Organisatie | Nissewaard |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Nissewaard houdende regels omtrent handhaving, maatregelen en boeten Verordening handhaving, maatregelen en boeten Nissewaard 2016 |
Citeertitel | Verordening handhaving, maatregelen en boeten Nissewaard 2016 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.
Deze regeling vervangt de verordening handhaving, maatregelen en boeten Nissewaard 2015.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-11-2016 | 01-01-2020 | nieuwe regeling | 09-11-2016 | 16.R.00224 |
De raad van de gemeente Nissewaard;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 2 november 2016;
gelet op 8, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Participatiewet, artikel 35 van de IOAW en artikel 35 van de IOAZ;
gezien het advies van de cliëntenraad SoZaWe;
gezien het advies van de commissie Zorg en Werk van 3 november 2016;
Verordening handhaving, maatregelen en boeten Nissewaard 2016
Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen
Deze verordening verstaat onder:
Zeer ernstige misdragingen: het op een dusdanige wijze bejegenen van het college, dan wel personen die in diens opdracht de wet uitvoeren, dat deze zich op een fysieke en/of psychische wijze bedreigd voelen. Dit is krachtens artikel 9, zesde lid, een bijzondere vorm van het niet nakomen van de aan de bijstand verbonden verplichtingen.
Hoofdstuk 3: Algemene bepalingen maatregelen
Indien de opgelegde maatregel niet of niet geheel ten uitvoer kan worden gebracht als gevolg van beëindiging of intrekking van de bijstand wordt (het restant van) de maatregel ten uitvoer gebracht indien de belanghebbende binnen een termijn van twaalf maanden na bekendmaking van het besluit tot het opleggen van de maatregel opnieuw een bijstandsuitkering ontvangt.
Hoofdstuk 4. Niet nakomen van niet-geüniformeerde verplichtingen met betrekking tot arbeidsinschakeling
Artikel 9: Het niet of onvoldoende nakomen van arbeidsverplichtingen Participatiewet
Het niet of onvoldoende nakomen van arbeidsverplichtingen als bedoeld in de artikelen 9, 9a en 55 van de Wet worden in de volgende categorieën onderscheiden:
het zich anderszins onvoldoende inzetten voor arbeidsinschakeling op grond van de artikelen 9, 9a en 55 van de Wet voor zover deze verplichtingen niet voortvloeien uit artikel 18 vierde lid van de Wet, waaronder het niet of in onvoldoende mate verkrijgen of gebruik maken van een flankerende voorziening;
Artikel 10: Het niet of onvoldoende nakomen van arbeidsverplichtingen IOAW en IOAZ
Het niet of onvoldoende nakomen van arbeidsverplichtingen als bedoeld in de artikelen 37 en 38 van de IOAW en de artikelen 37 en 38 van de IOAZ worden in de volgende categorieën onderscheiden:
het uit diens houding en gedrag door een alleenstaande ouder, die een ontheffing heeft als bedoeld in artikel 38, eerste lid IOAW of artikel 38, eerste lid IOAZ, ondubbelzinnig laten blijken de verplichtingen als bedoeld in artikel 37, eerste lid onderdeel e IOAW of artikel 37, eerste lid onderdeel e IOAW niet te willen nakomen.
Hoofdstuk 5. Tekortschietend besef van verantwoordelijkheid en zeer ernstige misdragingen
Artikel 12: Tekortschietend besef van verantwoordelijkheid
Wanneer een belanghebbende tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan betoont wordt een maatregel opgelegd ter hoogte van:
Hoofdstuk 6. Niet nakomen van de geüniformeerde verplichtingen met betrekking tot arbeidsinschakeling en re-integratie
Artikel 14: Hoogte en duur van de maatregel
Wanneer een belanghebbende zich niet onderwerpt aan een door het college verplicht gestelde behandeling van medische aard, als bedoeld in artikel 55 van de Wet, noodzakelijk voor het naar vermogen verkrijgen, behouden of aanvaarden van algemeen geaccepteerde arbeid wordt een maatregel opgelegd van 100% gedurende 1 maand;
Wanneer bijzondere omstandigheden dit rechtvaardigen kan de maatregel als bedoeld in het tweede lid, voor zover het een gedraging betreft als bedoeld in artikel 18, vierde lid onderdeel c, d, e en f worden toegepast over drie opeenvolgende maanden, waarbij aan iedere maand een derde van de maatregel wordt toebedeeld.
