Organisatie | Schouwen-Duiveland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, de regels voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Schouwen-Duiveland (Financiële verordening gemeente Schouwen-Duiveland 2017) |
Citeertitel | Financiële verordening gemeente Schouwen-Duiveland 2017 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2017 | Nieuwe regeling | 08-11-2016 | 08-11-2016/5 |
De raad van de gemeente Schouwen-Duiveland;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 oktober 2016;
gelet op artikel 212 van de Gemeentewet
vast te stellen de verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, de regels voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Schouwen-Duiveland (Financiële verordening gemeente Schouwen-Duiveland 2017).
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
rechtmatigheid: het in overeenstemming zijn met geldende wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen, raadsbesluiten en collegebesluiten voorzover deze collegebesluiten betrekking hebben op een noodzakelijke uitwerking van Europese-, rijks-, provinciale of door de gemeenteraad vastgestelde regelgeving;
Hoofdstuk 2. Begroting en verantwoording
Artikel 3. Inrichting begroting en jaarstukken
Bij de uiteenzetting van de financiële positie in begroting wordt in aanvulling op het bepaalde in artikel 20 en artikel 21 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten inzicht gegeven in de ontwikkeling van de schuldpositie als gevolg van de begroting, de meerjarenraming, de investeringen en de grondexploitatie.
Artikel 4. Planning & controlcyclus
Voor de aanvang van een begrotingsjaar stelt het college de planning&control-cyclus vast met daarin in elk geval de data voor het aanbieden door het college en het vaststellen door de raad van de kadernota (voorstel voor het beleid en de financiële kaders van de begroting voor het volgende begrotingsjaar en de meerjarenraming), de programmabegroting, de tussentijdse rapportage(s) en de programmarekening.
Artikel 5. Autorisatie begroting en investeringskredieten
Bij de begrotingsbehandeling geeft de raad desgewenst aan van welke nieuwe investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen. De overige nieuwe investeringen worden bij de begrotingsbehandeling met het vaststellen van de financiële positie geautoriseerd.
Bij de behandeling van de tussentijdse rapportages in de raad bedoeld in artikel 6, lid 1, doet het college voorstellen voor het wijzigen van de geautoriseerde baten en lasten, het wijzigen van de geautoriseerde investeringskredieten en het bijstellen van het beleid. In geval van investeringen met een meerjarig karakter doet het college indien nodig ook bij iedere begroting op grond van geactualiseerde ramingen voorstellen voor het wijzigen van de geautoriseerde investeringskredieten.
Artikel 6. Tussentijdse rapportage
De tussentijdse rapportage bevat een uiteenzetting over de uitvoering en het bijstellen van het beleid en een overzicht met de bijgestelde raming van:
b. het overzicht van de algemene dekkingsmiddelen;
c. het overzicht van de overhead, de geraamde vennootschapsbelasting en onvoorzien;
d. het totale saldo van de baten en lasten volgend uit de onderdelen a, b en c;
e. de (beoogde) toevoegingen en onttrekkingen aan reserves per sub-programma;
f. het resultaat, volgend uit de onderdelen d en e; en
g. de realisatie en raming van de uitputting van de investeringskredieten.
Hoofdstuk 3. Financieel beleid
Uitvoering van beleid voor activering, waardering en afschrijving van activa gebeurt conform de criteria en richtlijnen zoals genoemd in de nota afschrijvings- en waarderingsbeleid.
Artikel 8. Reserves en voorzieningen
Uitvoering van beleid voor reserves en voorzieningen gebeurt conform de criteria en richtlijnen zoals opgenomen in de nota reserves en voorzieningen.
Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, en van goederen, werken en dienstendie worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, wordt een extracomptabel stelsel van kostentoerekening gehanteerd. Bij deze kostentoerekening worden naast de directe kosten de overheadkosten betrokken.
Bij de directe kosten worden betrokken de bijdragen aan en onttrekkingen van voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa en de afschrijvingskosten van de in gebruik zijnde activa. Voor de rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, worden daarbij ook de compensabele belasting over de toegevoegde waarde (BTW) en de gederfde inkomsten van het kwijtscheldingsbeleid betrokken.
