Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Baarn

Gedragscode politiek ambtsdragers gemeente Baarn

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBaarn
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingGedragscode politiek ambtsdragers gemeente Baarn
CiteertitelGedragscode politiek ambtsdragers gemeente Baarn
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze interne regeling staat op de website van de gemeente Baarn

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, artikel 15, derde lid
  2. Gemeentewet, artikel 41c, tweede lid
  3. Gemeentewet, artikel 69, tweede lid

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-02-2014nieuwe regeling

26-02-2014

Onbekend

14RV000001

Tekst van de regeling

Intitulé

Gedragscode politiek ambtsdragers gemeente Baarn

Raadsbesluit

Openbaar

 

Voorstelnummer

: 14RV000001

Onderwerp

: Gedragscode politiek ambtsdragers gemeente Baarn

 

De raad van de gemeente Baarn

- gehoord het presidium d.d. 17 december 2013;

- gelezen het voorstel van het college d.d. 14 januari 2014;

- gelet op:

  • 1.

    de artikelen 15, 41c en 69 van de Gemeentewet;

     

Besluit:

  • 1.

    Vaststellen van de Gedragscode politiek ambtsdragers gemeente Baarn;

  • 2.

    Intrekken van de Gedragscode voor de gemeenteraad van Baarn, zoals vastgesteld door de raad op 28 april 2004;

  • 3.

    Intrekken van de gedragscode voor het college van burgemeester en wethouders van Baarn, zoals vastgesteld door de raad op 28 april 2004.

 

Vastgesteld in de openbare vergadering,

op 26 februari 2014.

griffier voorzitter

 

Gedragscode politiek ambtsdragers gemeente Baarn

 

Algemeen

De belangen van de gemeente vormen het criterium voor het handelen van politiek ambtsdragers. Als vertegenwoordiger van het publieke belang hebben raad en college een voorbeeldfunctie. Basiswaarden als openheid, transparantie en actief handelen zijn centrale begrippen bij een integere uitoefening van de taken. Deze begrippen dienen als toetssteen van houding en gedrag, van het nemen van beslissingen en het maken van beleid. Integer handelen van politiek ambtsdragers is de voorwaarde voor het vertrouwen van de burger in de overheid.

Inleiding

Het doel van deze gedragscode is om de politiek ambtsdrager een richtlijn te bieden bij het bepalen van normen over de integriteit van het bestuur. Politiek ambtsdragers zijn zelf primair verantwoordelijk voor integer handelen. In onze open cultuur is het mogelijk om elkaar aan te spreken op gedrag en handelen.

De gedragscode geeft aanvullende regels op wettelijke bepalingen die voor bestuur en politiek zeer relevant zijn. De richtlijnen voor wat wenselijk is zorgen ervoor dat politiek ambtsdragers op de naleving van gedragscodes aanspreekbaar zijn. Als zij zich er niet aan houden kan dat gevolgen hebben voor hun functioneren en positie. De gedragscode kan worden omschreven als een interne regeling in aanvulling op wettelijke regels.

 

De gedragscode bestaat uit twee delen:

Deel 1 - kernbegrippen die de gedragscode in een breder kader plaatsen; ze vormen als het ware de algemene uitgangspunten voor de gedragscode; Deel 2 - de feitelijke gedragsregels; de gedragscode bevat aanvullingen op wettelijke regels. De gedragscode heeft een bindend karakter.

Deel I Kernbegrippen integriteit van politiek ambtsdragers

Politiek ambtsdragers van Baarn stellen bij hun handelen de kwaliteit van het openbaar bestuur centraal. Integriteit van het openbaar bestuur is daarvoor een belangrijke voorwaarde. De belangen van de gemeente en in het verlengde daarvan die van de burgers, zijn het primaire richtsnoer. Integriteit van politiek ambtsdragers houdt in dat de verantwoordelijkheid die met de functie samenhangt wordt aanvaard en dat er de bereidheid is om daarover verantwoording af te leggen. Verantwoording wordt intern afgelegd aan collega-bestuurders dan wel aan de gemeenteraad, maar ook extern aan organisaties en burgers voor wie bestuurders en volksvertegenwoordigers hun functie vervullen. Een aantal kernbegrippen is daarbij leidend en plaatst integriteit van politiek ambtsdragers in een breder perspectief:

 

Dienstbaarheid

Het handelen van een politiek ambtsdrager is altijd en volledig gericht op het belang van de gemeente en op de organisaties en burgers die daar onderdeel van uit maken.

 

Functionaliteit

Het handelen van een politiek ambtsdrager heeft een herkenbaar verband met de functie die hij vervult in het bestuur.

