Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Velsen

Nadere regels voor de gemeentelijke begraafplaatsen te Velsen 2017

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVelsen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNadere regels voor de gemeentelijke begraafplaatsen te Velsen 2017
CiteertitelNadere regels voor de gemeentelijke begraafplaatsen te Velsen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Art. 5 en 6 Verordening beheerverordening begraafplaatsen 2016

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-02-2017nieuwe regeling

31-01-2017

Elektronisch gemeenteblad 9 februari 2017

B17.0015

Tekst van de regeling

Intitulé

Nadere regels voor de gemeentelijke begraafplaatsen te Velsen 2017

 

 

Artikel 1 Openstelling en begraaftijden

  • 1.

    De openingstijden van de begraafplaats zijn van zonsopkomst tot zonsondergang behoudens ontheffing van het college.

  • 2.

    Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaatsen kunnen de toegangen of delen van de begraafplaats tijdelijk door de burgemeester worden gesloten.

  • 3.

    De tijd van het begraven en het bezorgen van as is op maandag t/m vrijdag van 8.00 uur tot 15.00 uur. Het begraven en het bezorgen van as op zaterdag vindt plaats van 9:00 uur tot 13:00 uur en deze tijden worden aangemerkt als buitengewone uren. Verzoeken om af te mogen wijken van deze uren worden beoordeeld door het college.

  • 4.

    Het tijdstip van begraven of bijzetten van stoffelijke resten en het bezorgen van de as wordt telkens en voor elk geval afzonderlijk door de beheerder, in overleg met de betrokken nabestaande vastgesteld

Artikel 2 Register en plaatsregistratie

  • 1.

    De administratie bevat een openbaar register van diegenen die zijn begraven of waarvan de as is bezorgd. In dit register worden de naam, de geboortedatum en de datum van overlijden opgenomen en is de grafaanduiding en de dag van de begraving of de bijzetting vermeld. In de administratie zijn ook de gegevens van de rechthebbenden en de gebruikers van de graven met hun namen en adressen opgenomen.

  • 2.

    De rechthebbenden en gebruikers zijn verplicht de wijziging van hun adres aan het college door

    te geven.

  • 3.

    Het college draagt er zorg voor dat er van de begraafplaats een gewaarmerkte plattegrondtekening

    bestaat waarop de indeling en de grafnummering van de begraafplaats is aangegeven.

Artikel 3 Ordehandhaving

  • 1.

    Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaats hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 2.

    De beheerder is door het college bevoegd de personen, die zich niet houden aan het bepaalde in het eerste lid, de toegang tot de begraafplaats te ontzeggen.

  • 3.

    In verband met werkzaamheden of ter handhaving van de orde op de begraafplaats kan bezoekers de toegang tot de begraafplaats of een deel van de begraafplaats worden ontzegd door de burgemeester.

Artikel 4 Plechtigheden

  • 1.

    Plechtigheden op de begraafplaats zoals dodenherdenkingen, onthullingen van gedenktekens en dergelijke moeten vier dagen van tevoren worden gemeld aan de beheerder onder opgave van datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal plaatsvinden.

  • 2.

    Het college kan de toestemming weigeren op grond van vrees voor verstoring van de openbare orde op de begraafplaats.

  • 3.

    Deelnemers aan de plechtigheden, bedoeld in het eerste lid, moeten zich in het belang van de orde, rust en netheid houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

Artikel 5 Mogelijkheden bezorging

  • 1.

    Op de begraafplaats kunnen worden uitgegeven:

    • a.

      particuliere graven.

    • b.

      particuliere kindergraven.

    • c.

      particuliere urnengraven.

    • d.

      particuliere verstrooiingsplaatsen.

    e. particuliere gedenkplaatsen

  • 2.

    Op de begraafplaats kan het gebruik worden verleend voor:

    • a.

      algemene graven.

