Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
De Fryske Marren

Uitvoeringsregeling beloningsbeleid gemeente De Fryske Marren

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDe Fryske Marren
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingUitvoeringsregeling beloningsbeleid gemeente De Fryske Marren
CiteertitelUitvoeringsregeling beloningsbeleid gemeente De Fryske Marren
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

CAR-UWO, hfd 3

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

24-02-201701-01-2016nieuwe regeling

09-02-2017

Gemeenteblad 2017, 29475

194038921

Tekst van de regeling

Intitulé

Uitvoeringsregeling beloningsbeleid gemeente De Fryske Marren

Het college van burgemeester en wethouders van De Fryske Marren

 

. overwegende dat het uit het oogpunt van goed werkgeverschap redelijk is om een medewerker die in het belang van de organisatie een andere plaats van tewerkstelling krijgt toegewezen, voor elke meerkilometer tijdelijk te compenseren;

. gelet op hoofdstuk 3 van de CAR-UWO;

. gelet op de bereikte overeenstemming in de commissie voor het Georganiseerd Overleg d.d. 11 januari 2017;

 

besluit:

 

de gewijzigde “Uitvoeringsregeling beloningsbeleid gemeente De Fryske Marren” vast te stellen.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

De definities zoals bedoeld in artikel 1:1 van de CAR-UWO zijn van toepassing.

Artikel 2 Functies en functiewaardering

In aanvulling op het gestelde in artikel 3:1 van de CAR-UWO gelden de volgende bepalingen:

  • 1.

    Binnen De Fryske Marren wordt het HR21 functiebeschrijving- en waarderingssysteem gebruikt. Nadere uitwerking van het systeem is opgenomen in de “Procedureregeling functiebeschrijving en functiewaardering gemeente De Fryske Marren 2015”.

  • 2.

    Indien het schaalniveau van een functie in een functiewaardering wijzigt en hierdoor het recht ontstaat op een hogere functieschaal, wordt de medewerker in de desbetreffende functieschaal geplaatst, tenzij -blijkens de laatste opgestelde beoordeling- zijn wijze van functioneren zich nog daartegen verzet.

  • 3.

    Indien het schaalniveau van een functie ingevolge een functiewaardering wijzigt en de functie op een lagere functieschaal is gewaardeerd, behoudt de medewerker het recht op salaris, conform de functieschaal volgens de eerdere waardering, voor de duur dat hij de functie bekleedt.

Hoofdstuk 2 Salaris

Artikel 3 Salarisverhoging

In aanvulling op het gestelde in artikel 3:4 van de CAR-UWO gelden de volgende bepalingen:

  • 1.

    Aan een medewerker wordt per 1 januari een salarisverhoging naar de volgende periodiek toegekend als hij het maximum van zijn functieschaal nog niet heeft bereikt, mits voldaan is aan de voorwaarden genoemd in artikel 3:4, lid 1.

  • 2.

    Nadien kan worden bepaald dat de salarisverhoging, welke met toepassing van artikel 3:4, lid 1 achterwege is gelaten, al dan niet met terugwerkende kracht alsnog wordt toegekend.

  • 3.

    Van een beslissing tot toepassing van het tweede lid wordt de medewerker zo spoedig mogelijk, in elk geval voor de datum waarop anders de salarisverhoging zou ingaan, schriftelijk mededeling gedaan, onder vermelding van de redenen die tot de beslissing hebben geleid.

Artikel 4 Inpassing in hogere schaal

In aanvulling op het gestelde in artikel 3:6 van de CAR-UWO gelden de volgende bepalingen:

  • 1.

    Bij bevordering wordt het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op het naaste hogere bedrag in die schaal. Het verschil tussen het nieuwe salaris en het oude salaris van de medewerker moet daarbij tenminste 75% bedragen van het verschil tussen het bedrag dat de medewerker als laatste ontving en het naast hogere bedrag in die oude schaal. Er wordt uitgegaan van het naast lagere bedrag in die oude schaal, als de medewerker in de oude schaal al in de maximale trede was ingeschaald.

  • 2.

    Als de medewerker op hetzelfde moment zowel een bevordering als een periodieke verhoging ontvangt, wordt voor de bepaling van de nieuwe inschaling eerst de periodieke verhoging uitgevoerd en vervolgens de bevordering volgens lid 1 van dit artikel.

