Organisatie | Hoorn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Havenverordening 2017 |
Citeertitel | Havenverordening 2017 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | 221 binnenhavens en vaarwegen |
Geen
Gemeentewet, art. 108, 147 en 149
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-02-2017 | 16-02-2018 | nieuwe regeling | 31-01-2017 | 1378931 |
Havens: de openbare wateren van de Buitenhaven, de Binnenhaven, de Oude Haven, de Vollers-waal, de Turfhaven, de Vluchthaven, de Karperkuil, de Grashaven (evenals het water gelegen langs de dijk bij Achter op ’t Zand). Onder de havens valt ook: de aan de havens gelegen gronden zoals kaden, kadeterreinen en scheepshellingen, de in de havens geplaatste kunstwerken; zoals steigers, bruggen en sluiswerken. Gebieden (water) die door de gemeente aan derden privaatrechtelijk in gebruik zijn gegeven vallen niet onder de definitie havens;
Scheepsafval: afval, met inbegrip van residuen, niet zijnde ladingresiduen, en sanitair afval, dat ontstaat tijdens de bedrijfsvoering van een vaartuig en dat valt onder de reikwijdte van bijlagen I, IV, V en VI van het Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen, met Protocollen en Bijlagen met Aanhangsels, en met het op 17 februari 1978 te Londen tot stand gekomen Protocol bij dat Verdrag met Bijlage en Aanhangsels, als mede lading gebonden afval, zijnde al het materiaal dat aan boord bij de stuwage en verwerking van de lading als afval overblijft, met inbegrip van stuwmateriaal, schoorpalen, laadborden, verpakkingsmateriaal, houten platen, papier, karton, draad en stalen banden;
Charterschip met Hoorn als thuishaven: Een vaartuig: dat geheel of overwegend met behulp van zeilen wordt voortgestuwd en dat verder voldoetaan de Beleidsregel Criteria historische schepen Hoorn 2015; dat is te boek gesteld overeenkomstig artikel 785 van boek 8 van het Burgerlijk Wetboek dat daadwerkelijk en aantoonbaar wordt gebruikt ten behoeve van de bedrijfsmatige chartervaart, hetgeen moet blijken uit een inschrijving in het handelsregister van de Kamer van Koophandel met Hoorn als vestigingsgemeente en uit de meetbrief: het document als bedoeld in artikel 782, vierde lid, van het Wetboek van Koophandel juncto het besluit van 24 oktober1983, Stb.548 (Besluit binnenschependocumenten); waarvoor een Certificaat van Onderzoek als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Binnen-vaartwet of Certificaat van deugdelijkheid als bedoeld in artikel 3, eerste lid van de Schepenwet is afgegeven; waarvan de eigenaar heeft voldaan aan de verplichting als bedoeld in artikel 36, lid 2 van de Binnenvaartwet
Kleine boot: een vaartuig van maximaal zeven meter lang dat: direct geschikt is voor het varen op beschutte (binnen)wateren; onder de bruggen van de havens kan doorvaren, zonder dat de bruggen geopend hoeven te worden, ongeacht het waterpeil in de zomer- of winterperiode; als het voorzien is van een mast dit een strijkbare mast moet zijn.
Vaartuig: Elk drijvend lichaam dat wegens zijn drijfvermogen wordt gebruikt dan wel bestemd of geschikt is voor het vervoer te water van personen of goederen of voor het dragen of vervoeren van al dan niet met het drijvende lichaam één geheel uitmakende voorwerpen, daaronder begrepen drijvende werktuigen zoals kranen, baggermolens, pontons of materieel van soortgelijke aard, evenals bijboten en ponten;
Artikel 1.4 Voorschriften en beperkingen
Het college kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een vergunning en/of ontheffing.
Artikel 1.6 Weigerings-, wijzigings- en intrekkingsgronden
Het college kan een vergunning of ontheffing in ieder geval weigeren, wijzigen of intrekken als:
Artikel 1.7 Verplichtingen van houders van vergunningen of ontheffingen
Degene aan wie een vergunning of ontheffing is verleend houdt deze, of een kopie hiervan, aan boord van het vaartuig waarop deze betrekking heeft.
Tenzij in deze verordening anders is bepaald, is de eigenaar of schipper verantwoordelijk voor de
naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening.
HOOFDSTUK 2 ORDE IN EN GEBRUIK VAN DE HAVEN
Artikel 2.3 Verbod nemen ligplaats
Het is onverminderd het eerste lid verboden zonder ligplaatsvergunning van het college of een vignet als bedoeld in artikel D. van de beleidsregel Indienings- en verleningsvoorschriften Haven-verordening Hoorn 2015, ligplaats in te nemen op een plaats die overeenkomstig de Havenatlas is bestemd voor ligplaatsvergunninghouders.
