Organisatie | Schiedam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Schiedam houdende regels omtrent financiën Financiële verordening gemeente Schiedam 2017 |
Citeertitel | Financiële verordening gemeente Schiedam 2017 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Toelichting |
Deze regeling vervangt de Financiële verordening gemeente Schiedam 2009.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-02-2017 | 01-01-2017 | nieuwe regeling | 31-01-2017 | 17VR089 |
In deze verordening wordt aanvullend op de definities in het BBV verstaan onder:
Rechtmatigheid: het overeenstemmen van het tot stand komen van de (financiële) beheershandelingen van baten en lasten alsmede de balansmutaties en de vastlegging daarvan, met de door de raad in het normenkader c.q. toetsingskader vastgestelde wetgeving en (externe en interne) regelgeving, zoals bedoeld in het Besluit accountantscontrole decentrale overheden.
Artikel 2. Planning en controlcyclus
Voor aanvang van een begrotingsjaar biedt het college een overzicht aan met daarin in elk geval de data voor het aanbieden door het college en het vaststellen door de raad van de producten uit de planning en controlcyclus:
De raad stelt op voorstel van het college naast de op grond van het BBV verplichte kengetallen en beleidsindicatoren, per programma relevante indicatoren vast voor het meten van en het afleggen van verantwoording over de gemeentelijke productie van goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van het gemeentelijke beleid.
Artikel 4. Kaders begroting en jaarstukken
Het college biedt jaarlijks uiterlijk voor behandeling door de raad in de maand juli ter vaststelling aan de zomernota met een voorstel voor het beleid, de prioriteiten in de programma’s en de financiële kaders van de begroting voor het volgende begrotingsjaar en de meerjarenbegroting. In de nota wordt inzicht gegeven in de ontwikkeling van het voorzieningenniveau en de financiële positie. Dit inzicht betreft in ieder geval de netto schuldquote en de solvabiliteitsratio op basis van een meerjarige balansprognose. Bij de vaststelling van de nota worden de omvang van de voorgenomen investeringen en de financieringsbehoefte bepaald.
Artikel 5. Uitvoering en autorisatie begroting, begrotingswijzigingen en investeringskredieten
Voor investeringen in de loop van het begrotingsjaar die niet in de begroting zijn opgenomen, legt het college voorafgaand aan het aangaan van verplichtingen een raadsvoorstel met financiële dekking voor aan de raad. In het voorstel wordt tevens inzicht gegeven in het effect op de solvabiliteitsratio en de netto-schuldquote wanneer het investeringskrediet hoger is dan € 3 miljoen.
Ten behoeve van een soepele voortgang in de bedrijfsvoering en/of besluitvormingstrajecten kan het college in afwijking van de begroting uitgaven doen en inkomsten verantwoorden zonder voorafgaande autorisatie van de raad en vindt autorisatie achteraf mits dit plaats vindt plaats binnen de in lid 6 genoemde grenzen en voorwaarden.
De raad stelt de volgende grenzen en voorwaarden ten aanzien waarvan het college bevoegd is te besluiten om af te wijken van de begroting zoals bedoeld in lid 4 en uitgaven te doen en inkomsten te verantwoorden.
De afwijkingen worden per programma gemeld in het eerstvolgende planning en controldocument waarmee autorisatie en begrotingswijziging plaats kan vinden.
Artikel 6. Tussentijdse rapportage en informatie
Het college rapporteert in de loop van het begrotingsjaar de raad door middel van één beleidsrijke bestuurlijke rapportage over de verwachte realisatie en effecten van de uitvoering van het beleid en de begroting. Gerapporteerd wordt over de afwijkingen van het beleid zoals dat is vastgelegd in de begroting. De periode waarover gerapporteerd wordt alsmede wanneer deze aan de raad wordt aangeboden, wordt opgenomen in het overzicht als bedoeld in artikel 2.
Artikel 7. Waardering & afschrijving vaste activa
Het college biedt periodiek de raad ter vaststelling aan een beleidsnota over investeringen in vaste activa en over de wijze waarop deze worden gewaardeerd en afgeschreven. [Nota investeren, waarderen en afschrijven 2014].
Artikel 8. Reserves, voorzieningen en weerstandsvermogen
Voor de bepaling van de hoogte van de risicodeel van de algemene reserve wordt vanaf de begroting 2017 de factor van 1,4 stapsgewijs in vijf jaar afgebouwd naar 1,2 en de vaste buffer van € 10 miljoen in 5 jaar afgebouwd met jaarlijks een bedrag van € 1 miljoen naar een vaste buffer van € 5 miljoen.
In de jaarstukken wordt jaarlijks de geactualiseerde stand van zaken voor de reserves en voorzieningen gemeld. De mutaties van de reserves in de jaarrekening vinden plaats tot het maximum waarvoor deze geautoriseerd zijn in de begroting behoudens ingeval het een systeemreserve betreft. Blijken de werkelijke lasten/baten die aan een reserve zijn gekoppeld in een boekjaar hoger of lager te zijn, dan wordt het werkelijke bedrag gemuteerd. De rapporteergrenzen van artikel 5 lid 7 zijn van toepassing.
Artikel 9. Kostprijsberekening en tarieven
Voor de in lid 1 bedoelde bepaling geldt als uitgangspunt voor de te hanteren tarieven dat deze kostendekkend zijn en/of marktconform. Dit laatste geldt niet voor tarieven van bepaalde economische activiteiten van de gemeente die door de raad zijn aangewezen als van algemeen belang. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten alleen die indirecte kosten betrokken, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente geleverde goederen, werken en diensten.
Artikel 11. Financieringsfunctie
Het college stelt regels op ter uitvoering van het gestelde onder het eerste en tweede lid. Het college legt deze regels, alsmede de regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening vast in een Treasurystatuut. Het college zendt het Treasurystatuut na vaststelling ter kennisgeving aan de raad. [ Treasurystatuut 2011].
4 Financieel beheer en interne controle
De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:
Het college zorgt voor een adequaat debiteurenbeheer waaronder toereikende invordering en een voorziening voor oninbaarheid.
Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening en de rechtmatigheid van de
baten en lasten en de balansmutaties voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking, en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.