Hoofdstuk 7. Samenloop en recidive
Artikel 15: Samenloop van gedragingen
Wanneer er sprake is van één gedraging die schending oplevert van meerdere in dezeverordening of de in artikel 18, vierde lid, van de Participatiewet genoemde verplichtingen,wordt één maatregel opgelegd. Voor het bepalen van de hoogte en duur van de maatregelwordt uitgegaan van de gedraging waarop de hoogste verlaging is gesteld.
Wanneer er sprake is van meerdere verplichtingen die schending opleveren van één of meerdere in deze verordening of artikel 18, vierde lid, van de Participatiewet genoemde verplichtingen, wordt voor iedere gedraging een afzonderlijke maatregel opgelegd. Deze maatregelen worden gelijktijdig opgelegd, tenzij dit gelet op de ernst van de gedraging,
de mate van verwijtbaarheid en de omstandigheden van de belanghebbende niet verantwoord is.
Wanneer er sprake is van één gedraging die schending oplevert van zowel een in dezeverordening of artikel 18, vierde lid, van de Participatiewet genoemde verplichting alsmedeeen in artikel 17, eerste lid, van de Participatiewet genoemde verplichting, wordt geenmaatregel opgelegd, voor zover voor die gedraging een bestuurlijke boete wordtopgelegd.
Wanneer er sprake is van meerdere gedragingen die schending opleveren van zowel een indeze verordening of artikel 18, vierde lid, van de Participatiewet genoemde verplichting alsmede een in artikel 17, eerste lid, van de Participatiewet genoemde verplichting, voor zover voor die gedragingen geen bestuurlijke boete wordt opgelegd, wordt voor iedere gedraging eenafzonderlijke maatregel opgelegd, tenzij dit gelet op de ernst van de verplichting, de matevan verwijtbaarheid en de omstandigheden van de belanghebbende niet verantwoord is.
Hoofdstuk 8. Blijvende en tijdelijke weigering IOAW en IOAZ
Artikel 17: Samenloop bij weigeren bijstand IOAW en IOAZ
Wanneer er sprake is van een gedraging die schending oplevert van een in deze verordening genoemde verplichting, wordt geen maatregel opgelegd, voor zover het college de inkomensvoorziening op grond van artikel 20, eerste lid van de IOAW of artikel 20, eerste lid van de IOAZ tijdelijk of blijvend weigert.
Artikel 18: Verrekenen recidiveboete
Indien belanghebbende niet of in onvoldoende mate heeft voldaan aan de
inlichtingenplicht en sprake is van recidive als bedoeld in artikel 18a, het vijfde lid vande Wet of artikel 20a vijfde lid IOAW/IOAZ, verrekent het college derecidiveboete zonder inachtneming van de beslagvrije voet.
3.De verrekening als bedoeld in het eerste en tweede lid vindt plaats gedurende een
tijdvak van drie maanden vanaf het moment van de dagtekening waarop de bestuurlijke
Artikel 19: Eerder opgelegde bestuurlijke boetes
Artikel 18 is van overeenkomstige toepassing op de verrekening van de bestuurlijke boete, bedoeld in artikel 18a, eerste lid van de wet of artikel 20 a eerste lid van de IOAW/IOAZ , indien en voor zover deze boete nog niet is betaald op het moment van verrekening van de recidiveboete.
Het college van burgemeester en wethouders kan in bijzondere gevallen ten gunste van belanghebbende gemotiveerd afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing ervan leidt tot kennelijke onredelijkheid en/of onbillijkheid.
Artikel 22: Intrekken oude verordening
De verordening handhaving, maatregelen en boeten Nissewaard 2015 wordt ingetrokken.