Artikel 2.5 Bijboten en vlotten
Het tweede lid is niet van toepassing op vlotten, slechts in gebruik zijnde om aan kunstwerken reparatie- of onderhoudswerkzaamheden te verrichten, mits de afmeting niet groter is dan 4,0 meter lang en 1,5 meter breed of vlotten die gebruikt worden bij wedstrijden of evenementen die in de havens plaatsvinden op het moment van die wedstrijden of evenementen.
Artikel 2.6 Verblijfsduur in haven
Het is voor zover in de overige artikelen van deze verordening niet anders is bepaald verboden in de periode van 1 mei tot 1 oktober met een vaartuig, met uitzondering van bezoekende charterschepen, langer dan veertien dagen achtereen te verblijven in het in de Havenatlas aangegeven passantengebied en de Buitenhaven.
Artikel 2.7 Redding trap en watervoorziening
Het is verboden om met een vaartuig zodanig een ligplaats in te nemen dat daardoor het gebruik van een aan de kade gemonteerde reddingtrap of watervoorziening wordt gehinderd.
Het is verboden in de havens te varen met een grotere snelheid dan 6 kilometer per uur (3,2 knopen).
Artikel 2.12 Beschadigde, zinkende, gevaarlijke en niet aan redelijke eisen van welstand vol-doende vaartuigen
Artikel 2.13 Overlast aan vaartuigen
Tenzij bij of krachtens deze verordening anders bepaald is het anderen dan de eigenaar of schipper van een schip verboden, zonder goedkeuring van de eigenaar of schipper, dat schip vast te houden, zich door het schip te laten voorttrekken, op het schip te klimmen of te begeven, te bevinden of los te maken.
Het is verboden uit hoofde van het uitoefenen van een beroep, een vaartuig te laden en/of te lossen aan de Vollerswaal, de Overslagkade, de Karperkuilkade, het Baatland, de Nieuwendam, de Korenmarkt, de Appelhaven, de Vismarkt, de Bierkade, het Venidse, de Turfhaven, het Buurtje, de Veermanskade, de Oude Doelenkade, het Houten Hoofd, het Hoofd of het Oostereiland.
Het gestelde in het eerste en tweede lid geldt niet voor het direct in of uit laten stappen van personen, het in- en uitladen van bagage en/of het uitsluitend provianderen van vaartuigen ten behoeve van de chartervaart, rondvaartboten, watertaxi’s, boten voor verhuur, motorcharterschip en veerdienst.
Artikel 2.15 Verhuren en verhandelen vaartuig
Het is een ieder die er zijn bedrijf of nevenbedrijf dan wel een gewoonte van maakt vaartuigen te verhuren of te verhandelen verboden met een of meer vaartuigen een ligplaats in te nemen met het oogmerk deze te verhuren of te verhandelen.
Artikel 2.17 Gebruik reddingsmiddelen en brandbestrijdingsmiddelen
Het is verboden de zich op de wal bevindende reddingsmiddelen en brandbestrijdingsmiddelen te gebruiken anders dan bij onmiddellijk gevaar, dan wel voor dadelijk gebruik ongeschikt te maken.
Artikel 2.21 Maatregelen bij ijsgang of dichtgevroren water
Bij ijsgang of dichtgevroren water in de haven is de schipper verplicht, als hij met zijn schip een ligplaats wenst in te nemen of te verlaten, dan wel een aanwijzing als bedoeld in artikel 4.1 daartoe ontvangt, voor zijn rekening en risico zo nodig het ijs te breken of een sleepboot te gebruiken.
Artikel 2.22 Langszij gemeerde vaartuigen
De schipper van een vaartuig is verplicht een ander vaartuig langszij te laten meren.
De schipper van een vaartuig, dat langszij een ander vaartuig gemeerd ligt, is verplicht het andere vaartuig, indien de schipper daarvan dit wenst, gelegenheid te geven te ontmeren en te vertrekken.
Artikel 2.25 Verplaatsing van schepen
Het college kan een eigenaar of schipper schriftelijk opdragen een schip te verplaatsen of te doen verplaatsen naar een andere ligplaats, als dit in het kader van werkzaamheden, evenementen, de bescherming van de orde, de veiligheid, het milieu in of in de omgeving van de haven noodzakelijk is.