Hoofdstuk 3 Salaristoelagen

Artikel 5 Functioneringstoelage

In aanvulling op het gestelde in artikel 3:8 van de CAR-UWO geldt de volgende bepaling:

De beoordeling van meerdere jaren zeer goed of uitstekend functioneren en/of bijzondere prestaties leveren vindt plaats op grond van het bepaalde zoals vastgelegd in de regeling gesprekscyclus en in de richtlijnen flexibel belonen van De Fryske Marren.

Artikel 6 Toelage beschikbaarheidsdienst

In aanvulling op het gestelde in artikel 3:13 van de CAR-UWO gelden de volgende bepalingen:

  • 1.

    Er moet sprake zijn van vrij regelmatig beschikbaar zijn, wanneer deze diensten ten minste op gemiddeld 60 kalenderdagen in een periode van 12 maanden moeten worden verricht.

  • 2.

    De medewerker die onder de standaardregeling aangaande de werktijden valt en in het kader van de beschikbaarheidsdienst werkzaamheden verricht, komt voor de uren buiten het dagvenster in aanmerking voor een buitendagvenstertoelage zoals bepaald in 3:12 van de CAR-UWO.

  • 3.

    Verricht de in het voornoemde lid genoemde medewerker werkzaamheden op uren binnen het dagvenster dan dient hij die uren in overleg met zijn leidinggevende op een ander moment in tijd compenseren.

  • 4.

    De medewerker die onder de bijzondere regeling aangaande de werktijden regeling valt en in het kader van de beschikbaarheidsdienst werkzaamheden verricht, komt over deze uren in aanmerking voor een overwerkvergoeding zoals bedoeld in artikel 3.18 van de CAR-UWO.

Artikel 7 Inconveniëntentoelage

In aanvulling op het gestelde in artikel 3:14 van de CAR-UWO gelden de volgende bepalingen:

  • 1.

    Voor de aangewezen functies binnen team wijkbeheer, wijkoverschrijdend beheer en team diensten bedraagt de vuilwerktoelage € 65,-- bruto per maand. Dit is een vast bedrag en wordt niet geïndexeerd.

  • 2.

    De medewerker, die in het kader van gladheidsbestrijding wordt geconsigneerd, krijgt hiervoor een vergoeding.

  • 3.
    • a.

      De vergoeding voor de medewerkers die zich beschikbaar moeten houden als waker voor de gladheidbestrijding bedraagt netto per winterseizoen 17 % van het maximum maandsalaris van salarisschaal 6.

    • b.

      Voor de tijd die men kwijt is aan het controleren van de weersomstandigheden, middels het gladheid meldsysteem, wordt een netto bedrag van € 75,- toegekend.

  • 4.

    De vergoeding voor de medewerkers die zich beschikbaar moeten houden ten behoeve van de gladheidbestrijding bedraagt netto per winterseizoen 12 % van het maximum maandsalaris van salarisschaal 6.

  • 5.

    Voor het verrichten van werkzaamheden ten behoeve van de gladheidsbestrijding wordt voor overwerk het percentage betaald conform artikel 3:18 van de CAR/UWO.

  • 6.

    De toelage gladheidsbestrijding wordt na de winterperiode in het eerste halfjaar uitbetaald.

Artikel 8 Afbouwtoelage

In aanvulling op het gestelde in artikel 3:16 van de CAR-UWO geldt de volgende bepaling:

De medewerker van wie buiten zijn toedoen, de seniortoelage blijvend wordt verlaagd of beëindigd, heeft recht op een afbouwtoelage zoals genoemd in artikel 3:16 van de CAR-UWO.

Hoofdstuk 4 Overige vergoedingen en uitkeringen

Artikel 9 Vergoeding BHV, EHBO en interventieteam

In aanvulling op het gestelde in artikel 3:17 van de CAR-UWO gelden de volgende bepalingen:

  • 1.

    De medewerker die belast is met BHV-taken ontvangt de vergoeding indien de medewerker beschikt over een geldig BHV-diploma.

  • 2.

    De vergoeding vervalt indien:

    • a.

      de medewerker zich niet langer beschikbaar stelt voor BHV-taken;

    • b.

      het BHV-diploma is verlopen en niet tijdig is verlengd.