    • b.

      urnennissen.

    c. de gemeentelijke verstrooiingsplaats

Artikel 6 Grafoppervlakten

De afmetingen van het grafoppervlak van de graven komen overeen met de afmetingen van de liggende gedenktekens, genoemd in artikel 18 (Afmetingen gedenkteken).

 

Artikel 7 Aantallen overledenen en asbussen

  • 1.

    In een particulier graf mogen maximaal 3 lijken worden begraven

  • 2.

    In een particulier graf met grafkelder kunnen maximaal 3 lijken worden begraven

  • 3.

    In een particulier kindergraf kunnen maximaal 3 lijken worden begraven van personen jonger dan 18 jaar.

  • 4.

    Een particuliere verstrooiingsplaats is geschikt voor maximaal twee asverstrooiingen.

  • 5.

    In een algemeen graf kunnen maximaal 3 lijken worden begraven.

  • 6.

    In een urnennis kunnen maximaal 2 asbussen met of zonder urnen worden bijgezet.

  • 7.

    Het college kan besluiten van het vastgestelde in dit artikel af te wijken.

Artikel 8 Uitgifte en indeling graven

  • 1.

    De locatie voor een particulier graf kan door de rechthebbende vrij gekozen worden zolang de situatie op de begraafplaats dit toestaat, ter beoordeling van het college.

  • 2.

    Het college behoudt zich het recht voor om de bestemming van de grafvelden en het onderscheid in graven vast te stellen en te wijzigen.

Artikel 9 Grafrechttermijn patriculiere graven

  • 1.

    Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats dit toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van 10 of 20 jaar het uitsluitend recht op een particulier graf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het grafrecht is uitgegeven.

  • 2.

    Het in het eerste lid bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd met telkens een termijn van 5, 10 of 20 jaren, mits de aanvraag vóór het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend, doch niet eerder dan twee jaar voor het verstrijken van die termijn.

  • 3.

    Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de grafrechttermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden:

    • a.

      onder gelijktijdige verlenging van de grafrechttermijn met een periode van 5, 10 of 20 jaar, zodanig dat de dan resterende termijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn van 10 jaren.

    • b.

      wanneer de verlenging wordt aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door één van de in artikel 7 (Overdracht), eerste lid, van de beheersverordening begraafplaatsen bedoelde personen.

     

  • 4.

    Een uitsluitend recht op een particulier graf geeft de rechthebbende zeggenschap over wie in dat graf wordt begraven en begraven wordt gehouden, onder de voorwaarden en de beperkingen van deze verordening.

  • 5.

    Een uitsluitend recht als bedoeld in het vierde lid kan slechts aan één rechthebbende worden verleend.

  • 6.

    Het in het vierde lid bedoelde uitsluitend recht wordt door het college schriftelijk bevestigd met een grafakte en vastgelegd op een 'Bewijs van inschrijving'

Artikel 10 Gebruikstermijn algemene graven

  • 1.

    Algemene graven, uitgezonderd urnennissen, worden ter beschikking gesteld voor een gebruikstermijn van 10 jaar. Deze termijn kan niet worden verlengd.

  • 2.

    Urnennissen worden ter beschikking gesteld voor een gebruikstermijn van 10 of 20 jaar. Deze gebruikstermijn kan steeds worden verlengd met 5, 10 of 20 jaren, mits de aanvraag vóór het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend, doch niet eerder dan twee jaar voor het verstrijken van die termijn.

  • 3.

    Het in dit artikel bedoelde gebruik wordt door het college schriftelijk bevestigd

Artikel 11 Kennisgeving begraven en asbezorgen

  • 1.

    De rechthebbende of gebruiker die wil doen begraven, een asbus wil doen bijzetten of as wil verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan de dag waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, mondeling of schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag, zondag en algemeen erkende feest- en gedenkdagen gelden voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag.

  • 2.

    Indien het college verlof heeft verleend om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven, moet de kennisgeving zo tijdig mogelijk worden gedaan

  • 3.

    Bij de in het eerste en tweede lid van dit artikel bedoelde kennisgeving dient het verlof tot begraving te worden overgelegd.

