Organisatie | Schiedam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel van de burgemeester van de gemeente Schiedam houdende regels voor overlastgevende personen Beleidsregels overlastgevende personen Schiedam 2017 |
Citeertitel | Beleidsregels overlastgevende personen Schiedam 2017 |
Vastgesteld door | burgemeester |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-02-2017 | nieuwe regeling | 13-02-2017 | . |
in de gemeente Schiedam overlast plaatsvindt van personen die de openbare orde verstoren en/of zich schuldig maken aan criminaliteit;
het gedrag van deze personen onder meer bestaat uit: samenscholing, intimiderend groepsgedrag, handel in drugs, openlijk drugsgebruik, openlijk drankgebruik, geweldpleging, doelloos ophouden in portieken van woningen en/of winkels, belemmering van de vrije doorgang, schreeuwen, urineren, onvoorspelbare agressiviteit en het anderszins lastig vallen van inwoners of bezoekers;
dit gedrag bij bewoners en bezoekers reële en concrete gevoelens van onveiligheid teweeg brengt en naar het zich laat aanzien niet laat veranderen door middel van strafrechtelijk optreden door de politie en de gemeentelijke toezichthouders;
onder andere een gebiedsontzegging een maatregel is om de openbare orde te handhaven, de criminaliteit en overlast terug te dringen en bewoners hun gevoel van veiligheid terug te geven;
de burgemeester op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening (verder: APV)bevoegd is om aan overlastgevende personen een verblijfsverbod op te leggen;
per 1 september 2010 de Wet Maatregelen bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast in werking is getreden op grond waarvan het mogelijk is om met een gebiedsverbod, een groepsverbod en een meldingsplicht op te treden tegen (ernstige) verstoringen van de openbare orde;
per 1 juli 2015 een wetswijziging heeft plaatsgevonden van de Wet Maatregelen bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast en de mogelijkheden tot het opleggen van een gebiedsverbod, groepsverbod en meldingsplicht zijn uitgebreid;
als gevolg van de wetswijziging en de mogelijke samenloop met de verblijfsverboden uit de APV en de maatregelen uit de Wet Maatregelen bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast, een integraal afwegingskader gewenst is omtrent de toepassing van deze maatregelen;
Gelet op het bepaalde in artikel 2:77a van de APV en de artikelen 172a en b van de Gemeentewet:
Ter uitvoering van het bepaalde in artikel 2:77a van de APV Schiedam 2013 en de artikelen 172a en b van de Gemeentewet beleidsregels vast te stellen als de “ Beleidsregels overlastgevende personen 2017”
Verblijfsverbod gedurende 72 uur
Indien ten aanzien van een persoon die een waarschuwing heeft ontvangen zoals vermeld in punt 3, andermaal een strafbaar feit en/of openbare orde verstorende handeling wordt geconstateerd, wordt een verbod opgelegd om zich gedurende 72 uur te bevinden op in dat verbod aangewezen plaatsen, waar of in de nabijheid waarvan het strafbaar feit en/of de openbare orde verstorende handeling heeft plaatsgevonden.
Verblijfsverbod gedurende ten hoogste 8 weken
Aan een persoon die zich binnen 6 maanden na het opleggen van een gebiedsontzegging in hetzelfde gebied opnieuw schuldig maakt aan een strafbaar feit en/of openbare orde verstorende handeling, wordt een verbod opgelegd, om zich gedurende het in bijlage 2 behorende bij deze beleidsregels genoemde tijdvak te bevinden op in dat verbod aangewezen plaatsen, waar of in de nabijheid waarvan het strafbaar feit en/of de openbare orde verstorende handeling heeft plaatsgevonden.
Uitzonderingsgrond verblijfsverbod
Indien de betrokkene kan aantonen dat hij een zwaarwegend belang heeft om zich op een bepaalde plaats in het gebied op te houden, dan wordt in de gebiedsontzegging een looproute opgenomen. Het is de betrokkene in dat geval slechts toegestaan om de desbetreffende locatie via de aangegeven looproute te bereiken.
II. Gebiedsverbod (wet Maatregelen bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast)
Het gebiedsverbod wordt in beginsel opgelegd voor het gebied waar de overlast heeft plaatsgevonden. Indien het, gelet op de druk op de openbare orde in een bepaald gebied noodzakelijk wordt geacht, kan ook dat gebied worden aangewezen. Indien de betrokkene kan aantonen dat hij een zwaarwegend belang heeft om zich op een bepaalde plaats in het gebied op te houden, dan wordt in de gebiedsontzegging een looproute opgenomen.
III. Groepsverbod (Wet Maatregelen bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast)
V. Begeleidingsverplichting ten aanzien van 12-minners (Wet Maatregelen bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast)
Een persoon die het gezag uitoefent over een minderjarige die ernstig of herhaaldelijk in groepsverband de openbare orde heeft verstoord en de leeftijd van twaalf jaren nog niet heeft bereikt, kan bij ernstige vrees voor verdere verstoring van de openbare orde het bevel van de burgemeester krijgen gedurende een periode van drie maanden ervoor te zorgen dat de minderjarige zich tussen 20:00 ’s avonds en 06:00 ’s ochtends niet bevindt op voor het publiek toegankelijke plaatsen. Dit tenzij de minderjarige wordt begeleid door een persoon die het gezag over hem uitoefent of door een andere in het bevel aangewezen meerderjarige.
Indien dit gelet op de concrete situatie noodzakelijk wordt geacht wordt de begeleidingsplicht uitgebreid met het bevel dat de minderjarige zich in een aangewezen gebied niet zonder begeleiding mag begeven. De burgemeester neemt in zijn afweging het belang van een (lopend of op te starten) hulpverleningstraject mee.
De maatregel is altijd onderdeel van een geïntegreerde, persoonsgebonden aanpak. De maatregel wordt alleen ingezet als de persoonsgerichte aanpak, met minder vergaande middelen, niet tot een vermindering van het overlastgevend gedrag van de persoon leidt. Naast de inzet van deze maatregel wordt een hulpverleningstraject aangeboden of wordt onderzocht of dit nodig is.
Bij de 1e constatering: 72 uur
Bij de 2e constatering binnen een periode van 6 maanden: twee weken
Bij de 3e constatering binnen een nieuwe periode van 6 maanden na een eerdere gebiedsontzegging: zes weken
Bij de 4e constatering binnen een nieuwe periode van 6 maanden na een eerdere gebiedsontzegging: acht weken