Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nijmegen

Subsidieverordening Stimulering economie Willemsweg

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNijmegen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieverordening Stimulering economie Willemsweg
CiteertitelSubsidieverordening Willemsweg
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet art. 147

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

31-05-200716-03-2016Onbekend

25-04-2007

Gemeenteblad 2007/085

Raadsvoorstelnummer 102/2007

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieverordening Stimulering economie Willemsweg

 

De Raad van de Gemeente Nijmegen, bijeen in zijn openbare vergadering van 25 april 2007;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 april 2007;

Gelet op artikel 147 Gemeentewet;

Besluit van te stellen de

Subsidieverordening Stimulering economie Willemsweg

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

  • a.

    Ondernemers: ondernemers behorende tot het midden- en kleinbedrijf die ingeschreven staan bij de Kamer van Koophandel.

  • b.

    Willemsweg: de Willemsweg te Nijmegen zoals gelegen tussen de Graafseweg en de Groenestraat.

  • c.

    Midden- en kleinbedrijf: een bedrijf, niet zijnde een vereniging of stichting, waarbinnen minder dan 50 personen werkzaam zijn.

  • d.

    bedrijfsmiddelen: investeringen in apparatuur waarvan de kosten op de fiscale balans worden afgeschreven in drie jaar of langer, niet zijnde bedrijfsauto’s.

  • e.

    verbouwing- en herinrichtingskosten: kosten van gevelverbetering, kosten van verbouw, aanleg van noodzakelijke voorzieningen en inventaris voor de inrichting die de uitstraling van de bedrijvigheid naar de buurt verbeteren

  • g.

    huurderving: gemiste inkomsten uit verhuur door leegstand gebaseerd op de gemiddelde huurprijs per m2 van bedrijfspanden aan de Willemsweg (of gebaseerd huurprijs zoals overeengekomen in de laatste huurovereenkomst van het bedrijfspand)

Artikel 2. Subsidieverlening

  • 1.

    Het college kan op basis van deze verordening aan ondernemers verlenen: a. subsidie ten behoeve van investeringen in bedrijfsmiddelen; b. subsidie ten behoeve van vrijwillige huurderving teneinde een ondernemer in een gewenste branche aan te trekken;

  • 2.

    Ondernemers die voor een subsidie in aanmerking willen komen krijgen ondersteuning bij de aanvraag hiervan door een accountmanager Willemsweg.

  • 3.

    Het college kan de in het eerste lid genoemde bevoegdheid mandateren aan een door hem aan te wijzen functionaris.

Artikel 3. Advisering

Voordat door of namens het college op een aanvraag om subsidie wordt beslist wordt het advies gevraagd van een door het college benoemde adviescommissie samengesteld uit betrokkenen en deskundigen.

Artikel 4. Aanvrager

1.Voor subsidie komen slechts in aanmerking zij die eigenaar zijn van het pand aan de Willemsweg; er een onderneming voeren of diensten verlenen. In het geval er een bedrijf wordt gevoerd, moet dit voldoen aan de volgende criteria:

  • a.

    het bedrijf maakt geen deel uit van een van een (landelijke) keten met meer dan 50 werknemers;

  • b.

    het bedrijf staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en

  • c.

    het bedrijf is gevestigd aan de Willemsweg of aangetoond wordt dat het bedrijf binnen 3 maanden na subsidieverlening aan de Willemsweg zal zijn gevestigd.

Artikel 5. Criteria voor bijdrage

Om in aanmerking te komen voor een bijdrage dient aan de volgende criteria te worden voldaan:

  • a.

    uit moet blijken dat het bedrijf levensvatbaar is:

    • op het niveau van het bedrijf of de persoon van de startende of bestaande ondernemer; en

    • op het niveau van de bedrijfsmatigheid van het initiatief waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

  • b.

    de financiering mag geen betrekking hebben op sanering van schulden, dan wel op een afbouw van de bedrijfsactiviteiten;

  • c.

    het bedrijf moet zich rechtmatig kunnen vestigen dan wel rechtmatig zijn gevestigd;

  • d.

    het bedrijf mag niet in staat van faillissement, vereffening, surséance van betaling of akkoord verkeren, dan wel dat of faillissement zijn ingediend dan wel reeds aanhangig zijn;

  • e.

    er mag nog niet met de activiteiten zijn begonnen.

Artikel 6 Subsidie voor bedrijfsmiddelen

  • 1.

    Voor nieuwe bedrijven moet de bijdrage een voorwaarde bieden voor een succesvolle start van de onderneming.

  • 2.

    Voor bestaande bedrijven geldt dat de investering een positief effect moet hebben op de prestatie van de betreffende onderneming en daarmee de concurrentiekracht versterkt.

  • 3.

    De bijdrage bedraagt maximaal 50% van de kosten van de investering in bedrijfsmiddelen met een maximum van € 40.000,--.

  • 4.

    Het subsidieplafond bedraagt € 400.000,--.

  • 5.

    Nadat de subsidie is toegekend kan aanvrager een verzoek indienen om voorschotverlening, het college beslist hierop per individueel geval

  • 6.

    Vaststelling van de subsidie vindt plaats 6 maanden na de toekenning.

     

Artikel 7 Subsidie voor vrijwillige huurderving
    • 1.

      Het college kan indien de diversiteit in de branches dreigt te worden verstoord subsidie geven voor huurderving die op haar verzoek wordt geleden voor een maximum tot 50 % van de huurderving gedurende 6 maanden.

    • 2.

      Het maximale subsidiebedrag voor huurderving bedraagt € 4500,--

    • 3.

      Het subsidieplafond bedraagt € 45.000,--.

    • 4.

      Nadat de subsidie is toegekend kan de aanvrager verzoeken om per maand een voorschot uit te keren.

