Artikel 1 Instelling
De raad stelt de volgende commissies in:
- 1.
- 2.
- 3.
Commissie Bestuurszaken en Middelen
Artikel 2 Taak
De in artikel 1 genoemde commissies hebben tot taak de besluitvorming
van de raad voor te bereiden en met (leden van) het college dan wel de
burgemeester te overleggen ten aanzien van:
- a.
alle zaken die in de gemeenteraad aan de orde komen;
- b.
zaken die formeel niet tot de beslissingsbevoegdheid van de raad
behoren, maar tot die van het college of de burgemeester en
waarvoor deze verantwoording verschuldigd zijn aan de raad en/of
waarover de commissie met de betreffende portefeuillehouder
overleg wenst te voeren.
Artikel 3 Integrale behandeling van onderwerpen
- 1.
De commissies behandelen onderwerpen integraal, inclusief de
financiële aspecten.
- 2.
Indien een onderwerp meerdere raadscommissies aangaat wordt het
onderwerp in afzonderlijke raadscommissies besproken, tenzij de
agendacommissie beslist dat een gezamenlijke vergadering wordt
belegd of de raadscommissie die het onderwerp het meest aangaat, het
onderwerp behandelt.
- 3.
Indien een gezamenlijke vergadering van raadscommissies wordt
belegd, vervult de voorzitter van de raadscommissie die het
onderwerp het meest aangaat, de taken van de voorzitter.
Artikel 4 Onderwerpen die in een commissie aan de orde
komen
Elk onderwerp komt in principe in één commissie aan de orde.
- 1.
De commissie Grondgebied behandelt onderwerpen ten aanzien van
(beleidsontwikkeling met betrekking tot):
- a.
- b.
- c.
- d.
- e.
- f.
- g.
- h.
- i.
civieltechnische werken en cultuur;
- j.
wegen, gebouwenbeheer en riolering;
- k.
straatverlichting en nutsvoorzieningen;
- l.
- 2.
De commissie Maatschappij behandelt onderwerpen ten aanzien van
(beleidsontwikkeling met betrekking tot):
- a.
- b.
- c.
- d.
cultuur (met uitzondering van monumentenzorg);
- e.
toerisme-, sport- en recreatiebeleid;
- f.
- g.
maatschappelijke dienstverlening;
- h.
jeugd- en jongerenbeleid;
- i.
- j.
- k.
- l.
- m.
sociale zorg, waaronder bestrijding van werkeloosheid en
inkomensvoorzieningen;
- n.
- 3.
De commissie Bestuurszaken en Middelen behandelt onderwerpen ten
aanzien van (de beleidsontwikkeling met betrekking tot):
- a.
algemeen bestuurlijke en juridische
aangelegenheden;
- b.
- c.
- d.
- e.
regionale en grensoverschrijdende samenwerking;
- f.
- g.
personeelsbeleid en organisatie;
- h.
informatisering en automatisering;
- i.
algemeen financieel beleid;
- j.
Artikel 5 Samenstelling
- 1.
De leden van de raadscommissies zijn bij voorkeur raadsleden.
- 2.
De raad benoemt de leden van de commissies op voordracht van de
fracties in de raad.
- 3.
Elke raadsfractie draagt voor elke ingestelde commissie, uit zijn
midden of uit de personen die bij voorkeur voor die politieke partij
op de kandidatenlijst bij de verkiezingen heeft gestaan, twee leden
voor. Tenminste één lid dient tevens raadslid te zijn.
- 4.
Elke raadsfractie draagt uit zijn midden of uit de personen, die bij
voorkeur voor die politieke partij op de kandidatenlijst bij de
verkiezingen heeft gestaan, een persoon voor, die optreedt als
plaatsvervanger van de door die fractie aangewezen leden in de
commissie. Verder is vervanging altijd mogelijk door een raadslid
van de fractie.
- 5.
Voor de benoeming van een lid van een commissie, niet zijnde een
raadslid, is het bepaalde in artikel 11, 12, 13, 14 en 15 van de
Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.
