Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Sint-Michielsgestel

Subsidieverordening gemeentelijke monumenten gemeente Sint-Michielsgestel 2009

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSint-Michielsgestel
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieverordening gemeentelijke monumenten gemeente Sint-Michielsgestel 2009
CiteertitelSubsidieverordening gemeentelijke monumenten gemeente Sint-Michielsgestel 2009
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpvolkshuisvesting en woningbouw
Eigen onderwerpmonumenten: verordening

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 147
  2. Monumentenwet 1988
  3. Titel 4.2. van de Algemene Wet bestuursrecht , art. 421 ev
  4. Monumentenverordening gemeente Sint-Michielsgestel 2005

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

1.geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200927-11-2012nieuwe regeling

09-10-2008

De Brug, 30 oktober 2008

Index 8.004, raadsbsl. 9 oktober 2008, 5

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieverordening gemeentelijke monumenten gemeente Sint-Michielsgestel 2009

 

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    monument: een object, dat is opgenomen in de gemeentelijke monumentenlijst zoals bedoeld in de gemeentelijke monumentenverordening;

  • b.

    subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een begrotingsjaar krachtens de voor dat jaar geldende begroting, ten hoogste beschikbaar is voor het totaal toe te kennen subsidie krachtens deze verordening;

  • c.

    eigenaar: de natuurlijke persoon of de rechtspersoon, die het recht van eigendom heeft of eenander zakelijk recht heeft op een beschermd gemeentelijk monument.

  • d.

    onderhoud: sober en doelmatig uit te voeren periodieke werkzaamheden, die erop gericht zijn de bouwkundige staat van een monument in stand te houden;

  • e.

    restauratie: het op sobere en doelmatige wijze treffen van voorzieningen tot opheffing van(bouwtechnische) gebreken, die het normaal onderhoud te boven gaan, noodzakelijk voor de instandhouding van het gemeentelijk monument;

  • f.

    kosten: alle kosten vanonderhoud en restauratie welke gemaakt worden tot behoud van hetmonument. Hier wordt in ieder geval onder verstaan:

    1. materiaalkosten;

    2. kosten van derden;

    3. gevorderde BTW, voor zover deze niet kan worden teruggevorderd.

  • g.

    Monumentenwacht Noord-Brabant: stichting met als doel zelf maatregelen te nemen en tebevorderen dat anderen maatregelen nemen om verval van monumenten in de provincie Noord-Brabant te voorkomen;

  • h.

    Monumentencommissie: de door het college ingestelde commissie met als taakhet college op verzoek of uit eigen beweging te adviseren omtrent de toepassingvan de Monumentenwet 1988, de monumentenverordening en het monumentenbeleid.

Artikel 2 Monumentenwacht

Door het college van burgemeester en wethouders wordt aan de eigenaar van een monument een abonnement aangeboden op de Monumentenwacht Noord-Brabant met een tweejaarlijkse inspectie.

Artikel 3 Subsidieplafond

  • 1.

    De gemeenteraad stelt het subsidieplafond jaarlijks vast bij de behandeling van de gemeentebegroting waarbij de subsidieverlening op basis van het vastgestelde subsidieplafond per 1 januari van het volgende jaar ingaat.

  • 2.

    60% van het vastgestelde subsidieplafond is bestemd voor het verstrekken van subsidies voor de uitvoering van restauratiewerkzaamheden aan monumenten.

  • 3.

    40% van het vastgestelde subsidieplafond is bestemd voor het verstrekken van subsidies voor de uitvoering van onderhoudswerkzaamheden aan monumenten.

  • 4.

    Indien in een jaar het vastgestelde subsidieplafond niet wordt bereikt, kan het niet-benutte bedrag gereserveerd worden om in te zetten voor subsidiëring van onvoorziene restauraties.

Artikel 4 Overheveling budget

Ingeval er na 1 mei van enig jaar sprake is van een niet volledig benut restauratiesubsidie budget kan het resterende deel worden overgeheveld naar het onderhoudssubsidiebudget.

Artikel 5 Subsidieverlening

  • 1.

    Op verzoek kan aan de eigenaar van een monument door het college van burgemeester en wethouders een subsidie worden toegekend:

     

    • a.

      voor de uitvoering van restauratiewerkzaamheden, die de instandhouding van het monument bevorderen. De voor deze werkzaamheden te verstrekken subsidie bedraagt

    maximaal 50 % van de restauratiekosten tot een maximum van € 10.000,-- per monument. Een eigenaar kan eenmaal per vijf jaar in aanmerking komen voor restauratiesubsidie.

