Organisatie | Krimpenerwaard |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Burgerinitiatief gemeente Krimpenerwaard 2016 |
Citeertitel | Verordening Burgerinitiatief gemeente Krimpenerwaard 2016 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Art. 149 Gemeentewet
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-02-2017 | Nieuwe regeling | 31-01-2017 | ZK16008489/ 16-0040545 |
Artikel 3 Initiatiefgerechtigden
Initiatiefgerechtigden zijn alle stemgerechtigde ingezetenen die kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing va de leden van de raad, alsmede ingezetenen van de gemeente van veertien jaar en ouder, die met uitzondering van hun leeftijd, voldoen aan de vereisten voor het kiesrecht voor de leden van de gemeenteraad.
Een burgerinitiatief over een onderwerp of voorstel dat niet behoort tot de bevoegd-heid van de raad, maar wel valt onder de bevoegdheid van het gemeentebestuur, zal door de raad, eventueel vergezeld van zijn advies, worden doorgezonden naar het college of naar de burgemeester in de hoedanigheid van portefeuillehouder.
Indien de raad het burgerinitiatief in behandeling neemt, stelt hij tegelijkertijd vast of gebruik wordt gemaakt van één van de mogelijkheden genoemd in het derde en het vierde lid van dit artikel. Tevens wordt vastgesteld in welke raadsvergadering besluitvorming over het burgerinitiatief zal plaatsvinden.
Artikel 8 Toelichting/deelname aan beraadslaging in raad
Het burgerinitiatief wordt, nadat het college schriftelijk wensen of bedenkingen ter kennis van de raad heeft gebracht of kenbaar heeft gemaakt hiertoe niet te zullen overgaan, dan wel nadat de in het tweede lid gestelde termijn is verlopen, op de agenda van de eerstvolgende raadsvergadering geplaatst, tenzij de schriftelijke oproep hiervoor reeds verzonden is. In dat geval wordt het voorstel op de agenda van de daaropvolgende raadsvergadering geplaatst.
Artikel 9 In kennis stelling van besluitvorming
De raad stelt de vertegenwoordigers bedoeld in artikel 5, lid 6, binnen twee weken na de datum van de raadsvergadering, waarin besluitvorming over het burgerinitiatief heeft plaatsgevonden, schriftelijk in kennis van zijn besluit. Indien de raad geheel of gedeeltelijk afwijkt van het burgerinitiatief, geeft hij de redenen daarvoor aan.
Indien de raad geheel of gedeeltelijk overeenkomstig het burgerinitiatief besluit, deelt het college de vertegenwoordigers binnen twee weken na de raadsvergadering als bedoeld in het eerste lid van dit artikel mede wanneer met de uitvoering van het raadsbesluit zal worden gestart, bij welke medewerker van de gemeente Krimpenerwaard de vertegenwoordigers nadere inlichtingen kunnen inwinnen en wat de duur van de uitvoering zal zijn.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Krimpenerwaard, gehouden op 31 januari 2017.
de griffier, drs. K.E. Driehuijs
de voorzitter,mr. R.S. Cazemier
Bijlage A. Verzoek burgerinitiatiefvoorstel
Ondergetekende verzoekt hierbij het volgende voorstel op de agenda van de gemeenteraad te plaatsen:
Initiatiefnemer/Vertegenwoordiger
Voornaam (voluit): ......................................................................................................................
Achternaam (voluit): ......................................................................................................................
Geboortedatum: .......................................................................................................................
Adres: ..............................................................................................................
Postcode: ................................... Woonplaats: ................................…........
Initiatiefnemer II (indien van toepassing):
Naam (voluit): ......................................................................................................................
Geboortedatum: .......................................................................................................................
Adres: .......................................................................................................................
Postcode: ................................... Woonplaats: ................................…........
Initiatiefnemer III (indien van toepassing):
Naam (voluit): ......................................................................................................................
Geboortedatum: ..................................................................................................................
Adres: .......................................................................................................................
Postcode: ................................... Woonplaats: ................................…........
Het verzoek gaat vergezeld van een lijst met de namen, adressen, geboortedata en handtekeningen van …. ondersteuningsgerechtigden die het verzoek steunen.
Iedere ingezetene van Krimpenerwaard van veertien jaar en ouder kan een burgerinitiatief indienen.
Het zogenaamde burgerinitiatiefvoorstel moet worden ondersteund door ten minste …… ingezetenen van 14 jaar en ouder. Hiervoor is een formulier vastgesteld.