    • 5.

      Na afloop van de 6 maanden huurderving wordt de subsidie vastgesteld.

       

Artikel 8. Subsidiebedrag
    • 1.

      Het maximum subsidiebedrag dat wordt verstrekt bedraagt per startende of bestaande ondernemer niet meer dan het bedrag dat in het kader van artikel 87 van het Europees Verdrag als deminimis bijdrage is vastgesteld voor een periode van drie jaar.

    • 2.

      Het subsidiebedrag kan niet hoger zijn dan de investeringen in het bedrijf c.q. bedrijfsmiddelen waarop de gevraagde subsidie betrekking heeft.

       

Artikel 9. Subsidieweigering
  • Onverminderd het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht wordt subsidie geweigerd indien het bedrijven betreft in de volgende branches:

    • a.

      Prostitutie

    • b.

      Sekswinkels

    • c.

      Coffeeshops

    • d.

      Growshops

    • e.

      Belwinkels

      Voor de Horeca branche geldt dat er geen sprake mag zijn van een uitbreiding van het bestaande aantal vestigingen.

       

Artikel 10. Aanvraag en te overleggen gegevens
  •  

  • 1.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht dient de aanvraag voor subsidieverlening te worden ingediend overeenkomstig het door het college vastgestelde aanvraagformulier en dient in ieder geval -als er een bedrijf wordt gevoerd- vergezeld te gaan van:

    • a.

      een investering- en kostenbegroting;

    • b.

      een financieringsplan;

    • c.

      een kopie van de inschrijving bij de Kamer van Koophandel;

    • d.

      een kopie van een geldig legitimatiebewijs;

    • e.

      indien van toepassing een verblijfsvergunning of een bewijs dat anderszins een legaal bedrijf wordt gevoerd;

    • f.

      een recent giro- of bankafschrift

    • g.

      bij een bestaand bedrijf een kopie van de laatste jaarstukken;

    • h.

      bij een bestaand bedrijf een kopie van de laatste aangifte inkomstenbelasting;

    • i.

      een kopie van de eventuele diploma’s en vergunningen.

    • j.

      voor pandeigenaren bovendien een kopie van het huurcontract

    • k.

      een kopie van opgave BTW-nummer door de Belastingdienst

  • 2.

    In het geval er sprake is van een leegstaand pand, dient de eigenaar de aanvraag in ieder geval vergezeld te laten gaan van:

    • 1.

      een investering- en kostenbegroting;

    • 2.

      een financieringsplan;

    • 3.

      inschrijving bij het kadaster

  • 3.

    In aansluiting op het bepaalde in het eerste lid dient -als er sprake is van de uitoefening van een vrij beroep- de aanvraag in ieder geval vergezeld te gaan van:

    • a.

      bij een bestaande praktijk een kopie van de laatste aangifte inkomstenbelasting;

    • b.

      een recent giro- of bankafschrift

    • c.

      een investerings- of kostenbegroting

    • d.

      een financieringsplan;

    • e.

      indien van toepassing een verblijfsvergunning of een bewijs dat anderszins een legale praktijk wordt gevoerd;

    • f.

      een kopie van de eventuele diploma’s en vergunningen.

  • 4.

    Indien de aanvraag een bedrag van € 5000,-- te boven gaat, dient binnen vijf weken na het indienen van de subsidieaanvraag, een Verklaring Omtrent het Gedrag van de ondernemer die de aanvraag doet te worden ingediend bij het college.

Artikel 11. Beslistermijn subsidieaanvraag
    • 1.

      Het college beslist binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag. Indien de aanvraag niet volledig is, zal aanvrager binnen vier weken na indiening in de gelegenheid worden gesteld aanvullingen hierop te geven.

    • 2.

      De termijn bedoeld als in het eerste lid kan door het college in bijzondere omstandigheden ter beoordeling aan het college met een termijn van acht weken worden verlengd. Het college informeert de aanvrager hierover schriftelijk.

       

Artikel 12. Uitvoeringsovereenkomst
  • Het college sluit bij het verlenen van de subsidie een uitvoeringsovereenkomst met de subsidieaanvrager waarin nadere voorwaarden zijn opgenomen.

     

Artikel 13. Intrekking, wijziging van de subsidieverlening
  • Naast de gevallen genoemd in de Algemene wet bestuursrecht kan het college de subsidieverlening intrekken of ten nadele van de subsidieontvanger wijzigen indien:

    • a.

      de subsidieontvanger wijzigingen in aanwending van de subsidie niet vooraf ter beoordeling heeft voorgelegd aan het college;

    • b.

      de subsidieontvanger de bedrijfsactiviteiten beëindigt;

    • c.

      de subsidieontvanger zich niet binnen drie maanden na subsidieverlening aan de Willemsweg heeft gevestigd;

    • d.

      de subsidieontvanger het economisch eigendom van de bedrijfsactiviteiten waarvoor de subsidie is verleend binnen vijf jaar na subsidieverlening overdraagt;

    • e.

      de subsidieontvanger de voorwaarden in deze verordening, de beschikking of de uitvoeringsovereenkomst bij de beschikking niet nakomt;

    • f.

      de subsidieontvanger in surseance van betaling of in staat in van faillissement wordt verklaard.

    • g.

      de subsidieontvanger na afgifte van de beschikking alsnog feiten pleegt, waardoor hem een verklaring als bedoeld in art 11, lid 4 geweigerd zou worden.

       

Artikel 15. Citeertitel
  • Deze verordening kan aangehaald worden als de "Subsidieverordening Willemsweg”.

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van 25 april 2007

De voorzitter, mr. Th. C. de Graaf

De raadsgriffier, drs. M.M.V. Mientjes