Organisatie | Emmen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Financiële verordening gemeente Emmen 2017 |
Citeertitel | Financiële verordening gemeente Emmen 2017 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen.
Gemeentewet,art. 219, eerste 1
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2017 | 01-10-2018 | nieuwe regeling | 22-12-2016 Emmen Officieel (onderdeel van In Emmen), 19-01-2017 | Onbekend. |
Hoofdstuk 1. BEGRIPSBEPALINGEN
In deze verordening wordt verstaan onder:
het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Emmen en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.
het onderdeel van de administratie dat omvat het systematisch maken en verwerken van aantekeningen betreffende de financiële gegevens van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Emmen, teneinde te komen tot een goed inzicht in:
alsmede tot het afleggen van rekening en verantwoording daarover.
c. administratieve organisatie:
het geheel van maatregelen gericht op het systematisch verzamelen, vastleggen en verwerken van gegevens, gericht op het verstrekken van informatie ten behoeve van de organisatie en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.
het uitoefenen van bestuur over en toezicht op het beheer van middelen en het uitoefenen van rechten van de gemeente Emmen.
het in overeenstemming zijn met geldende wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen.
het realiseren van bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen.
de mate waarin de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid ook daadwerkelijk worden behaald.
het geheel van elkaar ondersteunende maatregelen door of namens en ten behoeve van de leiding van de organisatie, teneinde na te gaan of de organisatie functioneert zoals het bedoeld is.
specifieke controle/onderzoeken ten behoeve van het management
een programma (zoals bedoeld in het Besluit Begroting en Verantwoording) is een samenhangende verzameling van taakvelden, activiteiten en geldmiddelen die gericht is op het bereiken van vooraf bepaalde maatschappelijke effecten, waaraan indicatoren worden gekoppeld.
taakvelden (zoals bedoeld in het Besluit Begroting en Verantwoording) zijn eenheden waarin de programma’s zijn onderverdeeld.
een paragraaf (zoals bedoeld in het Besluit Begroting en Verantwoording) geeft een ‘dwarsdoorsnede’ van de begroting(en het jaarverslag), bezien vanuit een bepaald perspectief; het gaat met name om de beleidslijnen van het beheersproces waarbij sprake kan zijn van een grote financiële impact, een grote politieke betekenis of een aanzienlijk belang voor de realisatie van de beleidsprogramma’s; er zijn wettelijke en niet-wettelijke paragrafen.
Hoofdstuk 2. PLANNING EN CONTROL
Het college biedt uiterlijk in maart van het lopende kalenderjaar een perspectiefbrief aan waarin de belangrijkste ontwikkelingen zijn weergegeven die een plek zullen krijgen in de kadernota. Het gaat daarbij om de hoofdlijnen van het financieel perspectief over de komende begrotingsperiode (inclusief meerjarenperspectief).
Artikel 6. Uitvoering begroting
Het college draagt zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van een aantal bedrijfsonderdelen op juistheid, volledigheid en tijdigheid van de bestuurlijke informatievoorziening, de rechtmatigheid van beheershandelingen en op misbruik en oneigenlijk gebruik van de gemeentelijke regelingen. Deze toetsing wordt geïntegreerd in de onderzoeken naar doelmatigheid en doeltreffendheid in het kader van artikel 213a Gemeentewet. Daarnaast kunnen in het kader van de interim-controle van de accountant afspraken worden gemaakt over de interne toetsing.
Het college waarborgt interne controlemaatregelen en beoogt het voorkomen van onvolkomenheden, dan wel het tijdig ontdekken ervan zodat correctie mogelijk is voordat de onvolkomenheden hebben doorgewerkt. Het college neemt adequate maatregelen die ertoe leiden dat de geautomatiseerde gegevensvoorziening/verwerking is gewaarborgd.
Artikel 9. Tussentijdse rapportage en informatie
Artikel 10. Actieve informatieplicht
Als bedoeld in artikel 169 lid 4 van de Gemeentewet informeert het college in ieder geval vooraf de raad en neemt pas een besluit, nadat de raad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen. Dit voorzover het betreft privaatrechtelijke rechtshandelingen met mogelijk ingrijpende gevolgen voor de gemeente.
Hoofdstuk 3. FINANCIЁLE POSITIE
Artikel 16. Kostprijsberekening
Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht en goederen, werken en diensten die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Tenzij anders bepaald, dienen de tarieven en heffingen 100% kostendekkend te zijn, rekening houdend met de kosten die wettelijk mogen worden toegerekend. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten de indirecte kosten betrokken, die samenhangen met de door de gemeente verleende diensten.
Bij de (indirecte) kosten worden betrokken de bijdragen reserves voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa, de kosten voor algemene overhead, de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa en aanvullend voor rioolrechten, reinigingsrechten en afvalstoffenheffing de compensabele BTW en de kosten van het kwijtscheldingsbeleid.
Het percentage van de omslagrente voor de toerekening van rente voor de financiering van de in gebruik zijn de activa wordt jaarlijks met de begroting vastgesteld. Het percentage van deze omslagrente wordt bepaald uit het gewogen gemiddelde van het bij de begroting geraamde rentepercentage van de rentekosten op de opgenomen langlopende leningen, kortlopende leningen en kredieten. De uitkomst van dit percentage van de omslagrente wordt op een half procent afgerond.
