Organisatie | Urk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening beheer gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Urk 2017 |
Citeertitel | Verordening beheer gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Urk 2017 |
Vastgesteld door | Gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | begraafplaatsen |
Geen.
Wet op de lijkbezorging, artikel 35
1.Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-03-2017 | 14-07-2017 | Nieuwe regeling | 16-02-2017 Het Urkerland | 2017.00870 | |
01-03-2017 | Nieuwe regeling | 16-02-2017 Het Urkerland | 2017.00870 |
HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. begraafplaatsen: de gemeentelijke begraafplaatsen “Oude Kerkhof, Top (Holkenkamp) en De Vormt”;
b. graf: een zandgraf of keldergraf of urnengraf;
c.grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet; grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand;
d.kindergraf: een particulier graf waarin geen andere lijken worden begraven dan die van kinderen beneden de leeftijd van 12 jaar;
e.asbus: een bus ter berging van as van een overledene;
f.urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;
g. particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:
1.het doen begraven en begraven houden van lijken;
2.het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;
h.algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;
i.familiegraf: een particulier graf op een bestaande grafplek dat na herinrichting opnieuw wordt uitgegeven aan de voormalige rechthebbende of een familielid;
j.particuliere gedenkplaats: een plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend voor het plaatsen van een gedenkteken of monument om overledenen te gedenken (zonder begrafenis of asbestemming);
k.verstrooiingsplaats: een permanent daartoe bestemd terrein waarop as wordt verstrooid;
l.grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf of gedenkplaats;
m.beheerder: de ambtenaar die in opdracht van het college belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaatsen of degene die hem vervangt;
n.aanvrager: de persoon of rechtspersoon die – al dan niet door tussenkomst van een uitvaartondernemer – opdracht geeft voor een begrafenis, bijzetting, herdenkingsplechtigheid of asverstrooiing en hiervoor de betalingsplichtige is. Tevens de persoon of rechtspersoon die de uitgifte van een graf, urnenplaats of gedenkplaats verzoekt en hiervoor de betalingsplichtige is;
o.rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier graf, een particulier urnengraf of een particuliere gedenkplaats, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;
p.gebruiker: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf is verleend, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;
q.eigenaar: de natuurlijke persoon of een rechtspersoon die de grafbedekking op een graf in eigendom heeft;
r.grafrecht: het uitsluitend recht op het begraven en begraven houden in een particulier graf, particulier kindergraf of recht tot het doen bijzetten en bijgezet houden in een particulier urnengraf (met of zonder urnenkelder) of het recht tot het oprichten van een particuliere gedenkplek;
s.college: het college van burgemeester en wethouders van Urk;
t.wet: de Wet op de lijkbezorging en de daaruit voortvloeiende regelgeving;
u.grafakte: de beschikking in de zin van de Algemene wet bestuursrecht waarin overeenkomstig de bepalingen van deze verordening door het college een grafrecht wordt verleend;
v.reservering: het vastleggen van toekomstige gebruiksrechten van een bestaand graf waarvan de grafrechten verlopen zijn.
Artikel 2 Uitbreiding begrip particulier graf
Voor de toepassing van het bij of krachtend deze verordening bepaalde worrdt, voor zover van belang onder 'particulier graf'mede verstaan: particulier urnengraf, particulier keldergraf en particuliere gedenkplaats.
HOOFDSTUK 2 OPENSTELLING, ORDE EN RUST OP DE BEGRAAFPLAATS
Het is verboden met motorrijtuigen op de begraafplaatsen te rijden:
a.anders dan door uitvaartondernemers, medewerkers van de begraafplaatsen, steenhouwers, hoveniers en daarmee gelijk te stellen personen (na toestemming van de beheerder);
b.elders dan op de daartoe aangewezen rijwegen; Motorrijtuigen zijn buiten de rijwegen (slechts) toegestaan voor begrafenissen of voor het vervoer van materialen;
Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats kunnen slechts plaatsvinden nadat deze ten minste zes werkdagen tevoren zijn gemeld aan de beheerder. Datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop deze zal plaatsvinden worden in overleg met de aanvrager door de beheerder vastgesteld.
Artikel 7 Opgravingen en herinrichtingen van graven
Bij het opgraven van lijken en de herinrichting van graven middels schuddenof het verzamelen van stoffelijke resten en overbrenging naar een verzamelgraf zijn geen andere personen aanwezig dan degenen die door de beheerder met deze werkzaamheden zijn belast.
HOOFDSTUK 3 VOORSCHRIFTEN VOOR LIJKBEZORGING
Artikel 8 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf
Degene die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur 2 werkdagen voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.
De beheerder dient zo spoedig mogelijk na overlijden geraadpleegd te worden voor de definitieve vaststelling van het tijdstip van begraving.
Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaatsen op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.