- 6.
Wanneer een lid van een commissie, niet zijnde een raadslid, niet
langer voldoet aan het bepaalde in artikel 11, 12, 13 en 15 van de
Gemeentewet, houdt hij op lid van de commissie te zijn.
Artikel 6 Zittingsduur
- 1.
De zittingsperiode van de voorzitter, een lid en hun
plaatsvervangers eindigt in ieder geval aan het einde van de
zittingsperiode van de raad.
- 2.
Een lid en zijn plaatsvervanger houden op lid te zijn van een
raadscommissie indien zij niet meer voldoen aan de in artikel 5 van
deze verordening gestelde eisen.
- 3.
De raad kan een lid ontslaan op voorstel van de fractie op wiens
voordracht het lid is benoemd.
- 4.
Een lid, de voorzitter en hun plaatsvervangers kunnen te allen tijde
ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad.
Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of
zoveel eerder als hun opvolger is benoemd.
- 5.
Indien door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de
raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan met inachtneming
van het bepaalde in deze verordening.
- 6.
Indien een fractie blijkens een schriftelijke verklaring aan de
voorzitter van de raad niet langer vertegenwoordigd is in de raad,
vervalt het lidmaatschap van het lid dat op voordracht van die
fractie is benoemd, van rechtswege.
Artikel 7 De voorzitter
- 1.
De voorzitters van de commissies worden benoemd en ontslagen uit en
door de gemeenteraad.
- 2.
De voorzitter is technisch voorzitter en heeft in de vergadering
geen stemrecht.
- 3.
De voorzitter is belast met:
- a.
het leiden van de vergadering;
- b.
het handhaven van de orde;
- c.
het doen naleven van het vergaderreglement;
- d.
wat de wet of deze verordening hem verder opdraagt.
- 4.
Hij verleent het woord en formuleert de conclusies.
Artikel 8 De griffier
- 1.
Elke commissie wordt bijgestaan door de griffier.
- 2.
De griffier is in elke vergadering van de commissie aanwezig.
- 3.
Hij kan, indien hij daartoe door de voorzitter wordt uitgenodigd,
aan de beraadslagingen als bedoeld in dit reglement deelnemen.
Artikel 9 Burgemeester en wethouders
- 1.
De voorzitter kan de burgemeester en één of meer wethouders
uitnodigen in de vergadering aanwezig te zijn en aan de
beraadslagingen deel te nemen.
- 2.
Indien de burgemeester of een of meer wethouders bij een vergadering
aanwezig willen zijn en willen deelnemen aan de beraadslagingen,
doen zij hiertoe een verzoek aan de voorzitter.
- 3.
De voorzitter neemt zo spoedig mogelijk een voorlopige beslissing op
het verzoek.
- 4.
De raadscommissie kan bij aanvang van de vergadering beslissen dat
de burgemeester en één of meer wethouders niet in de vergadering
aanwezig mogen zijn of aan de beraadslagingen mogen deelnemen.
Artikel 10 Gemeentesecretaris of een andere
ambtenaar
De raadscommissie kan het college verzoeken de secretaris of een andere
ambtenaar aanwezig te laten zijn in de vergadering en deel te laten
nemen aan de beraadslagingen als bedoeld in deze verordening.
Artikel 11 Vergaderfrequentie
- 1.
De commissies vergaderen zoveel mogelijk in één week volgens een
jaarlijks door de raad vast te stellen schema. De vergaderingen
vangen aan om 19.30 uur en eindigen om 23.00 uur. De vergaderingen
worden gehouden in het gemeentehuis.
- 2.
De voorzitter kan in bijzondere gevallen, zo mogelijk na overleg met
de commissieleden, een andere dag en/of een ander aanvangsuur
bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen.
Artikel 12 Oproep voor de vergadering
- 1.
