Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen 2017

Artikel 1 Algemene bepaling

• 1.

  Deze regeling geeft uitvoering aan de artikelen 6, 7, 8, 13 en 14 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, artikel 31 van de Invorderingswet 1990, artikel 160, eerste lid, onderdeel b, van de Gemeentewet, artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen in de belastingverordeningen van de gemeente Soest op grond waarvan het college van burgemeester en wethouders nadere regels kan geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de onderscheiden gemeentelijke belastingen.

• 2.

  Voor de toepassing van deze regeling worden rechten aangemerkt als gemeentelijke belastingen.

• 3.

  De op andere wijze geheven gemeentelijke belastingen bedoeld in artikel 233 van de Gemeentewet, worden voor de toepassing van deze regeling aangemerkt als bij wege van aanslag geheven belastingen, met dien verstande dat wordt verstaan onder de aanslag of de voorlopige aanslag: het gevorderde, onderscheidenlijk het voorlopig gevorderde bedrag. Artikel 2 blijft bij de op andere wijze geheven gemeentelijke belastingen buiten toepassing.

Artikel 2 Aangifte hondenbelasting

• 1.

  De belastingplichtige voor de hondenbelasting aan wie geen aangiftebiljet is uitgereikt of een aanslag is opgelegd, is gehouden direct bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar (de heffingsambtenaar) een verzoek in te dienen om uitreiking van een aangiftebiljet.

• 2.

  Indien de belastingplicht voor de hondenbelasting in de loop van het belastingjaar ontstaat dan wel het aantal honden dat door de belastingplichtige wordt gehouden wijziging ondergaat, moet de belastingplichtige direct bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar (de heffingsambtenaar) verzoeken om uitreiking van een aangiftebiljet.

• 3.

  Als formulier van het aangiftebiljet hondenbelasting wordt vastgesteld:

  • a.

    voor het doen van aangifte, het formulier dat in overeenstemming is met het in bijlage HB1 opgenomen model;

  • b.

    voor het afmelden van honden, het formulier dat in overeenstemming is met het in bijlage HB2 opgenomen model.

• 4.

  Overeenkomstig het bepaalde in artikel 8 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen dienen de in het aangiftebiljet gevraagde gegevens duidelijk, stellig en zonder voorbehoud te worden ingevuld. Het aangiftebiljet wordt ondertekend en binnen veertien dagen ingeleverd of toegezonden.

Artikel 4 Aantal personen afvalstoffenheffing

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, het tweede lid van de verordening afvalstoffenheffing van de gemeente Soest wordt het aantal personen dat gebruik maakt van een perceel, beoordeeld naar de situatie op 1 januari van het belastingjaar of indien later naar het tijdstip van het ontstaan van de belastingplicht. Voor de uitvoering van dit artikel, in het geval een deel van het gezin binnen gemeentelijk verhuist:

• a.

  In het geval belastingplichtige verhuist naar een ander perceel binnen de gemeente; blijft deze belastingplichtig voor de aanslag die reeds in het betreffende belastingjaar aan hem/haar is opgelegd. In dit geval wordt er geen ontheffing naar tijdsgelang verleend. Ook wordt er geen vermindering toegepast op basis van het aantal personen, zoals bepaalt in voornoemd artikel in de belastingverordening.

• b.

  In het geval het gezinslid dat achterblijft in het perceel geen belastingplichtige was, wordt deze als belastingplichtige aangemerkt en is afvalstoffenheffing verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven op basis van het aantal personen dat bij aanvang van de belastingplicht gebruik maken van het perceel.

• c.

  In het geval het gezinslid dat verhuist naar een ander perceel geen belastingplichtige was; wordt deze als belastingplichtige aangemerkt en is afvalstoffenheffing verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven op basis van het aantal personen dat bij aanvang van de belastingplicht gebruik maken van het perceel.

Artikel 5 Rente

Bij de invordering van de gemeentelijke belastingen vindt de ministeriële regeling bedoeld in artikel 31 van de Invorderingswet 1990 overeenkomstige toepassing.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de bekendmaking.

Artikel 7 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: ‘Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen gemeente Soest 2017’.