Artikel 9 Lijkomhulsel en grafgiften
Rechthebbenden of gebruikers leveren, gebruiken en accepteren uitsluitend lijkomhulsels, die voldoen aan de in of krachtens de wet dan wel op basis van publiekrechtelijke verordeningen, privaatrechtelijke reglementen of algemene voorwaarden gestelde regels ten aanzien van de doorlaatbaarheid van vloeistoffen en gassen, mechanische eigenschappen, vorm en biologische afbreekbaarheid. Genoemde regels zijn vastgesteld in het Besluit op de lijkbezorging (2013) en de Technische adviezen voor inrichting begraafplaatsen, graven en asverstrooiing (2014).
Artikel 10 Over te leggenstukken
Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende.
HOOFDSTUK 4 INDELING EN UITGIFTE VAN DE GRAVEN
Artikel 13 Keldergraven en grafkelders
Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken en hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in de particuliere graven en hoeveel bijzettingen van as er in de particuliere urnengraven kunnen plaatshebben. Het college bepaalt tevens de afmetingen van de particuliere graven.
Het college kan bij nader vast te stellen regels de algemene en particuliere graven onderverdelen in categorieën. Het college bepaalt voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte.
Artikel 16 Termijnen particuliere en algemene graven
Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaatsen dat toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van 30 jaar recht op een particulier zandgraf of familiegraf. De termijn start op de datum waarop het particuliere graf wordt uitgegeven.
Vergunning voor een reeds bestaande grafkelder kan worden gewijzigd of ingetrokken indien:
a. de duurzaamheid van de gebruikte materialen onvoldoende is;
b. de fundering en constructie onvoldoende veilig;
c. ter verkrijging van de vergunning onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;
d. de aan de vergunning verbonden voorschriften niet worden nagekomen;
e. van de vergunning geen gebruik gemaakt wordt binnen de daarin gestelde termijn;
f. de houder van de vergunning dit verzoekt;
g. het college om redenen van beheer technische aard dit wenselijk of noodzakelijk acht.
Artikel 18 Overschrijving van verleende rechten
Na het overlijden van de rechthebbende kan het recht op het particuliere graf worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon, indien de aanvraag daartoe wordt gedaan binnen zes maanden na het overlijden van de rechthebbende. Indien de overleden rechthebbende in het graf dient te worden begraven, of indien de asbus met zijn resten in het graf dient te worden bijgezet, dient het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand te worden gedaan.
Artikel 19 Vervallen grafrechten
Het college kan de grafrechten vervallen verklaren:
a. indien de betaling van de rechten ten behoeve van de vestiging of een verlenging van het grafrecht -ondanks een aanmaning- niet binnen drie maanden na aanvang van die termijn is geschied;
b. indien de rechthebbende -ondanks een aanmaning- in verzuim blijft een op grond van deze verordening op hem rustende verplichting na te komen of daarmee in strijd handelt;
c. indien de rechthebbende van een particulier graf is overleden en het recht niet binnen de in artikel 18, lid 3, (Overschrijving van verleende rechten en gebruiken) gestelde termijn is overgeschreven;
d. indien de rechthebbende –ondanks een aanmaning- niet binnen een jaar overgaat tot herstel van een graf dat in verval is.
Onder in verval zijnde graven wordt verstaan:
b. een verzakking van het monument van meer dan 10 cm;
c. het onleesbaar afgesleten zijn van teksten;
d. beplanting buiten de toegestane afmetingen (groeiend boven de toegestane hoogte en buiten de grafafmeting);
e. omgevallen monumenten, dan wel monumenten die (deels) beschadigd zijn geraakt;
f. graven die een risico vormen voor de veiligheid van medewerkers en bezoekers van de gedenkparken (ondeugdelijke constructies volgens huidige richtlijnen).
Artikel 20 Afstand doen van graven
Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het particuliere graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doet het college schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.
HOOFDSTUK 5 GRAFBEDEKKINGEN EN GEDENKTEKENS
Artikel 21 Vergunning grafbedekking en gedenktekens
Het college kan de vergunning weigeren indien:
a.niet voldaan wordt aan de vastgestelde nadere regels, genoemd in het derde lid;
b.de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;
c.de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;
d.de constructie van de grafbedekking of het gedenkteken ondeugdelijk is;
e.de grafbedekking of het opschrift aanstootgevend is;
f. niet aan de financiële verplichtingen behorend bij de uitgifte van een graf is voldaan.
Zolang het graf niet geruimd mag worden, blijft de rechthebbende of de gebruiker het eigendom houden van de in artikel 21 (Vergunning grafbedekking) bedoelde grafbedekking en gedenkteken, maar ook van beplantingen en andere voorwerpen. Al hetgeen wat op het graf geplaatst is, wordt geacht voor rekening en risico van de rechthebbende van een particulier graf of de gebruiker van een algemeen graf te zijn aangebracht.