De voorzitter zendt - spoedeisende vergaderingen uitgezonderd -
zoveel mogelijk ten minste tien dagen vóór een vergadering de leden
een schriftelijke oproep onder vermelding van de dag, tijd en plaats
van de vergadering.
- 2.
De oproepingsbrief vermeldt de onderwerpen, die in de vergadering
behandeld zullen worden in de volgorde waarin deze aan de orde
zullen worden gesteld.
- 3.
De agenda en de bijbehorende stukken worden tegelijk met de
oproepingsbrief aan de leden verzonden.
- 4.
De oproepingsbrief, agenda en stukken voor een commissievergadering
worden ter kennisneming gezonden aan het college van burgemeester en
wethouders.
Artikel 13 De agenda voor de vergadering
- 1.
De agenda voor de vergadering van de commissie wordt opgesteld door
de agendacommissie.
- 2.
De commissie kan besluiten op voorstel van een lid dan wel de
voorzitter de volgorde van behandeling te wijzigen.
- 3.
De commissie kan bij vaststelling van de agenda in de vergadering
besluiten op voorstel van een lid van de commissie of de voorzitter,
onderwerpen die niet in de oproepingsbrief zijn vermeld, aan de
agenda toe te voegen of af te voeren.
- 4.
De commissie kan besluiten in spoedeisende gevallen, op voorstel van
een lid van de commissie of de voorzitter, onderwerpen die niet in
de oproepingsbrief zijn vermeld, terstond in behandeling te
nemen.
- 5.
De voorzitter kan na het verzenden van de oproepingsbrief zo nodig
een aanvullende agenda doen uitgaan. De daarop vermelde voorstellen
worden zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk twee maal 24 uur voor
aanvang van de vergadering aan de leden gezonden.
- 6.
Wanneer de commissie een onderwerp onvoldoende voor de (openbare)
beraadslaging voorbereid acht, kan zij besluiten tot terugzending
naar burgemeester en wethouders om nadere inlichtingen of om
advies.
Artikel 14 Toezending van stukken aan
belanghebbenden
- 1.
Verzoeker(s), waarvan verzoek(en) in onderhavige
commissievergadering wordt/worden behandeld, krijgen vooraf een
schriftelijke uitnodiging de betreffende vergadering te
bezoeken, alsmede een kopie van de hem/hen betreffende
stukken.
- 2.
In de schriftelijke uitnodiging wordt ook gewezen op de
mogelijkheid:
na aanmelding van zijn komst, vooraf te worden ontvangen door
of namens de voorzitter van de commissie voor uitleg over de
gang van zaken in de vergadering; in de vergadering gebruik te
kunnen maken van het spreekrecht (zie artikel 25).
Artikel 15 Ter inzage leggen van stukken
- 1.
De stukken ter toelichting van de voorstellen, worden gelijktijdig
met het verzenden van de voorstellen voor de leden ter inzage
gelegd. Indien ná dit tijdstip stukken ter inzage worden gelegd,
wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden.
- 2.
Een lid van de commissie mag een origineel van een ter inzage gelegd
stuk niet buiten het gemeentehuis brengen. Een lid mag een kopie van
een ter inzage gelegd openbaar stuk slechts voor eigen gebruik
buiten het gemeentehuis brengen.
- 3.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid blijven stukken,
omtrent wier inhoud ingevolge artikel 25, eerste dan wel tweede lid,
van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, onder berusting van de
griffier, die de leden van de commissie inzage verleent.
Artikel 16 Openbare kennisgeving
- 1.
De commissies vergaderen in het openbaar.
- 2.
De vergadering wordt door aankondiging op de in de gemeente
gebruikelijke wijze ter openbare kennis gebracht.
- 3.
De openbare kennisgeving vermeldt:
- a.
de datum, de aanvangstijd en plaats van de vergadering;
- b.
(een selectie van) de agendapunten die aan de orde
komen;
- c.
de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de
daarbij behorende voorstellen kan inzien;
- d.
de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht door
aanwezige bezoekers (zie artikel 25).