    • b.

      voor de uitvoering van onderhoudswerkzaamheden, die de instandhouding van het monument bevorderen. De voor deze werkzaamheden te verstrekken subsidie bedraagt maximaal 50 % van de onderhoudskosten tot een maximum van € 4.000,-- per monument. Een eigenaar kan eenmaal per vijf jaar in aanmerking komen voor onderhoudssubsidie.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders kent slechts subsidie toe voor zover de op grond van artikel 3 vastgestelde middelen toereikend zijn.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders houden, voor zover de budgettaire ruimte onvoldoende is om alle aanvragen te honoreren, rekening met:

     

    • a.

      het belang van het monument;

    • b.

      gebruik van het pand;

    • c.

      het samengaan met overige verbouwings- of verbeteringswerkzaamheden aan het pand;

    • d.

      eerdere toekenningen.

  • 4.

    Niet gehonoreerde subsidieaanvragen komen te vervallen.

Artikel 6 Weigeren van subsidie

Subsidiering wordt geweigerd indien:

 

  • a.

    de kosten die uitsluitend of in overwegende mate worden gemaakt ter verbetering van hetwooncomfort;

  • b.

    de kosten die uitsluitend of in overwegende mate worden gemaakt ten behoeve van eenuitbreiding van de woning;

  • c.

    de loonkosten van de eigenaar die hij in het kader van het onderhoud of een restauratie zelfverricht tenzij hij die werkzaamheden verricht in het kader van een door hem gedreven onderneming;

  • d.

    de kosten van restauratie op grond van een verzekering worden gedekt;

  • e.

    het object door de subsidieaanvrager aantoonbaar verwaarloosd is en er dus geen sprake is van normaal onderhoud maar van achterstallig onderhoud.

Artikel 7 Aanvragen van een restauratiesubsidie

  • 1.

    De aanvraag om een restauratiesubsidie wordt vóór 1 februari van elk jaar ingediend bij het college van burgemeester en wethouders. De aanvraag dient vergezeld te zijn van een restauratieplan dat tenminste bestaat uit:

    • a.

      een beschrijving van de technische staat van het monument, waarin de gebreken van het monument nauwkeurig vermeld staan;

    • b.

      tekeningen van de bestaande toestand en tekeningen waarop de voorgenomenherstelwerkzaamheden of wijzigingen staan aangegeven, dit voorzover van toepassing;

    • c.

      een op de onder a. bedoelde beschrijving gebaseerd bestek of gebaseerde werkomschrijving per onderdeel van de toe te passen constructie, materialen, afwerkingen en kleuren alsmede van de wijze van verwerking daarvan;

    • d.

      een begroting van alle kosten van de restauratie, niet ouder dan 2 jaar en gespecificeerd inhoeveelheden, uren en materialen;

    • e.

      een inspectierapport over de actuele onderhoudstoestand van de MonumentenwachtNoord-Brabant.

  • 2.

    De aanvraag om een restauratiesubsidie wordt voor nader advies voorgelegd aan de gemeentelijke Monumentencommissie.

  • 3.

    Het college van burgemeester en wethouders beslist vóór 1 mei van elk jaar over de aanvraag om een restauratiesubsidie.

  • 4.

    Zij kunnen hun beslissing met ten hoogste 4 weken verdagen.

Artikel 8 Aanvragen van een onderhoudssubsidie

  • 1.

    De aanvraag om een onderhoudssubsidie wordt ingediend bij het college van burgemeester en wethouders. De aanvraag dient vergezeld te zijn van een officiële offerte met daarin opgenomen de voorgenomen onderhoudswerkzaamheden.

  • 2.

    De aanvraag om een onderhoudssubsidie wordt op volgorde van binnenkomst beoordeeld door de ambtenaar Monumentenzorg.

  • 3.

    Het college van burgemeester en wethouders beslist binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag om een onderhoudssubsidie.

  • 4.

    Zij kunnen hun beslissing met ten hoogste 4 weken verdagen.

Artikel 9 Toekennen subsidie

  • 1.

    1. De subsidie in de onderhouds- of restauratiekosten wordt slechts toegekend indien:

    • a.

      niet met de onderhouds- of restauratiewerkzaamheden is aangevangen voordat op het verzoek om subsidie is beslist;

    • b.

      de voor het verrichten van de restauratiewerkzaamheden noodzakelijke monumentenvergunning en indien nodig bouwvergunning is/zijn verleend.