Artikel 23 Onderhoud door gemeente
De beheerder van de begraafplaatsen is gerechtigd om ten alle tijden, zonder toestemming van de eigenaar van de grafbedekking, overhangend groen van graven en beplanting die buiten en boven de toegestane maximale hoogte uitreikt, te snoeien of te verwijderen, zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding.
Artikel 24 Onderhoud door rechthebbende of gebruiker
Indien de rechthebbende of de gebruiker nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende dertien weken ter beschikking van de rechthebbende of de gebruiker en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.
De verwijdering vindt niet plaats dan nadat het college de rechthebbende of de gebruiker door middel van een verklaring schriftelijk op de hoogte heeft gesteld van de toestand van de grafbedekking. Wanneer het adres van de rechthebbende of de gebruiker niet bekend is maakt het college de verklaring bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.
Het college kan de rechthebbende of de gebruiker per aanschrijving verplichten een beschadiging en/of verzakking aan de grafbedekking te herstellen binnen de door het college gestelde termijn indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar op levert voor derden.
Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende twaalf weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende of, wanneer deze het een algemeen graf betreft van de gebruiker, indien deze daartoe tevoren een aanvraag heeft ingediend bij de beheerder.
Artikel 26 Tijdelijke verwijdering grafbedekking
Een rechthebbende en eigenaar van een grafbedekking is verplicht te gedogen dat de op een graf aanwezige gedenktekens, beplanting en voorwerpen vanwege de gemeente tijdelijk geheel of gedeeltelijk worden verwijderd en herplaatst, indien dit voor een begraving of bijzetting in de nabijheid van het graf of om een andere reden nodig is.
Artikel 27 Verwijdering grafbedekking na verstrijken van de termijn
Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking maakt de beheerder (namens het college) ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd per brief aan de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, aan de gebruiker bekend. Wanneer het adres van de rechthebbende of gebruiker niet bekend is, maakt het college het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip van verwijdering door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend.
HOOFDSTUK 6 HERINRICHTING VAN GRAVEN EN URNENGRAVEN
Artikel 29 Herinrichting, bezorging van overblijfselen en as
Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf verwijderd zal worden per brief aan de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, aan de belanghebbende (gebruiker) bekend gemaakt. Wanneer het adres van de rechthebbende of belanghebbende niet bekend is maakt het college het voornemen tot ruiming van het graf gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip van verwijdering door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend.
Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij de herinrichting van het graf de menselijke resten, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor crematie of voor herbegraving elders.
De rechthebbende op een particulier graf kan na afloop van de wettelijke grafrusttermijn bij de beheerder een aanvraag indienen om de menselijke resten te doen verzamelen om deze te cremeren of elders opnieuw te doen begraven. De rechthebbende op een particulier urnengraf kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.
Het op verzoek van de rechthebbenden herinrichten van particuliere (kelder)graven tot familiegraven is niet mogelijk. Herinrichting van bestaande graven tot familiegraven is alleen mogelijk na afloop van het grafrecht of na afstand van het grafrecht en geschiedt op initiatief van de gemeente. Voormalige rechthebbenden en hun familieleden kunnen na herinrichting een verzoek indienen voor een nieuw grafrecht.
HOOFDSTUK 8 INRICHTING REGISTER
De administratie bevat gegevens van alle rechthebbenden en gebruikers van de graven en urnenplaatsen, met hun namen en adressen en aantekening van hun relatie tot de overledene. Dit register is niet openbaar doch de gegevens van rechthebbenden en gebruikers kunnen worden verstrekt aan derden, indien deze schade leiden door of als gevolg van de grafbedekking op de graven, urnenplaatsen of gedenkplaatsen van die rechthebbenden en gebruikers.
Artikel 32 Intrekking oude regeling
De verordening op het beheer van de Algemene begraafplaatsen in de gemeente Urk vastgesteld op 16 augustus 1973 en in werking tredend op 1 oktober 1973, wordt ingetrokken met inbegrip van de wijziging Verordening op het beheer van de Algemene begraafplaatsen in de gemeente Urk vastgesteld op 22 november 1973 en de wijziging Verordening op het beheer van de Algemene begraafplaatsen in de gemeente Urk vastgesteld op 21 april 1983.
Alle oude verordeningen blijven van toepassing op verleende grafrechten. Grafrechten die in het verleden zijn verleend, vallen onder de verplichtingen, vereisten en bepalingen uit de verordening die van kracht was ten tijde van de uitgifte van het recht tenzij deze inmiddels in strijd zijn met de wet.
Overtreding van enige bepaling van deze verordening of van een krachtens enige bepaling van deze verordening gegeven voorschrift wordt, voor zover niet reeds bij of krachtens de wet strafbaar gesteld, gestraft met een geldboete van de eerste categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.