Artikel 17 Presentielijst
De griffier draagt de zorg dat wordt bijgehouden welke leden ter
vergadering verschijnen. Hiervan wordt melding gemaakt in de
besluitenlijst.
Artikel 18 Opening vergadering; quorum
- 1.
De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur, indien
minstens de helft van het aantal (plaatsvervangend) leden aanwezig
is.
- 2.
Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste
aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter dag en uur van de
volgende vergadering, met inachtneming van artikel 20 van de
Gemeentewet.
Artikel 19 Deskundigen
Indien daartoe door de voorzitter dan wel de commissie uitgenodigd,
kunnen (zowel interne als externe) deskundigen deelnemen aan de
beraadslagingen. Op hen zijn de bepalingen in deze verordening eveneens
van toepassing.
Artikel 20 De besluitenlijst
- 1.
De besluitenlijst van de voorgaande vergadering wordt, zo mogelijk,
aan de leden toegezonden gelijktijdig met de overige stukken.
- 2.
Bij het begin van de vergadering wordt, indien aanwezig, de
besluitenlijst van de vorige vergadering vastgesteld.
- 3.
De leden hebben het recht, een voorstel tot verandering aan de
commissie te doen, indien de besluitenlijst onjuistheden bevat of
niet duidelijk weergeeft wat besloten is.
- 4.
De besluitenlijst moet tenminste inhouden:
- a.
de namen van de voorzitter, de griffier en de ter
vergadering aanwezige leden;
- b.
een vermelding van de zaken die aan de orde zijn
geweest;
- 5.
De besluitenlijst wordt opgesteld onder de zorg van de
griffier.
- 6.
De vastgestelde besluitenlijst wordt door de voorzitter en de
griffier ondertekend.
- 7.
De besluitenlijst van een commissievergadering wordt ter
kennisneming aan het college gezonden.
- 8.
De commissie kan besluiten om ten aanzien van (een aantal) in de
vergadering besproken agendapunten een woordelijk verslag op te doen
stellen. Lid 1, 3, 4, 5, 6 en 7, alsmede artikel 17 is voor zoveel
mogelijk op dit verslag van overeenkomstige toepassing.
Artikel 21 Ingekomen stukken; mededelingen
- 1.
Bij de commissie ingekomen stukken respectievelijk mondelinge dan
wel schriftelijke mededelingen die burgemeester en wethouders, de
burgemeester of de voorzitter aan de commissie wensen te doen,
worden door de griffier op een lijst geplaatst.
- 2.
De schriftelijke mededelingen worden met de agenda aan de leden
toegezonden; de mondelinge mededelingen worden staande de
vergadering gedaan en vermeld in de besluitenlijst
- 3.
Onder mededelingen vallen ook besluiten van het college die aan de
commissie ter kennis worden gebracht. Wenst een commissielid over
deze mededelingen te beraadslagen, dan wordt die mededeling als
agendapunt vermeld voor de eerstkomende vergadering van die
commissie.
Artikel 22 Aantal spreektermijnen
- 1.
De beraadslaging over een voorstel geschiedt in ten hoogste twee
termijnen, tenzij de commissie anders beslist.
- 2.
Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.
- 3.
Een lid mag in een termijn niet meer dan eenmaal het woord voeren
over hetzelfde onderwerp of voorstel.
- 4.
Bij de bepaling hoeveel malen een lid over hetzelfde onderwerp of
voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken
over een persoonlijk feit of over een voorstel van orde.
- 5.
Deze bepaling is ook van toepassing op een collegelid dan wel een
ter vergadering uitgenodigde deskundige.
Artikel 23 Spreekrecht voor bezoekers
- 1.
In de vergaderingen van de in artikel 1 genoemde commissies wordt
aan toehoorders op de publieke tribune het recht verleend te spreken
over de onderwerpen die op de agenda staan, zulks met uitzondering
van:
- a.
de besluitenlijsten van de vergaderingen
- b.
keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen.