Artikel 12 Openen en sluiten van het graf

  • 1.

    Het ter begraving of voor het bezorgen van as openen en daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen, mag uitsluitend geschieden door – of in opdracht van – het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. Het openen en sluiten van een grafkelder is hiervan uitgezonderd.

  • 2.

    De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden op aanwijzingen en onder toezicht van of namens de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag, zondag en algemeen erkende feest- en gedenkdagen gelden voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag.

Artikel 13 Begraving en te overleggen documenten

  • 1.

    Begraving mag slechts geschieden indien van tevoren het verlof tot begraven is overgelegd aan de beheerder

  • 2.

    Tot de begraving of bijzetting wordt niet overgegaan dan nadat de beheerder, indien deze heeft geconstateerd dat aan de in de artikelen 11 (Kennisgeving begraven en asbezorgen) en 12 (Openen en sluiten van het graf) opgenomen vereisten is voldaan, hiervoor opdracht aan het personeel van de begraafplaats heeft verleend.

  • 3.

    Tot de begraving van een lijk wordt niet overgegaan dan nadat het personeel van de begraafplaats de identiteit van de overledene heeft vastgesteld door vergelijking van het op het lijkomhulsel vermelde registratienummer met het registratienummer op het in het eerste lid genoemde document. Dit begeleidende document bevat tevens de namen en overlijdens- en geboortedatum van de overledene dan wel de geslachtsnaam van de levenloos geborene.

  • 4.

    Indien de begraving of de bezorging van as in een bestaand particulier graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd. De machtiging moet zijn ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet

Artikel 14 Lijkomhulsel en grafgiften

  • 1.

    Rechthebbenden of gebruikers leveren, gebruiken en accepteren uitsluitend lijkhoezen, die voldoen aan de in of krachtens de wet dan wel op basis van publiekrechterlijke verordeningen, privaatrechterlijke reglementen of algemene voorwaarden gestelde regels ten aanzien van de doorlaatbaarheid van vloeistoffen en gassen, mechanische eigenschappen, vorm en biologische afbreekbaarheid.

  • 2.

    Rechthebbenden of gebruikers zijn verplicht bij het verzoek tot het verlof tot begraven het gebruik van lijkhoezen aan de beheerder door te geven.

Artikel 15 Gebruik aula en muziekinstallatie

  • 1.

    Het gebruik van de ontvangstruimte evenals de muziekinstallatie dient gelijktijdig met de kennisgeving tot begraven te worden aangevraagd bij de beheerder.

  • 2.

    De ontvangstruimte en de muziekinstallatie staan voor iedere plechtigheid gedurende een per keer vooraf te bepalen tijdsduur ter beschikking van de aanvrager. De aanvrager is verplicht de aanwijzingen van de beheerder van de aula op te volgen.

Artikel 16 Vereisten vergunning gedenkteken

  • 1.

    Een vergunning voor het aanbrengen of vervangen van een gedenkteken dient schriftelijk bij het college te worden aangevraagd, onder overlegging van een duidelijke ontwerptekening met maataanduiding en een duidelijke omschrijving van de toe te passen materialen.

  • 2.

    Op deze ontwerptekening dienen tenminste vermeld te worden:

    • a.

      een boven‑, voor‑ en zijaanzicht met alle hoogte‑, breedte‑, dikte‑ en lengtematen;

    • b.

      de soort, de kleur en de bewerking van het te gebruiken materiaal;

    • c.

      of de letters e.d. ingehakt, opgehakt of van metaal zijn;

    • d.

      de tekst en figuratie;

    • e.

      de handtekening van de rechthebbende.

  • 3.

    Voor de gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt.

  • 4.

    Het college kan de in het eerste en tweede lid bedoelde vergunning weigeren indien:

    • a.

      niet voldaan is aan de in deze nadere regels gestelde bepalingen;

    • b.

      de grafbedekking of andere voorwerpen afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

    • c.

      de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

    • d.

      de constructie van de grafbedekking of andere voorwerpen ondeugdelijk is

  • 5.