Het burgerinitiatief bevat een voorstel aan de raad voor een door de raad te nemen besluit, voorzien van een motivering. Als uit de realisering van het burgerinitiatief kosten voortvloeien, wordt daarvan een globale raming gegeven.
Een burgerinitiatief gaat niet over:
Bijlage B. Ondersteuningsverklaringen burgerinitiatiefvoorstel
Ondergetekenden verklaren hierbij het verzoek tot het plaatsen van het volgende onderwerp/voorstel op de agenda van de gemeenteraad te ondersteunen:
...............................................................................................................
Boven aan de lijst dient het voorstel/onderwerp van het burgerinitiatief dat wordt ondersteund te worden opgenomen in dezelfde bewoordingen als op het verzoek tot indiening van een initiatiefvoorstel. Indien meer dan één vel nodig is voor gegevens van ondersteuners van het burgerinitiatief dient boven aan elk vel het voorstel/onderwerp te worden herhaald in dezelfde bewoordingen.
Het burgerinitiatief is bedoeld als verbindingsschakel tussen de representatieve en de participatieve democratie. De directe invloed van burgers versterkt de (legitimiteit van de) besluitvorming in de raad. Het burgerinitiatief is één van de mogelijkheden om participatie van burgers bij de beleidsvorming en besluitvorming door de gemeenteraad te stimuleren. Het burgerinitiatief geeft burgers een extra kanaal om de representatieve democratie te beïnvloeden.
Het burgerinitiatief is een uitgewerkte vorm van het petitierecht 1 . Het verschilt ervan doordat de raad zich verplicht door burgers, procedureel correct, ingediende onderwerpen of voorstellen op zijn agenda te zetten en te behandelen. Het burgerinitiatief kan op die manier de participatie en betrokkenheid van burgers vergroten en geeft hen de mogelijkheid direct invloed uit te oefenen op de politieke agenda. Onderwerpen die de gemeenteraad naar hun idee zou moeten agenderen, maar die door de raad (nog) niet zijn opgepakt, kunnen met inachtneming van bepaalde voorwaarden op de raadsagenda worden geplaatst. Natuurlijk hebben burgers ook andere mogelijkheden om te participeren in politieke besluitvormingsprocessen, zoals inspraak of interactieve beleidsvorming.
Inspraak wil zeggen dat de politiek een (concept)voorstel doet, waarna burgers hun mening over dat voorstel kunnen geven. Interactief beleid houdt in dat de politiek burgers in een vroeg stadium vraagt mee te denken over een onderwerp. Idealiter speelt de mening van de burgers een belangrijke rol in het uiteindelijke besluit of beleid. Zowel inspraak als inter-actief beleid is bedoeld om het draagvlak voor beleid te vergroten. In beide gevallen ligt het initiatief om de burger bij het beleid te betrekken bij de politiek. Het burgerinitiatief legt het initiatief echter bij de burger zelf.
Het burgerinitiatief is een instrument voor burgers om een nieuw onderwerp of voorstel op de agenda van de raad te plaatsen. De raad moet vervolgens over dit punt beraadslagen, mits aan de gestelde voorwaarden is voldaan.
In drie van de voormalige gemeenten was een ‘Verordening burgerinitiatief’ opgesteld: in Nederlek (2002), Schoonhoven (2004) en Vlist (2007). In het kader van de harmonisering van beleid worden deze nu vervangen door de onderliggende verordening.
In deze bepalingen is ervoor gekozen de term "burgerinitiatief " te hanteren ter aanduiding van het voorstel dat door een burger bij de raad kan worden ingediend. De bepaling gaat er van uit dat een burger bij dit middel alleen concrete voorstellen kan indienen bij de raad. Een voorbeeld hiervan kan zijn het voorstel om de winkels op bepaalde zondagen open op te stellen
Uit dit artikel volgt dat de raad een burgerinitiatief op de agenda van een raadsvergadering moet plaatsen indien er sprake is van een geldig verzoek, ingediend door een initiatief-gerechtigde burger. De gemeenteraad zal zich in dat geval dus moeten uitspreken over het burgerinitiatief. Van een geldig verzoek is sprake als (a) het onderwerp van het burgerinitiatief niet in artikel 4 is uitgezonderd (b) aan de in artikel 5 gestelde procedurele voorwaarden wordt voldaan en ondersteund wordt door ten minste 125initiatiefgerechtig-den.
De keuze voor deze ruime definitie van initiatiefgerechtigden ligt voor de hand. Het gaat om de kwaliteit van het initiatief; nadere criteria kunnen dan onnodig belemmerend werken. Bij indiening van een burgerinitiatief kan worden getoetst of de indiener/initiatiefnemer voldoet aan de vereisten van een initiatiefgerechtigde. Het verzoek vindt immers formeel op dat moment plaats. Om te kunnen onderzoeken of op dat moment wordt voldaan aan de vereisten, zijn verschillende gegevens nodig. Welke dat zijn wordt geregeld in artikel 5.