- 2.
Degene, die als toehoorder de commissievergadering bijwoont en het
woord wenst te voeren, meldt dit bij aanvang of tijdens de
behandeling van het onderhavige agendapunt.
- 3.
In de vergaderingen van de in artikel 1 genoemde commissies wordt
aan toehoorders op de publieke tribune eveneens het recht verleend
te spreken over de onderwerpen die niet op de agenda staan. Dit
recht wordt op de agenda van de betreffende commissie ingevuld,
direct na opening van de vergadering.
- 4.
De voorzitter kan, gehoord de commissie, de toehoorder die daarvan
oneigenlijk gebruik tracht te maken, van het spreekrecht daarvoor
uitsluiten.
- 5.
Voordat de commissie een aanvang maakt met de behandeling van het
agendapunt, stelt de voorzitter de toehoorders in de gelegenheid het
woord te voeren. Nadat de commissie in eerste instantie het woord
heeft gevoerd, worden toehoorders opnieuw in de gelegenheid gesteld
gebruik te maken van het spreekrecht. Dat geldt ook voor toehoorders
die in eerste instantie daarvan geen gebruik hebben gemaakt. De
toehoorders dienen zich daarbij te beperken tot het verstrekken van
informatie, het geven van een toelichting of het beantwoorden van
vragen van de commissieleden ten aanzien van het aan de orde zijnde
agendapunt.
Artikel 24 Spreektijd
De commissie kan op voorstel van de voorzitter regelen stellen omtrent
de spreektijd der leden, collegelid/collegeleden, deskundige(n) en
bezoekers die gebruik maken van het spreekrecht.
Artikel 25 Handhaving orde; schorsing
- 1.
Een spreker mag in zijn rede niet worden gestoord, tenzij de
voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van dit reglement
te herinneren.
- 2.
Interrupties zijn toegestaan, tenzij de voorzitter beslist dat een
spreker zijn betoog zonder verdere interrupties zal afronden.
- 3.
Indien een lid of andere aanwezige zich beledigende of onbetamelijke
uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het onderwerp in behandeling,
een spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde
verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen.
- 4.
Indien het desbetreffende lid hieraan geen gevolg geeft, kan de
voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft,
over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.
- 5.
De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een
door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de
orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.
Artikel 26 Beraadslaging
- 1.
De voorzitter kan de commissie voorstellen over één of meer
onderdelen van een voorstel afzonderlijk te beraadslagen.
- 2.
Op verzoek van een lid van de commissie of op voorstel van de
voorzitter kan de commissie besluiten de beraadslaging voor een door
hem te bepalen tijd te schorsen teneinde de leden de gelegenheid te
geven tot onderling nader beraad.
- 3.
De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode
verstreken is.
Artikel 27 Voorstellen van orde
- 1.
De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling
een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.
- 2.
Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering
betreffen.
- 3.
Over een voorstel van orde beslist de commissie terstond.
Artikel 28 Schriftelijke vragen
- 1.
Ieder lid kan aan de voorzitter schriftelijk vragen stellen.
- 2.
De vragen worden kort en duidelijk geformuleerd. De vragen kunnen
van een toelichting worden voorzien. Bij de vragen wordt aangegeven
of schriftelijke of mondelinge beantwoording wordt verlangd.
- 3.
De vragen worden via de griffier bij de voorzitter van de commissie
ingediend. Deze draagt er zorg voor dat de vragen zo spoedig
mogelijk ter kennis van de overige leden van de commissie worden
gebracht.
- 4.
Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in
ieder geval binnen dertig dagen nadat de vragen zijn
binnengekomen.
- 5.
Mondelinge beantwoording vindt plaats in de eerstvolgende
commissievergadering.
- 6.
Indien beantwoording niet binnen deze termijnen kan plaatsvinden,
krijgt de vragensteller daarvan gemotiveerd bericht, waarbij
aangegeven wordt de termijn waarbinnen beantwoording plaats zal
vinden. Dit bericht wordt behandeld als een antwoord.