    Het college kan een verstrekte vergunning intrekken indien het opschrift van een grafbedekking een smalend, krenkend of oneerbieding karakter heeft, ofwel wanneer een firmanaam of reclame-uiting op de grafbedekking aanwezig is.

  • 6.

    Het (doen) plaatsen of aanbrengen van een gedenkteken of van beplanting of andere voorwerpen op een graf geschiedt door of namens de rechthebbende die als (economisch) eigenaar van deze grafbedekking wordt beschouwd.

Artikel 17 Vereisten grafkelders, galerijgraven en mausolea

  • 1.

    Het stichten van een grafkelder of galerijgraf geschiedt slechts van gemeentewege in door het college te selecteren graven. Voor het stichten van een mausoleum zijn de bepalingen uit artikel 16 van toepassing.

  • 2.

    Degene die in een grafkelder, galerijgraf of mausoleum wil doen begraven is verplicht op zijn kosten deze grafruimte voor de begrafenis te laten openen en na het begraven terstond te laten sluiten

  • 3.

    Het openen van een grafkelder, galerijgraf of mausoleum, anders dan tot het daarin opnemen van overledenen en in dat geval eerder dan twee uren tevoren, is verboden, tenzij de beheerder hiervoor toestemming heeft verleend.

  • 4.

    Indien de rechthebbende zijn verplichtingen ten aanzien van het sluiten van de in voorgaande leden genoemde grafruimten niet nakomt, geschiedt sluiting op zijn kosten van gemeentewege.

Artikel 18 Afmetingen gedenkteken

  • 1.

    De afmetingen voor gedenktekens op begraafplaats De Biezen zijn:

    • a.

      Particulier graf, liggend gedeelte: max. 180 cm (l) x max. 80 cm (b) x min.8 cm (d).

    • b.

      Particulier graf, staand gedeelte: max. 80 cm (b) x max.90 cm (h).

    • c.

      Particulier graf, funderingselement: max. 180 cm (l) x max. 80 cm (b) x min. 5 cm (d).

  • 2.

    De afmetingen voor gedenktekens op begraafplaats Duinhof zijn:

    • a.

      Particulier graf, gelegen aan een pad van 120 cm breedte op veld G / N / K / F / B2 / E / H, liggend gedeelte: max. 180 cm (l) x max. 80 cm (b) x min. 8 cm (d).

    • b.

      Particulier graf, gelegen aan een pad van 120 cm breedte op veld G / N / K / F / B2 / E / H, staand gedeelte: max. 80 cm (b) x max. 90 cm (h).

    • c.

      Particulier graf, gelegen aan een pad van 120 cm breedte op veld G / N / K / F / B2 / E / H, funderingselement: max. 180 cm (l) x max. 80 cm (b) x min. 5 cm (d).

    • d.

      Particulier graf, gelegen aan een pad van 60 cm breedte op veld A / C / E / H / K2 / M / L / P / O, liggend gedeelte: max. 150 cm (l) x max. 80 cm (b) x min. 8 cm (d).

    • e.

      Particulier graf, gelegen aan een pad van 60 cm breedte op veld A / C / E / H / K2 / M / L / P / O, staand gedeelte: max. 80 cm (b) x max. 90 cm (h).

    • f.

      Particulier graf, gelegen aan een pad van 60 cm breedte op veld A / C / E / H / K2 / M / L / P / O, funderingselement: max. 150 cm (l) x max. 80 cm (b) x min. 5 cm (d).

    • g.

      Particulier graf gelegen op een vrije keuzeveld R / W, liggend gedeelte: max. 200 cm (l) x max. 100 cm (b) x min. 8 cm (d).

    • h.

      Particulier graf gelegen op een vrije keuzeveld R / W, staand gedeelte: max. 90 cm (b) x max. 120 cm (h) x min. 5 cm (d).

    • i.

      Particulier graf gelegen op een vrije keuzeveld R / W, funderingselement: max. 200 cm (l) x max. 100 cm (b) x min. 5 cm (d).

