten hoogste vier weken verlengd. Het meldpunt stelt het college alsmede de ambtenaar daarvan schriftelijk in kennis.
- 3.
Het advies wordt in geanonimiseerde vorm en met inachtneming van het eventueel vertrouwelijke karakter van aan het meldpunt verstrekte informatie en de terzake geldende wettelijke bepalingen openbaar gemaakt op een wijze die het meldpunt geëigend acht, tenzij zwaarwegende belangen zich daartegen verzetten.
Artikel 9 Nader standpunt
- 1.
Het college stelt binnen twee weken na ontvangst van het advies bedoeld in artikel 8, de ambtenaar alsmede het meldpunt, schriftelijk op de hoogte van zijn nader standpunt.
- 2.
Aan de ambtenaar die het meldpunt heeft verzocht zijn identiteit niet bekend te maken geschiedt de berichtgeving van het nader standpunt via het meldpunt.
- 3.
Een van het advies afwijkend nader standpunt wordt gemotiveerd.
Artikel 10 Jaarverslag
- 1.
Jaarlijks wordt door het meldpunt een verslag opgemaakt.
- 2.
In dat verslag wordt in geanonimiseerde zin en met inachtneming van de terzake geldende wettelijke bepalingen gemeld:
- a.
het aantal en de aard van de meldingen van een vermoeden van een misstand;
- b.
het aantal meldingen dat niet tot een onderzoek geleid heeft;
- c.
het aantal onderzoeken dat het meldpunt heeft verricht, en
- d.
het aantal adviezen en de aard van de adviezen die het meldpunt heeft uitgebracht.
- 3.
Dit jaarverslag wordt aan het college en de Ondernemingsraad gestuurd en openbaar gemaakt.