- 7.
De antwoorden worden via de griffier door de voorzitter aan de leden
van de commissie medegedeeld.
- 8.
De vragen en antwoorden worden zo mogelijk gelijktijdig met de
stukken als bedoeld in artikel 13 aan de leden van de commissie
toegezonden.
- 9.
De vragensteller kan, bij schriftelijke beantwoording in de
eerstvolgende commissievergadering en bij mondelinge beantwoording
in dezelfde commissievergadering, na de behandeling van de op de
agenda voorkomende onderwerpen nadere inlichtingen vragen omtrent
het gegeven antwoord.
Artikel 29 Advies
- 1.
Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel
voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de
raadscommissie anders beslist.
- 2.
Nadat de beraadslaging is gesloten, beslist de raadscommissie of er
een advies aan de raad wordt uitgebracht.
- 3.
Indien de raadscommissie een advies aan de raad uitbrengt beslissen
de leden op voorstel van de voorzitter over de inhoud van het
advies.
- 4.
In het advies worden de standpunten van alle fracties opgenomen. De
motivatie van het advies wordt zo duidelijk mogelijk in de
besluitenlijst verwoord.
Artikel 30 Toehoorders
- 1.
De toehoorders (inclusief vertegenwoordigers van de pers) kunnen
uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen
bijwonen.
- 2.
Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze
verstoren van de orde is verboden.
Artikel 31 Geluid- en beeldregistraties
Degenen die in de vergaderzaal tijdens de (openbare)
commissievergadering geluid- en/of beeldregistraties willen maken, doen
hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn
aanwijzingen.
Artikel 32 Maatregelen van orde
Indien de voorzitter dit nodig oordeelt, kan hij de vergadering voor een
door hem te bepalen tijd schorsen ter handhaving van de orde op de
publieke tribune.
Artikel 33 Besloten vergadering
- 1.
De voorzitter van de commissie kan vooraf gemotiveerd bepalen of een
commissie geheel of gedeeltelijk besloten vergadert.
- 2.
Als minstens de helft van de aanwezige leden dat wenst kan tijdens
een vergadering besloten worden de beraadslagingen over een of meer
onderwerpen achter gesloten deuren voort te zetten.
- 3.
Op een besloten vergadering zijn de ordebepalingen van toepassing
die gelden voor een openbare vergadering.
Artikel 34 Besluitenlijst besloten vergadering
- 1.
De besluitenlijst van een besloten vergadering wordt uitsluitend
verspreid onder de leden van de betreffende commissie.
- 2.
Deze besluitenlijst wordt zo spoedig mogelijk in een besloten
vergadering ter vaststelling aangeboden.
- 3.
Tijdens deze vergadering neemt de commissie een besluit over het al
dan niet openbaar maken van deze besluitenlijst.
- 4.
De vastgestelde besluitenlijst wordt door de voorzitter en de
griffier ondertekend.
Artikel 35 Geheimhouding
- 1.
De besluitenlijst en onderliggende stukken van een vergadering
waarvoor geheimhouding geldt, zijn voor leden van de raad in te
zien, tenzij dit in strijd is met het openbaar belang.
- 2.
Betreffende stukken zijn in te zien bij de secretaris van
betreffende commissie, tenzij de commissie anders heeft
bepaald.
- 3.
Indien de raad op grond van gestelde in artikel 55, tweede lid, of
artikel 93, tweede lid, van de Gemeentewet, voornemens is de
geheimhouding op te heffen wordt, indien daarom wordt verzocht door
het orgaan dat de geheimhouding heeft opgelegd, in een besloten
vergadering daarmee overleg gevoerd.
Artikel 36 Uitleg verordening
In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over
de toepassing van de verordening, beslist de raadscommissie op voorstel
van de voorzitter.
Artikel 37 In werking treden
Deze verordening treedt in werking op 17 augustus 2009.