Organisatie | Etten-Leur |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene Subsidieverordening Gemeente Etten-Leur 2016 |
Citeertitel | Algemene Subsidieverordening Gemeente Etten-Leur 2016 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2016 | 01-06-2016 | 22-09-2017 | Nieuwe regeling | 21-06-2016 | Onbekend |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
algemene groepsvrijstellingsverordening: verordening (EG) nr. 800/2008 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 6 augustus 2008 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard ("de algemene groepsvrijstellingsverordening”) (PbEU L 214/3), dan wel later daarvoor in de plaats tredende Europese en nationale regelgeving;
de-minimisverordening: verordening (EG) nr. 1998/2006 van de Commissie van Europese Gemeenschappen van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de-minimissteun (PbEU L379/5), verordening (EG) nr. 1535/2007 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 20 december 2007 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de-minimissteun in de landbouwproductiesector (PbEU L 337/35) en verordening (EG) nr. 875/2007 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 24 juli 2007 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de-minimissteun in de visserijsector en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1860/2004 (PbEU L 193/6), dan wel later daarvoor in de plaats tredende Europese en nationale regelgeving;
Deze verordening is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college, met uitzondering van subsidies waarvoor bij afzonderlijke verordening een uitputtende regeling is getroffen en subsidies als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (subsidies waarvoor geen wettelijke grondslag nodig is).
Het college stelt bij nadere regeling (hierna te noemen: subsidieregeling) vast welke activiteiten en wie in aanmerking kunnen komen voor subsidie. Het college kan bij subsidieregeling tevens de wijze van berekening en uitbetaling van de subsidie bepalen en regels stellen ten aanzien vanvoorzieningen, reserves en vermogensvorming.
Artikel 6 Aanvraag van de subsidie
Bij de aanvraag om subsidie legt de aanvrager de volgende gegevens over:
als de aanvrager een onderneming is:
1° een opgave van subsidies, vergoedingen of tegemoetkomingen in welke vorm ook met staatsmiddelen bekostigd, die al zijn of zullen worden ontvangen voor de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;
2° een verklaring als bedoeld in de de-minimisverordening (de-minimisverklaring);
Artikel 9 Weigerings- en terugvorderingsgronden
Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid, en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht weigert het college de subsidie in ieder geval:
a.als de Europese Commissie overeenkomstig artikel 108, derde lid, van het Verdrag heeft vastgesteld dat de subsidie onverenigbaar is met de interne markt;
b. als het betreft een aanvrager tegen wie een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerdere beschikking van de Europese Commissie waarin de steun onrechtmatig en onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt is verklaard.
Onverminderd het vorige lid kan het college de subsidie verder in ieder geval weigeren:
a. als de te subsidiëren activiteiten niet of niet in overwegende mate gericht zijn op de gemeente of haar ingezetenen;
b. als de te subsidiëren activiteiten onvoldoende ten goede komen aan de gemeente of haar ingezetenen;
c. als de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd niet of onvoldoende bijdragen aan één of meer gestelde maatschappelijke effecten
d. als de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd niet of onvoldoende passen binnen het beleid of de beleidsdoelen van de gemeente
e. als niet is aangetoond dat de subsidie noodzakelijk is voor het verrichten van de activiteiten waarvoor deze wordt gevraagd;
f. de aanvrager ook zonder de gevraagde subsidie over voldoende gelden, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden kan of heeft kunnen beschikken om de kosten van de activiteiten te dekken;
g. als de aanvrager naar het oordeel van het college onvoldoende andere mogelijkheden heeft benut voor het verkrijgen van middelen voor de uitvoering van de activiteiten, anders dan subsidie;
h. als de aanvraag niet voldoet aan regels die zijn gesteld om voor subsidie in aanmerking te komen;
i. als de subsidieverstrekking in strijd zou zijn met een wettelijk voorschrift, het algemeen belang of de openbare orde;
j. als de aanvrager door uitvoering van de activiteit beoogt winst te maken;
k. als de opbrengst wordt gegenereerd voor een ander doel dan de activiteit zelf;
l. als de activiteit niet openbaar toegankelijk is;
m. indien de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd uitsluitend of in hoofdzaak het doel hebben het uitdragen van overtuigingen en denkbeelden van religieuze, levensbeschouwelijke of politieke aard;
n. als de subsidieverstrekking naar het oordeel van het college niet is toegestaan omdat de subsidie op grond van artikel 107, eerste lid, van het Verdrag onverenigbaar is met de interne markt;
o. in het beoogde doel of de voorgenomen activiteit al op andere wijze in belangrijke mate is voorzien;
p. in de bij de betrokken subsidieregeling bepaalde gevallen;
q. in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur. Op grond van het genoemde artikel kan ook een reeds verstrekte subsidiebeschikking worden ingetrokken.