HOOFDSTUK 3 VEILIGHEID EN BESCHERMING MILIEU IN EN IN DE OMGEVING VAN DE HAVEN
Onverlet het bepaalde in de APV en de Regionale Afvalstoffenverordening Westfriesland is het verboden zich van huishoudelijke afvalstoffen afkomstig van een in de havens liggend vaartuig te ontdoen anders dan door gebruikmaking van de daartoe bij de havens geplaatste en als zodanig aangegeven afvalstoffencontainers.
Artikel 3.3 Melding en verwijdering van te water geraakte stoffen of voorwerpen
Degene door wiens toedoen een voorwerp of stof in het water terechtkomt, waardoor gevaar, schade of hinder wordt of kan worden veroorzaakt, draagt ervoor zorg dat:
Artikel 3.7 Voortstuwingsinstallaties e.d.
Degene die aan boord van een vaartuig voortstuwingsinstallaties, motoren, aggregaten, geluidsapparatuur of andere toestellen of installaties in werking heeft of werkzaamheden of activiteiten verricht doet dit op een zodanige wijze dat de nadelige gevolgen voor het milieu worden voorkomen of beperkt die voor zover voorkomen niet mogelijk is en voor zover dit redelijkerwijs van hem kan worden gevergd.
In afwijking van artikel 5:34 van de APV is het verboden om in de havens aan boord van een vaartuig enigerlei wijze open vuur, behoudens vaste kooktoestellen, te bezigen.
Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie.
Artikel 4.3 Betreden van woonruimten
Zij die zijn belast met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften zijn, indien de zorg voor de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde dit vereist, bevoegd om het als woning ingerichte gedeelte van een vaartuig te betreden zonder toestemming van de bewoner.
Artikel 4.4 Ontzegging toegang havens
Indien na overtreding van een verbod in deze verordening naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders ernstige vrees bestaat dat de openbare orde en/of de veiligheid in de havendoor de overtreder(s) opnieuw zou kunnen worden verstoord dan wel indien het verschuldigde havengeld, zoals bedoeld in de Verordening Havengeld, niet (tijdig) is voldaan, kunnen zij deze overtreder(s) en/of de schipper van het schip waarop/waarmee de overtreding plaatsvond voor maximaal drie maanden de toegang tot de haven ontzeggen. Indien de overtreder c.q. de schipper nadien de orde opnieuw verstoort, kan de ontzegging voor een langere periode worden verleend.
Toelichting Havenverordening Hoorn 2017
De Havenverordening Hoorn 2017 is als volgt opgezet.
De Havenverordening Hoorn 2017 beoogt de belangen te beschermen die betrekking hebben op de openbare orde, veiligheid, volksgezondheid, milieuhygiëne en het uiterlijk aanzien van de gemeente.
Ook is het behoud van het karakter van de passantenhaven een doel van de havenverordening. Daarom staan in de Havenverordening Hoorn 2017 bepalingen m.b.t. de verblijfsduur van het innemen van een ligplaats
De vaartuigen die het meest van de gemeentelijke havens gebruik maken zijn: pleziervaartuigen, riviercruiseschepen en historische schepen. Voor deze typen vaartuigen zijn in de Havenatlas Hoorn 2017 aparte ligplaatslocaties aangewezen.
De Binnenhaven is aangewezen voor pleziervaartuigen en charterschepen en de Buitenhaven voor charter- en riviercruiseschepen. De onderlinge afstand (spiegel - boeg) tussen een charterschip of riviercruiseschip en een ander vaartuig, is vanwege de noodzakelijke manoeuvreerruimte bepaald op minimaal 2 meter. Dit is geen verandering ten opzichte van de Havenverordening Hoorn 2015 en Havenatlas Hoorn 2015.
Andere medegebruikers van de havens zijn voornamelijk een permanent aanwezig bunkerschip, terrasboot, vissersschepen, een viskaar en kleine boten. Ook voor deze vaartuigen zijn in de havenatlas aparte gedeelten aangewezen.
Voor wat betreft het bunkerschip en de vissersschepen is de reeds bestaande situatie in de havenatlas vastgelegd.
Ten slotte voorziet de havenatlas in een aparte afmeerregeling voor historische zeilende bedrijfsvaartuigen met bijzondere cultuurhistorische waarde. Door dergelijke vaartuigen te clusteren ter hoogte van de Veermanskade, de Korenmarkt en de westzijde van het Oostereiland worden de attractiviteit en het historische karakter van de Hoornse havens versterkt.
