Organisatie | Nissewaard |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Nissewaard houdende regels omtrent de rechtspositie van ambtenaren Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2016 |
Citeertitel | Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2016 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden Nissewaard.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-10-2016 | 23-07-2019 | nieuwe regeling | 14-09-2017 | 16.R.00175 |
De raad van de gemeente Nissewaard;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 7 september 2016;
gelet op de artikelen 95, eerste en tweede lid, 96, eerste en tweede lid, en 97, 99 en 149 van de Gemeentewet, de artikelen 22, eerste lid, 23, eerste lid, 27a, vijfde lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders, en de artikelen 7a, vierde lid, 13, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden;
gezien het advies van commissie Bestuur van 30 augustus 2016;
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2016
In afwijking van artikel 14, eerste lid van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, ontvangt geen vergoeding degene die zitting heeft in een commissie uit hoofde van dan wel als rechtstreeks uitvloeisel van een functie bij een instelling die grotendeels van overheidswege wordt gesubsidieerd.
Artikel 2 Reis- en verblijfkosten
De vergoeding voor reis- en verblijfkosten, als bedoeld in de artikelen 96, eerste lid, en 97 van de Gemeentewet, is:
Aan de raads- en commissieleden kan voor de uitoefening van hun raads- en commissielidmaatschap alleen communicatieapparatuur, te weten een tabletcomputer, in bruikleen ter beschikking worden gesteld.
Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, kan deelnemen aan de fietsregeling. Naar keuze van het raadslid wordt de raadsvergoeding dan wel vaste onkostenvergoeding verminderd met de vergoeding voor de fiets.
Als eindheffingsbestanddeel, als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964, worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in paragraaf 2 van deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, aanhef en tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.
Wethouders hebben aanspraak op een vergoeding van de reis- en verblijfkosten voor reizen gemaakt voor de uitoefening van het ambt, bedoeld in artikel 23, aanhef en eerste lid, onderdeel b, van het Rechtspositiebesluit wethouders, binnen en buiten het grondgebied van de gemeente, overeenkomstig artikel 4 van de Regeling rechtspositie wethouders.
Aan wethouders kan voor de uitoefening van hun ambt alleen een computer met bijbehorende apparatuur en software, in bruikleen ter beschikking worden gesteld.
Wethouders die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikken, hebben aanspraak op een vergoeding van reis- en pensionkosten, dubbele woonlasten en verhuiskosten, bedoeld in artikel 22, aanhef en eerste lid, onderdeel a en b, van het Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig de artikelen 1 en 2 en 4a van de Regeling rechtspositie wethouders.
Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in paragraaf 3 van deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.
De betaling van de vergoeding voor werkzaamheden, de bezoldiging voor de wethouders op grond van het Rechtspositiebesluit wethouders, de onkostenvergoedingen en declaraties geschiedt maandelijks of in maandelijkse termijnen als er sprake is van een vergoeding op jaarbasis, tenzij het Rechtspositiebesluit wethouders, het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden of de Regeling rechtspositie wethouders anders bepalen.
De Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden Nissewaard wordt ingetrokken.