Voor zover dit niet is bepaald bij subsidieregeling, wordt bij de beschikking tot subsidieverlening vermeld op welke wijze de subsidie-ontvanger de besteding van de subsidie dient te verantwoorden.
Artikel 11 Algemene verplichtingen van de subsidie-ontvanger
Een subsidie-ontvanger informeert het college onverwijld schriftelijk over:
a. beslissingen of procedures die zijn gericht op de beëindiging van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, of tot ontbinding van de gesubsidieerde rechtspersoon;
b. relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhouding met derden;
c. ontwikkelingen die ertoe kunnen leiden dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen niet of niet geheel zullen kunnen worden nagekomen;
d. wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm van de gesubsidieerde rechtspersoon, de persoon van de bestuurder of bestuurders en het doel van de rechtspersoon.
Artikel 12 Aan een subsidie te verbinden bijzondere verplichtingen
Bij subsidies hoger dan € 50.000, verleend voor activiteiten die meer dan een jaar in beslag nemen, kan de verplichting worden opgelegd tot het tussentijds afleggen van rekening en verantwoording over de tot dan verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten. De verantwoording wordt niet vaker dan één keer per jaar verlangd;
Artikel 12a Vorming van reserves
Het college kan de subsidie-ontvanger toestemming verlenen om het positieve verschil tussen de verleende subsidie en de werkelijke kosten van de activiteiten toe te voegen aan de algemene reserves of bestemmingsreserves. Dit kan slechts wanneer de subsidie-ontvanger alle activiteiten waarvoor subsidie is verleend heeft verricht en aan alle aan de subsidie verbonden verplichtingen heeft voldaan.
Artikel 13 Eindverantwoording subsidies tot en met € 10.000
Bij een ambtshalve vaststelling als bedoeld in het vorige lid kan de aanvrager worden verplicht om uiterlijk 13 weken nadat de activiteiten uiterlijk moeten zijn verricht op de daarbij aangegeven wijze aan te tonen dat de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen. In dat geval vindt de vaststelling plaats binnen 8 weken nadat de gevraagde inlichtingen zijn verstrekt.
Artikel 15 Eindverantwoording subsidies van meer dan € 50.000
a. een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht;
b. een overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag); en
c. een goedgekeurde controleverklaring, verstrekt door een onafhankelijk accountant.
Artikel 16 Subsidievaststelling
Als een aanvraag tot subsidievaststelling niet voor het tijdstip, bedoeld in de artikelen 14, eerste lid en 15, eerste lid, is ingediend, kan het college de subsidie-ontvanger schriftelijk een nieuwe termijn stellen. Wordt de aanvraag niet binnen deze termijn ingediend dan kan het college overgaan tot ambtshalve vaststelling.
Artikel 17 Onvoorziene omstandigheden en hardheidsclausule
Het college kan deze verordening, met uitzondering van de artikelen 2, 3 en 4, in individuele gevallen buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover de toepassing van die bepalingen voor de subsidieaanvrager of -ontvanger gevolgen zou hebben die onevenredig zijn in verhouding tot de met de betrokken bepalingen te dienen doelen.