Het is weinig efficiënt om de raad te belasten met de beraadslaging over een onderwerp waarover de raad uiteindelijk geen beslissende bevoegdheid heeft. Daar komt bij dat de afstand tussen burger en bestuur alleen maar zou worden vergroot als de burger na het doorlopen van de burgerinitiatiefprocedure te horen krijgt dat de raad niets met het burgerinitiatief kan doen, omdat hij "er niet over gaat". Een vraag over gemeentelijk beleid kan ook geen onderwerp van een burgerinitiatief zijn. Voor dit soort vragen staan andere wegen open, zoals het spreekrecht in een commissie- of raadsvergadering of het spreekuur van een wethouder.
Ook moet voorkomen worden dat het burgerinitiatief andere procedures zoals de bezwaar- of de klachtprocedure doorkruist. Met het oog hierop wordt bepaald dat het burgerinitiatief geen bezwaar tegen een genomen besluit of een klacht over een gedraging van het gemeentebestuur kan inhouden.
Tenslotte is het evenmin de bedoeling dat zaken, die recent nog in de raad aan de orde zijn geweest, opnieuw onderwerp van bespreking worden als gevolg van een burgerinitiatief. Dit zou de besluitvorming in de raad te zeer kunnen frustreren.
Het ligt voor de hand om het burgerinitiatief bij de voorzitter van de raad te laten indienen. Zolang de burgemeester nog voorzitter van de raad is, ontvangt hij in die hoedanigheid de voorstellen. Om de voortgang van het burgerinitiatief ordelijk te laten verlopen, is het onvermijdelijk dat aan het verzoek een aantal minimumeisen wordt gesteld.
Ter voorkoming van fraude met namen wordt gevraagd naar personalia, zoals adressen en geboortedata. Op grond van deze gegevens kan de gemeente onderzoeken of het initiatief de steun van voldoende daartoe gerechtigde personen heeft.
De burger moet erop kunnen vertrouwen dat de raad zijn voorstel spoedig toetst aan de vereisten en een besluit neemt over de behandeling. Hierin voorziet het eerste lid. Het gaat erom een termijn te kiezen die niet te lang is, maar ook niet zo kort dat er onvoldoende tijd is om het voorstel te kunnen controleren.
In deze artikelen wordt de behandelprocedure beschreven en worden vooral waarborgen gecreëerd voor transparantie bij de afhandeling van een burgerinitiatief door de raad. Aansluiting is gezocht bij het (nieuwe) artikel over initiatiefvoorstellen in het ‘Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Krimpenerwaard 2016’.
Op grond van dit artikel wordt de indiener / initiatiefnemer altijd schriftelijk meegedeeld wat er met het ingediende voorstel gebeurt. Dat kan dus een inhoudelijk besluit zijn of de mededeling dat het verzoek is afgewezen. Wordt het verzoek tot plaatsing van het burgerinitiatief door de raad afgewezen, dan is er sprake van een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) waartegen bezwaar en beroep op de rechter openstaan. Besluit de raad het burgerinitiatief te agenderen, dan is er sprake van een voorbereidingsbeslissing die niet vatbaar is voor bezwaar of beroep (artikel 6:3 Awb).
Afhankelijk van de inhoud van de beslissing op het initiatief zelf, zal er sprake zijn van een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht dat vatbaar is voor bezwaar en beroep. Zo zal bijvoorbeeld bezwaar en beroep openstaan indien de raad, het college of de burgemeester naar aanleiding van het burgerinitiatief besluit een subsidie toe te kennen voor een bepaald project.
Een ander voorbeeld is het besluit om een verordening op bepaalde punten aan te passen. Tegen een dergelijk besluit staat geen bezwaar en beroep bij de rechter open (artikel 8:2 Awb). Bedoeld is niet dat de raad altijd plenair het voorstel inhoudelijk moet behandelen.
Het ligt wel voor de hand dat in de raadsvergadering wordt besloten over het te volgen traject, maar een besluit over een burgerinitiatief kan uiteraard ook in een raadscommissie inhoudelijk worden voorbereid. Ook kan de raad van mening zijn dat nader onderzoek moet worden gedaan. De indiener / initiatiefnemer zal hoe dan ook steeds over het vervolgtraject worden ingelicht en waar nodig en mogelijk erbij worden betrokken.