Pleziervaartuigen en riviercruiseschepen mogen maximaal veertien dagen binnen de voor hen aangewezen gedeelten van de havens een ligplaats innemen als wordt voldaan aan de voorschriften van de Haven-atlas Hoorn 2015. Voor de terrasboot, historische schepen, charterschepen met Hoorn als thuishaven en bezoekende charterschepen geldt geen tijdlimiet. Deze verordening bevat geen mogelijkheid om buiten de aangewezen plaatsen een ligplaats in te nemen.
De Havenverordening Hoorn 2017 beoogt onder meer de openbare orde en veiligheid in de havens te beschermen. Om dit doel te kunnen realiseren, dient het afmeren van vaartuigen in de havens aan dusdanige voorschriften te zijn gebonden dat onveilige situaties (zoveel mogelijk) worden voorkomen. Deze voorschriften zijn opgenomen in het op 1 juni 2004 door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde preventief veiligheidsplan gemeentelijke haven.
Havenatlas (grondslag artikel 2.2 van de Havenverordening Hoorn 2017
De Havenatlas Hoorn 2017 is een nader besluit ter uitvoering van de Havenverordening Hoorn 2017.
In de Havenatlas staan de plaatsen waar de verschillende categorieën vaartuigen ligplaatsen in de
havens mogen innemen of hebben. De plaatsen worden in de Havenatlas aangegeven op kaarten per gebied en/of per soort vaartuig. In de Havenatlas kunnen per plaats voorschriften worden gegeven over het maximaal aantal vaartuigen dat een ligplaats mag innemen alsmede het aantal vaartuigen dat
maximaal naast elkaar mag liggen, de maximale breedte van vaartuigen, de maximale diepte van vaartuigen, de maximale lengte van vaartuigen, de maximale hoogte van vaartuigen boven de waterspiegel, de minimale te hanteren afstand tussen de vaartuigen onderling.
Ligplaatsen voor kleine bootjes.
In de Havenatlas zijn de ligplaatsen voor kleine boten en de vereisten voor het gebruik van een ligplaats voor een klein bootje geregeld.
In de beleidsregel Indienings- en verleningsvoorschriften Havenverordening Hoorn 2015 worden de vereisten voor de vergunningaanvraag/verlening en de verstrekking van een vignet/sticker bij de verlening van een ligplaatsvergunning voor een kleine boot geregeld.
Bevoegdheden voor de handhaving van de Havenverordening Hoorn 2017
Met toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening en het Binnenvaartpolitie-reglement (BPR) zijn belast de integraal toezichthouders werkzaam bij bureau Stadstoezicht. Op grond van de Algemene wet bestuursrecht komen hen bevoegdheden toe als onder meer: het betreden van plaatsen, inlichtingen vorderen, inzage vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden en zakenonderzoeken.
In deze verordening is de expliciete bevoegdheid opgenomen om binnen te treden in het als woning ingerichte gedeelte van een vaartuig zonder toestemming van de bewoner. Deze bevoegdheid volgtuit artikel 149a van de Gemeentewet. Van deze bevoegdheid kan in principe alleen gebruik worden gemaakt indien een machtiging op grond van de Algemene wet op het binnentreden is afgegeven.
Lex silencio positivo is het ontstaan van een positieve fictieve beschikking bij het niet tijdig beslissen op een aanvraag (zie paragraf 4.1.2.2. van de Algemene wet bestuursrecht).
Voor vergunningregimes die onder de Europese Dienstenrichtlijn vallen, is de lex silencio positivo van toepassing. Echter om dwingende reden van algemeen belang zoals openbare orde en veiligheid kan hiervan worden afgezien. Dit moet uitdrukkelijk bepaald worden in de betreffende wetten/verordeningen.
Op de in artikel 1.3 genoemde artikelen is de Dienstenrichtlijn van toepassing. Deze artikelen zijn met name gericht op de openbare orde en veiligheid op het water. Een lex silencio positivo is om deze dwingende redenen van algemeen belang niet wenselijk. Daarom wordt in deze gevallen van de lex silencio positivo afgezien.
Gezien de verkeershinder bij laden en lossen op deze plaatsen is dit ongewenst. In bijzondere gevallen (bijvoorbeeld bij vissersschepen) kan aan hen die in bezit zijn van een ligplaats op het in de havenatlas aangegeven gedeelte een ontheffing worden verleend.
Artikel 2.24 van de Havenverordening Hoorn 2017 is gericht op het beperken van gevaar, schade of hinder. Hierin is gebruik gemaakt van een algemene omschrijving. Ter verduidelijking wordt in deze toelichting een niet uitputtende opsomming gegeven van handelingen die gevaar, schade of hinder op kunnen leveren:
Artikel 3.11 is gericht op het beperken van eventuele geluid- en stankoverlast voor omwonenden van de haven.