    • j.

      Particulier kindergraf, liggend gedeelte: max. 150 cm (l) x max. 80 cm (h) x min. 8 cm (d).

    • k.

      Particulier kindergraf, staand gedeelte: max. 80 cm (b) x max. 90 cm (h).

    • l.

      Particulier kindergraf, funderingselement: max. 150 cm (l) x max. 80 cm (b) x min. 5 cm (d).

    • m.

      Algemeen graf gelegen op veld 1A / 3G / 2D, liggend: max. 70 cm (l) x max. 70 cm (b) x min. 8 cm (d).

  • 3.

    De afmetingen voor gedenktekens op de Westerbegraafplaats zijn:

    • a.

      Particulier graf, gelegen aan een pad van 60 cm breedte, liggend: max. 150 cm (l) x max. 80 cm (b) x min. 8 cm (d).

    • b.

      Particulier graf, gelegen aan een pad van 60 cm breedte, funderingselement: max. 150 cm (l) x max. 80 cm (b) x min. 5 cm (d).

    • c.

      Particulier graf, gelegen aan een pad van 120 cm breedte, liggend gedeelte: max. 180 cm (l) x max. 80 cm (b) x min. 8 cm (d).

    • d.

      Particulier graf, gelegen aan een pad van 120 cm breedte, staand gedeelte: max. 80 cm (b) x max. 90 cm (h) x min. 8 cm (d).

    • e.

      Particulier graf, gelegen aan een pad van 120 cm breedte, funderingselement: max. 180 cm (l) x max. 80 cm (b) x min. 5 cm (d).

  • 4.

    Het college kan in uitzonderingsgevallen ontheffing verlenen voor de toepassing van andere

    afmetingen.

Artikel 19 Tijdstip van plaatsing

  • 1.

    Het tijdstip van plaatsing van het gedenkteken, ook ten behoeve van herstel of vervanging, dient tenminste één werkdag tevoren mondeling of schriftelijk kenbaar gemaakt te worden aan de beheerder.

  • 2.

    Het plaatsen van een gedenkteken dient plaats te vinden op werkdagen van maandag t/m vrijdag van 09:00 uur tot 15:00 uur

  • 3.

    Het college kan in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.

Artikel 20 Overige grafdekking

  • 1.

    Op een graf kunnen potplanten en bloemen in vazen worden geplaatst. Het is toegestaan op een graf losse bloemen te leggen.

  • 2.

    Potten, vazen of andere voorwerpen buiten de voor het graf beschikbare oppervlakte kunnen van gemeentewege verwijderd worden zonder dat de gemeente tot enige vergoeding verplicht is.

  • 3.

    Het is niet toegestaan op of naast een graf, voor of naast het gedenkteken of voor of naast de grafbeplanting één of meerdere kantafzettingen aan te brengen.

Artikel 21 Tijdelijke verwijdering

Een rechthebbende of gebruiker is verplicht te gedogen dat de op een graf aanwezige  gedenktekens, beplanting en voorwerpen van gemeentewege tijdelijk geheel of gedeeltelijk worden verwijderd en herplaatst, indien dit voor een begraving of bijzetting in de nabijheid van het graf of om een andere reden nodig is.

 

Artikel 22 Reclame

Het vermelden van een firmanaam of enige andere reclame op een gedenkteken of onderdeel daarvan is niet toegestaan.

 

Artikel 23 Afval en beschadigingen

  • 1.

    Alle sporen van afval, ontstaan als gevolg van werkzaamheden op of aan de gedenktekens, moeten van de begraafplaats meegenomen worden.

  • 2.

    Beschadigingen, ontstaan als gevolg van werkzaamheden op of aan de gedenktekens moeten worden hersteld door de rechthebbende of veroorzaker van de schade.

Artikel 24 Beplanting

  • 1.