 

Onafhankelijkheid

Het handelen van een politiek ambtsdrager wordt gekenmerkt door onpartijdigheid, dat wil zeggen dat geen vermenging optreedt met oneigenlijke belangen en dat ook iedere schijn van een dergelijke vermenging wordt vermeden.

 

Openheid

Het handelen van een politiek ambtsdrager is transparant, opdat optimale verantwoording mogelijk is en de controlerende organen volledig inzicht hebben in het handelen van de politiek ambtsdrager en zijn beweegredenen daarbij.

 

Betrouwbaarheid

Op een politiek ambtsdrager moet men kunnen rekenen. Die houdt zich aan zijn afspraken. Kennis en informatie waarover hij uit hoofde van zijn functie beschikt, wendt hij aan voor het doel waarvoor die zijn gegeven.

 

Zorgvuldigheid

Het handelen van een politiek ambtsdrager is zodanig dat alle organisaties en burgers op gelijke wijze en met respect worden bejegend en dat belangen van partijen op correcte wijze worden afgewogen. Deze kernbegrippen zijn de toetssteen voor de nu volgende gedragsafspraken.

Deel 2 Gedragscode politiek ambtsdragers

 

1 Algemene bepalingen

1.1 In deze gedragscode wordt onder politiek ambtsdragers verstaan: burgemeester, wethouders, raadsleden en steunfractieleden.

1.2 In gevallen waarin de code niet voorziet of waarbij de toepassing niet eenduidig is vindt bespreking plaats in het college of in het Presidium.

1.3 De code is openbaar en voor iedereen makkelijk toegankelijk.

1.4 Politiek ambtsdragers ontvangen bij hun aantreden een exemplaar van de code.

1.5 Een politiek ambtsdrager is aanspreekbaar op de naleving van deze code.

 

2 Belangenverstrengeling

2.1 Een politiek ambtsdrager doet opgave van zijn financiële belangen.

2.2 Bij privaat-publieke samenwerkingsrelaties voorkomt de politiek ambtsdrager (de schijn van) bevoordeling in strijd met eerlijke concurrentieverhoudingen.

2.3 Een oud-politiek ambtsdrager wordt het eerste jaar na de beëindiging van zijn ambtstermijn uitgesloten van het tegen beloning verrichten van werkzaamheden voor de gemeente.

2.4 Indien de onafhankelijke oordeelsvorming van een politiek ambtsdrager over een onderwerp in het geding kan zijn, geeft hij bij de besluitvorming daarover aan in hoeverre het onderwerp hem persoonlijk aangaat.

2.5 Een politiek ambtsdrager die familie- of vriendschapsbetrekkingen of anderszins persoonlijke betrekkingen heeft met een aanbieder van diensten of zaken aan de gemeente onthoudt zich van deelname aan de besluitvorming over de betreffende opdracht.

2.6 Een politiek ambtsdrager neemt van een aanbieder van diensten aan de gemeente geen geschenken, faciliteiten of diensten aan die zijn onafhankelijke positie ten opzichte van de aanbieder kunnen beïnvloeden.

2.7 Een politiek ambtsdrager vervult geen nevenfuncties die een structureel risico vormen voor een integere invulling van de politieke functie.

2.8 Een politiek ambtsdrager geeft ten behoeve van de openbaarmaking van zijn nevenfuncties en q.q-nevenfuncties aan voor welke organisatie de functies worden verricht, wat het tijdsbeslag is en of de functies bezoldigd zijn.

2.9 Een politiek ambtsdrager behoudt geen inkomsten uit een q.q.-nevenfunctie, tenzij dat op grond van de wet geheel of gedeeltelijk is toegestaan. De inkomsten komen ten goede aan de kas van gemeente. Voor een voltijds bestuurder vindt verrekening plaats met inkomsten uit niet aan het ambt gebonden nevenfuncties.

 

3 Informatie

3.1 Een politiek ambtsdrager gaat zorgvuldig en correct om met informatie waarover hij uit hoofde van zijn ambt beschikt. Hij zorgt ervoor dat stukken met vertrouwelijke gegevens veilig worden opgeborgen en dat computerbestanden beveiligd zijn.

3.2 Een politiek ambtsdrager houdt geen informatie achter.

3.3 Een politiek ambtsdrager verstrekt geen informatie die vertrouwelijk of geheim is.

3.4 Een politiek ambtsdrager maakt niet ten eigen bate of ten bate van zijn persoonlijke betrekkingen gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen informatie.

3.5 Een politiek ambtsdrager gaat verantwoord om met de e-mail- en internetfaciliteiten alsmede met de sociale media van de gemeente.

 

4 Geschenken, diensten en uitnodigingen

4.1 Een politiek ambtsdrager accepteert geen geschenken, faciliteiten of diensten indien zijn onafhankelijke positie hierdoor kan worden beïnvloed. In onderhandelingssituaties weigert hij door betrokken relaties aangeboden geschenken of andere voordelen.