Artikel 10 Beloning uitstekend functioneren en/of bijzondere prestaties

In aanvulling op het gestelde in artikel 3:20 van de CAR-UWO geldt de volgende bepaling:

De beoordeling voor uitstekend functioneren en/of geleverde bijzondere prestaties vindt plaats op grond van het bepaalde zoals vastgelegd in de regeling gesprekscyclus en in de richtlijnen flexibel belonen van De Fryske Marren.

Artikel 11 Reis- en verblijfskostenvergoeding

In aanvulling op het bepaalde in artikel 3:21 van de CAR-UWO gelden de volgende bepalingen:

  • 1.

    De medewerker die voor een dienstreis gebruikt moet maken van zijn eigen motorvoertuig komt in aanmerking voor een netto vergoeding van € 0,28 per kilometer en voor een bruto vergoeding van de gemaakte parkeerkosten.

  • 2.

    De medewerker declareert de daadwerkelijk gereden kilometers van de dienstreis op basis van de ANWB-routeplanner (van postcode naar postcode).

  • 3.

    De medewerker die een dienstreis maakt komt in aanmerking voor een vergoeding van de gemaakte verblijfskosten. Daarbij dient het reisbesluit Binnenland als richtlijn, maar niet als maximum te worden gehanteerd.

Artikel 12 Reiskostenvergoeding woon-werkverkeer

In aanvulling op het bepaalde in artikel 3:22 van de CAR-UWO gelden de volgende bepalingen:

  • 1.

    Buitendienstmedewerkers die na 1 januari 2015, als gevolg van de reorganisatie, meer kilometers moeten afleggen tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling (Joure, Lemmer en Balk), dan op 31 december 2014 het geval was, komen in aanmerking voor een vergoeding van maximaal 3 jaar. De reiskostenvergoeding voor elke meerkilometer komt uiterlijk op 1 januari 2019 te vervallen.

  • 2.

    Medewerkers die in opdracht van hun direct leidinggevende een andere plaats van tewerkstelling krijgen én daardoor meer kilometers maken tussen woon- werkverkeer, komen voor de duur van één jaar in aanmerking voor een vergoeding voor elke meerkilometer.

  • 3.

    De onder lid 1 en 2 genoemde vergoeding is € 0,19 per kilometer voor elke meerkilometer, enkele reis, die de medewerker moet afleggen.

  • 4.

    Tijdelijke medewerkers ontvangen een reiskostenvergoeding van € 0,19 per kilometer.

Hoofdstuk 5 Uitzondering op de regel

Artikel 13 Seniortoelage

  • 1.

    De medewerker die naast de werkzaamheden behorende bij zijn eigen functie extra seniortaken verricht wordt aangewezen als seniormedewerker en komt in aanmerking voor een aangepaste inschaling.

  • 2.

    De aangepaste inschaling bestaat uit:

    • a.

      Huidige salaris van medewerker x 5%.

    • b.

      Wanneer het bedrag, zoals bedoeld onder a, niet voorkomt in de salarisschaal van de medewerker wordt het naast hogere bedrag genomen in dezelfde schaal.

  • 3.

    De 75% rekenmethode zoals genoemd bij artikel 6, lid 1 is niet van toepassing.

  • 4.

    Wanneer de medewerker bij aanvang van zijn seniortaken is ingeschaald op het maximum van zijn schaal vindt de aangepaste inschaling plaats in de naast hogere schaal.

  • 5.

    Omdat de aangepaste inschaling is gekoppeld aan het vervullen van de seniortaken komt de aangepaste inschaling te vervallen en kan -als voldaan wordt aan de voorwaarden zoals gesteld in artikel 3:16 van de CAR-UWO een afbouwtoelage worden toegekend.

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 14 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan de werkgever een bijzondere voorziening treffen.

Artikel 15 Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als de “Uitvoeringsregeling beloningsbeleid gemeente De Fryske Marren” en treedt in werking met terugwerkende kracht tot 1 januari 2016. Vanaf de inwerkingtredingsdatum van deze regeling vervalt de “Uitvoeringsregeling beloningsbeleid gemeente De Fryske Marren” d.d. 9 februari 2016.

Joure, 20 februari 2017.

Burgemeester en wethouders van De Fryske Marren,

de secretaris, de burgemeester,

L.Maarleveld. F. Veenstra.