  • 2.

    Binnen een jaar na toekenning van de subsidie in de onderhouds- of restauratiekosten moet met de uitvoering van de werkzaamheden zijn aangevangen.

  • 3.

    Binnen 2 jaar na toekenning van de subsidie in de onderhouds- of restauratiekosten moeten de onderhouds- of restauratiewerkzaamheden zijn voltooid.

Artikel 10 Uitbetaling subsidie

Uitbetaling van de toegekende subsidie geschiedt binnen 4 weken nadat:

  • 1.

    de uitvoering van de onderhouds- of restauratiewerkzaamheden zijn gereedgemeld;

  • 2.

    de onder 1 bedoelde werkzaamheden door een medewerker van de afdeling Vergunningen & Handhaving zijn gecontroleerd en akkoord bevonden;

  • 3.

    alle rekeningen en betalingsbewijzen met betrekking tot de onder 1 bedoeldewerkzaamheden zijn overlegd en door de medewerker monumentenzorg zijn gecontroleerden akkoord bevonden.

Artikel 11 Vaststelling subsidie

  • 1.

    De definitieve subsidie is in principe gelijk aan de verleende subsidie, tenzij de werkelijkesubsidiabele kosten hoger of lager zijn dan aanvankelijk geraamd, dan wel er sprake is vanmeer- of minderwerk.

  • 2.

    Ingeval er sprake is van meerwerk dient de aanvrager vóór aanvang van de betreffendewerkzaamheden, hiervoor goedkeuring te vragen aan burgemeester en wethouders.

  • 3.

    Ingeval er sprake is van minderwerk wordt het uit te betalen subsidiebedrag verlaagd totmaximaal 50% van de werkelijke kosten.

Artikel 12 Kettingbeding

  • 1.

    De in deze verordening opgenomen subsidieverplichtingen gelden zowel voor de eigenaaraan wie de subsidie wordt verleend als voor iedere opvolgende eigenaar van het gemeentelijk monument, tenzij anders bepaald.

  • 2.

    Bij iedere overdracht of overgang van het eigendom, het recht van erfpacht of opstal tenaanzien van een gemeentelijk monument of deel daarvan, rust zowel op de vervreemdende als de verkrijgende partij(en) de plicht om burgemeester en wethouders hiervan schriftelijk in kennis te stellen, met dien verstande dat wanneer een van de partijen aan deze verplichting heeft voldaan de andere daarvan is ontheven.

Artikel 13 Bijzondere gevallen

In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders, in het belang van de instandhouding van een gemeentelijk monument of bij het doen van een belangrijke “vondst” tijdens onderhouds- en/of restauratiewerkzaamheden, afwijken van de bepalingen van deze verordening. De Monumenten-commissie adviseert over de afwijking.

Artikel 14 Onvolledige informatie

Indien bij controle blijkt dat de eigenaar onjuiste of onvolledige informatie heeft verstrekt of de voorschriften, vastgesteld bij of krachtens deze verordening niet nakomt en/of afwijkt van het restauratie/onderhoudsplan waarop de subsidietoekenning is gebaseerd, kunnen burgemeester en wethouders besluiten om niet dan wel tot gedeeltelijke uitbetaling over te gaan.

Artikel 15 Overgangsbepaling

Deze verordening is niet van toepassing op subsidies die vóór de inwerkingtreding van deze verordening zijn verleend of vastgesteld.

Artikel 16 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2009.

Bij de inwerkingtreding van deze verordening vervalt de Subsidieverordening gemeentelijke monumenten gemeente Sint-Michielsgestel, vastgesteld bij raadsbesluit van 28 september 2006.

Artikel 17 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Subsidieverordeninggemeentelijke monumenten gemeente Sint-Michielsgestel 2009”.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 9 oktober 2008.

De griffier, De voorzitter,

N.A. Hoogerbrug –van de Ven (wnd) mr. J.C.M. Pommer

Nota-toelichting  

 

De raad van de gemeente Sint-Michielsgestel;

gezien het voorstel van het college van 9 september 2008

gelet op artikel 147 jo. 149 van de Gemeentewet;

gelet op titel 4.2 van de Algemene Wet bestuursrecht;

gelet op de Monumentenwet 1988;

gelet op de Monumentenverordening gemeente Sint-Michielsgestel 2005;

besluit vast te stellen de volgende:

Subsidieverordening gemeentelijke monumenten gemeente Sint-Michielsgestel 2009.