4.2 Geschenken en giften die een politiek ambtsdrager uit hoofde van zijn functie ontvangt, worden gemeld en geregistreerd.

4.3 Geschenken en giften die een politiek ambtsdrager uit hoofde van zijn functie ontvangt en die een geschatte waarde van meer dan € 50 vertegenwoordigen zijn eigendom van de gemeente. Er wordt een gemeentelijke bestemming voor gezocht. Geschenken en giften die een waarde van € 50 of minder vertegenwoordigen worden wel gemeld maar kunnen worden behouden.

4.4  Geschenken en giften worden niet op het huisadres ontvangen. Indien dit toch is gebeurd, meldt een politiek ambtsdrager dit in het bestuursorgaan waarvan hij deel uit maakt, waarna een besluit over de bestemming van het geschenk wordt genomen. 

4.5 Aanbiedingen voor privéwerkzaamheden of kortingen op privégoederen worden niet geaccepteerd.

4.6 Een politiek ambtsdrager bespreekt in het bestuursorgaan waar hij deel van uit maakt uitnodigingen voor excursies en evenementen op kosten van derden. 

 

5 Voorzieningen, bestuurlijke uitgaven, onkostenvergoedingen en buitenlandse dienstreizen

5.1 Uitgaven worden uitsluitend vergoed als de hoogte en de functionaliteit ervan kunnen worden aangetoond. Een politiek ambtsdrager is terughoudend bij het in rekening brengen van uitgaven die zich op het grensvlak van privé en publiek bevinden.

5.2 Een politiek ambtsdrager declareert geen kosten die reeds op andere wijze worden vergoed.

5.3 In geval van twijfel over een declaratie of over het correct gebruik van een creditcard door een bestuurder, wordt dit voorgelegd aan de burgemeester en zonodig ter besluitvorming aan het college.

5.4 Een politiek ambtsdrager die het voornemen heeft uit hoofde van zijn functie een buitenlandse reis (daaronder valt ook een reis naar de landen van het Koninkrijk in de Caraïben en de BES-eilanden) te maken of is uitgenodigd voor een buitenlandse reis of werkbezoek op kosten van derden, heeft vooraf toestemming nodig van het bestuursorgaan waar hij deel van uitmaakt. Het gemeentelijk belang van de reis is doorslaggevend voor de besluitvorming. Indien het toestemming aan een bestuurder betreft wordt de raad van de besluitvorming in het college op de hoogte gesteld.

5.5. Een politiek ambtsdrager meldt het voornemen tot een buitenlandse reis of een uitnodiging daartoe in het bestuursorgaan waar hij deel van uitmaakt en verschaft daarbij informatie over het doel van de reis, de bijbehorende beleidsoverwegingen, de samenstelling van het gezelschap, de geraamde kosten en de wijze waarop van de reis verslag wordt gedaan.

5.6 Het ten laste van de gemeente meereizen van de partner van een politiek ambtsdrager naar en in het buitenland is uitsluitend toegestaan als dit gebeurt op uitnodiging van de ontvangende partij en het belang van de gemeente daarmee gediend is. Het meereizen van de partner wordt bij de besluitvorming betrokken.

5.7 Het anderszins meereizen naar en in het buitenland van derden op kosten van de gemeente is niet toegestaan. Het meereizen van derden op eigen kosten is weliswaar niet verboden maar wordt in het algemeen ontraden. In ieder geval wordt dit bij de besluitvorming betrokken.

5.8  Het verlengen van een buitenlandse dienstreis voor privédoeleinden is slechts beperkt toegestaan en moet betrokken worden bij de besluitvorming. De extra reis- en verblijfkosten en de fiscale gevolgen komen volledig voor rekening van de politiek ambtsdrager.

5.9 Gebruik van gemeentelijke eigendommen of voorzieningen voor privédoeleinden is niet toegestaan tenzij het de bruikleen betreft van een fax, mobiele telefoon en computer die mede voor privédoeleinden kunnen worden gebruikt.*

5.10 Het college kan bepalen dat bestuurders voor hun dienstreizen gebruik maken van een dienstauto (met of zonder chauffeur) en dat van de dienstauto gebruik kan worden gemaakt voor woon-werkverkeer of voor de uitoefening van q.q.-nevenfuncties.**

 

Vastgesteld in de openbare vergadering,

op 26 februari 2014.

griffier voorzitter

 

* Op grond van de voorbeeldverordening Rechtspositie 2006 wordt aan raadsleden geen mobiele telefoon in bruikleen gegeven.

** Voor raadsleden is het gebruik van een dienstauto niet geregeld.