Voor de toerekening van de overheadkosten aan de kostprijs van rechten en heffingen en van goederen, werken en dienstendie worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, wordt uitgegaan het aandeel van de kosten overhead in de totale apparaatskosten exclusief direct aan taakvelden toe te rekenen materieel- en externe huisvestingskosten.
Het percentage van de omslagrente voor de toerekening van rente voor de financiering van de in gebruik zijn de activa, bedoeld in het tweede lid, wordt jaarlijks met de begroting vastgesteld. Het percentage van deze omslagrente wordt bepaald uit het gewogen gemiddelde van het bij de begroting geraamde rentepercentage van de rentekosten op de opgenomen langlopende leningen, kortlopende leningen en kredieten en het rentepercentage van de rentevergoeding over de reserves en de voorzieningen zoals bepaald overeenkomstig het achtste en negende lid.
Het rentepercentage voor de rentevergoeding over de reserves en voorzieningen in de omslagrente voor de kostprijsberekening als bedoeld in het zevende lid, wordt jaarlijks met de begroting vastgesteld. De hoogte van het rentepercentage voor de rentevergoeding over de reserves en voorzieningen wordt bepaald aan de hand van de bij de begroting geraamde rentekosten als percentage van de opgenomen langlopende leningen, kortlopende leningen en kredieten.
In afwijking van het tweede lid worden bij vennootschapsbelastingplichtige activiteiten en grondexploitaties alleen de rentekosten voor de inzet van vreemd vermogen aan de kostprijs toegerekend. Bij projectfinanciering worden dan de werkelijke rentekosten toegerekend. In andere gevallen wordt uitgegaan van het gewogen gemiddelde rentepercentage van de portefeuille leningen.
Artikel 10. Vaststelling hoogte belastingen, rechten, heffingen en prijzen
Het college doet de raad jaarlijks een voorstel voor de hoogte van de gemeentelijke tarieven voor de belastingen, de rioolheffingen, de afvalstoffenheffing en prijzen.
Artikel 11. Financieringsfunctie
Verstrekken van leningen en garanties en het aangaan van financiële participaties anders dan genoemd in het eerste lid worden uitsluitend gedaan uit hoofde van de publieke taak. Bij het uitzetten van middelen, het verstrekken van garanties en het aangaan van financiële participaties uit hoofde van de publieke taak bedingt het college indien mogelijk zekerheden. Het college motiveert in zijn besluit het openbaar belang van dergelijke uitzettingen van middelen, verstrekkingen van garanties en financiële participaties.
Het college stelt regels op ter uitvoering van het gestelde onder het eerste en tweede lid en legt deze regels en de regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening vast in een treasurystatuut. Het college zendt het treasurystatuut ter kennisgeving aan de raad.
Hoofdstuk 4. Financiële organisatie en financieel beheer
De opzet en inrichting van de administratie is zodanig dat zij dienstbaar is voor:
Het college zorgt voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking, en de rechtmatigheid van de financiële beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.
Artikel 15. Misbruik en oneigenlijk gebruik
Het college draagt zorg voor en legt de regels vast voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen.
Artikel 16. Aanbesteding en inkoop
Het college draagt zorg voor en legt de interne regels vast voor de inkoop en aanbesteding van werken en diensten.
Artikel 17. Subsidieverstrekking en steunverlening
Het college draagt zorg voor en legt de interne regels vast voor de toekenning van subsidies en steunverlening.
Artikel 19 Intrekken oude verordening en overgangsrecht
De Financiële verordening gemeente Schouwen-Duiveland 2012, voor het laatst gewijzigd op 26 mei 2016, wordt ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de jaarrekening en het jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar voorafgaand aan het jaar waarin deze verordening in werking treedt en op de begroting, jaarrekening en jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar dat samenvalt met het jaar waarin deze verordening in werking treedt.