    De oppervlakte van een particulier graf kan door de rechthebbende worden beplant met gewassen die de voor het graf beschikbare oppervlakte volgens artikel 18 (Afmetingen gedenkteken) niet overschrijden of die door snoeien binnen de oppervlakte kunnen worden gehouden. De hoogte van deze gewas­sen mag de voor het gedenkteken voorgeschreven hoogte op het graf niet overschrijden.

  • 2.

    Gewassen buiten in het eerste lid bedoelde afmetingen kunnen van gemeentewege tot de bedoelde proporties worden teruggebracht of worden verwijderd zonder dat de gemeente tot enige vergoeding verplicht is

Artikel 25 Onderhoud gemeente en rechthebbende

  • 1.

    Verplicht onderhoud van gemeentewege bestaat uit een aantal activiteiten, te onderscheiden in:

    • a.

      het algemeen onderhoud van de begraafplaats, betreffende de paden, de groenvoorziening en facilitaire zaken.

    • b.

      het jaarlijks bestrijden van algen op het gedenkteken.

    • c.

      het na verzakking opnieuw stellen van het gedenkteken.

  • 2.

    De rechthebbende is verplicht de grafbedekking op het graf “behoorlijk te onderhouden of te herstellen”. Onder dit onderhoud wordt verstaan: Het schoonmaken van het gedenkteken, het verven of vergul­den van letters en andere figuraties op het gedenkteken, het aanbrengen, onderhouden, snoeien en eventueel vernieuwen van winterharde beplantingen, losse planten en één- of meerjarige planten, het verwijderen van dode planten, het verwijderen van spontaan opkomende kruiden of zaailingen en het uitvoeren van herstellingen van het gedenkteken en andere grafbedekkingen.

  • 3.

    Het groenafval dat vrij komt bij het onderhoud dient door een ieder in de daarvoor aanwezige afvalbakken te worden gedeponeerd.

  • 4.

    Verwelkte planten, bloemen of kransen en kapotte voorwerpen kunnen zonder voorafgaande kennisgeving door de beheerder worden verwijderd, zonder dat de gemeente tot enige vergoeding verplicht is.

Artikel 26 Achterstallig onderhoud graf

  • 1.

    Indien de rechthebbende of de gebruiker nalaat het graf behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college het hiervoor in aanmerking komende gedenkteken, de grafbeplanting, de voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen door het grafrecht te laten vervallen. Het verwijderde vervalt aan de gemeente zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

  • 2.

    Het laten vervallen van het grafrecht en de verwijdering van de grafbeplanting of het gedenkteken zoals bedoeld is in het eerste lid, vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende of de gebruiker is aangeschreven conform de bepalingen uit de Wet op de lijkbezorging ten aanzien van kennelijke verwaarlozing. Een oproeping geschiedt door mededeling op het mededelingenbord op de begraafplaats wanneer het adres van de rechthebbende niet bekend is. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.

Artikel 27 Bevoegdheden

  • 1.

    Het openen en sluiten van graven geschiedt uitsluitend door de daartoe door het college aangewezen personen.

  • 2.

    Het opgraven van lijken, het ruimen van graven en het opnieuw begraven van stoffelijke resten dan wel van een asbus, al dan niet met urn, is slechts toegestaan indien daarbij geen andere personen aanwezig zijn dan degenen die met deze werkzaamheden zijn belast, dan wel uit hoofde van hun functie hierbij aanwezig behoren te zijn. De beheerder kan voor deze werkzaamheden de begraafplaats tijdelijk geheel of gedeeltelijk sluiten.

Artikel 28 Citeertitel

  • 1.

    Deze voorschriften treden in de plaats van alle voorafgaande nadere regels voor de gemeentelijke

    begraaf­plaatsen.

  • 2.

    Deze voorschriften kunnen worden aangehaald als ‘Nadere regels voor de gemeentelijke begraafplaatsen te Velsen 2017’.

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders in zijn vergadering van …………….(datum invullen) onder de bepaling dat deze voorschriften per …………(datum invullen) in werking treden.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Velsen

Namens dezen,

de secretaris, de burgemeester,