Organisatie | Steenwijkerland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening bedrijveninvesteringszone centrumgebied Steenwijk 2017 |
Citeertitel | Verordening bedrijveninvesteringszone centrumgebied Steenwijk 2017 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze verordening vervangt de Verordening BI-zone Centrumgebied Steenwijk 2012.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.
Wet op de bedrijveninvesteringszones
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2017 | 18-06-2020 | Nieuwe regeling | 11-10-2016 Gemeenteblad 2016, nr. 181630 | 2016/73 |
De raad van de gemeente Steenwijkerland;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 30 augustus 2016, nummer 2016/73;
gelet op de Wet op de bedrijveninvesteringszones;
gezien de uitvoeringsovereenkomst van 2 september 2016 gesloten met Stichting Steenwijk Vestingstad;
vast te stellen de volgende verordening:
VERORDENING BEDRIJVENINVESTERINGSZONE CENTRUMGEBIED STEENWIJK 2017
Hoofdstuk II Belastingbepalingen
De BIZ-bijdrage wordt geheven ter bestrijding van de kosten die zijn verbonden aan activiteiten in de openbare ruimte en op internet, die zijn gericht op het bevorderen van de leefbaarheid of de veiligheid in de bedrijveninvesteringszone of de ruimtelijke kwaliteit of de economische ontwikkeling van de bedrijveninvesteringszone.
Belastingobject is de onroerende zaak bedoeld in artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken.
Voor de toepassing van het eerste lid van dit artikel wordt:
gebruik door degene aan wie een deel van een belastingobject in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven, is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;
het ter beschikking stellen van een belastingobject voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die dat belastingobject ter beschikking heeft gesteld; degene die het belastingobject ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat belastingobject ter beschikking is gesteld.
Indien een in de bedrijveninvesteringszone gelegen belastingobject bij het begin van het kalenderjaar geen gebruiker kent, wordt de van de gebruiker te heffen BIZ-bijdrage geheven van de eigenaar, zijnde degene die van dat belastingobject bij het begin van het kalenderjaar het genot krachtens eigendom, bezit of beperkt recht heeft.
Indien met betrekking tot het belastingobject geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van dat belastingobject bepaald met toepassing van artikel 6, alsmede met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.
In afwijking in zoverre van artikel 5 wordt bij de bepaling van de heffings¬maat¬staf buiten aanmerking gelaten, voor zover dit niet al is geschied bij de bepaling van de in dat artikel bedoelde waarde, de waarde van:
straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanige gebouwde eigendommen - niet zijnde gebouwen - welke zijn geplaatst voor het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri's, hekken en palen;
In afwijking van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, minder is dan € 5.000, - en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Hoofdstuk III Subsidiebepalingen
Op de subsidie op grond van deze verordening is de Algemene Subsidieverordening Steenwijkerland niet van toepassing.
Stichting Steenwijk Vestingstad wordt aangewezen als de stichting bedoeld in artikel 7 van de wet, waarmee een overeenkomst als bedoeld in artikel 4:36 van de Algemene wet bestuursrecht is gesloten, waarin is bepaald dat de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt verplicht moeten worden verricht.
De “Verordening BI-zone Centrumgebied Steenwijk 2012” wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 18, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.