Artikel 16a. Prijzen economische activiteiten
Voor de levering van goederen, diensten of werken aan overheidsbedrijven en derden en met welke bijbehorende activiteiten de gemeente in concurrentie met marktpartijen treedt, wordt tenminste de geraamde integrale kostprijs in rekening gebracht. Bij afwijking vanwege een publiek belang doet het college vooraf voor elk van deze activiteiten afzonderlijk een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de activiteit wordt gemotiveerd.
Bij het verstrekken van leningen of garanties aan overheidsbedrijven en derden brengt de gemeente de geraamde integrale kosten in rekening. Bij afwijking vanwege een publiek belang doet het college vooraf een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de lening of garantie wordt gemotiveerd.
Bij het verstrekken van kapitaal door de gemeente aan overheidsbedrijven en derden gaat het college uit van een vergoeding van tenminste de geraamde integrale kosten van de verstrekte middelen. Bij afwijking vanwege een publiek belang doet het college vooraf een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de kapitaalverstrekking wordt gemotiveerd.
Artikel 18. Registratie bezittingen, activa en vermogen
Het college draagt er zorg voor, dat de registratie en de ontwikkeling van de bezittingen en het vermogen van de gemeente systematisch jaarlijks worden gecontroleerd (te weten: met name de registergoederen, de bedrijfsmiddelen, de waardepapieren, de voorraden, de uitstaande leningen, de (debiteuren-)vorderingen, de liquiditeiten, de opgenomen leningen, de (crediteuren-)schulden,).
Hoofdstuk 4. NOTA’S EN PARAGRAFEN
Artikel 20. Weerstandsvermogen en risicomanagement
Artikel 21. Onderhoud kapitaalgoederen
Het college draagt er zorg voor dat ieder jaar in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen van de begroting de beleidsmatige contouren en de concrete uitwerking daarvan zijn opgenomen. Het gaat daarbij om de kaders voor de inrichting van het onderhoud en het beoogde onderhoudsniveau voor het openbaar groen, wegen, kunstwerken en gemeentelijke gebouwen.
Het college biedt op basis van de nieuwe actualiteit een nota rioleringsplan aan. De nota geeft het kader weer voor de inrichting van het onderhoud en het beoogde onderhoudsniveau alsmede de kwaliteit van het milieu in zoverre gerelateerd aan het beheer en onderhoud van het rioolstelsel en het meerjarig budgettair beslag. De raad stelt de nota vast binnen drie maanden nadat de nota is aangeboden.
In de (optionele) bedrijfsvoeringparagraaf in de begroting wordt ingegaan op actuele onderwerpen die aandacht behoeven. In de bedrijfsvoeringparagraaf in het jaarverslag wordt gerapporteerd over de bij de begroting bepaalde onderwerpen aangaande de bedrijfsvoering alsmede over nieuwe ontwikkelingen. In de bedrijfsvoeringparagraaf wordt speciale aandacht gegeven aan:
Artikel 24. Verbonden partijen
De nota bevat voorts de kaders voor het beleid aangaande (het aangaan van nieuwe) participaties, met name de condities waaronder het publiek belang is gediend met behartiging door verbonden partijen, de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de verbonden partijen en de financiële voorwaarden.
In de begroting en de jaarstukken wordt in de paragraaf verbonden partijen in elk geval weergegeven wat de ontwikkelingen zijn en wordt op de volgende onderelen ingegaan per verbonden partij: het bestuurlijk belang/de participatie, het financieel belang, de visie aangaande doelstellingen van de verbonden partij, de beleidsvoornemens, de verwachte omvang van het eigen vermogen, vreemd vermogen, financieel resultaat en eventuele risico’s van de verbonden partij.
Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam “Financiële verordening gemeente Emmen 2017”.
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van 22 december 2016,
Bijlage kaders begrotingswijzigingen
Toelichting op gewijzigde Financiële verordening ex art 212 GW.
Ten opzichte van de op 27 september 2012 vastgestelde verordening zijn de volgende aanvullingen en wijzigingen aangebracht:
Het begrip product is vervangen door taakveld. Dit is de nieuwe term volgens het nieuwe BBV.
Het artikel over de perspectiefbrief is nieuw. In de vorige verordening was geen artikel over de perspectiefbrief opgenomen omdat die toen nog als document nieuw was en zich nog moest bewijzen. Inmiddels is uitgesproken dat de perspectiefbrief van toegevoegde waarde is, maar wel op hoofdlijnen zal moeten zijn.
In lid 2 wordt (de huidige praktijk) vastgelegd dat het meerjarenperspectief grondexploitaties een bijlage bij de kadernota is.
Nieuw, volgens het BBV, voorgeschreven onderdelen van de financiële begroting zijn het overzicht overhead en vennootschapsbelastingplicht (zie lid 2).
In de financiele begroting wordt een geprognosticeerde balans t+1 verwerkt. Dit is voorgeschreven volgens de nieuwe BBVen heeft te maken met het kunnen berekenen van het EMU-saldo. Met deze balans krijgt de raad meer inzicht in de ontwikkeling van onder meer de investeringen, het aanwenden van de reserves en voorzieningen en in de financieringsbehoefte. De balans voor het jaar t+1 moet tenminste de posten bevatten die nodig zijn om het EMU-saldo er eenduidig uit af te kunnen leiden.
In de financiële begroting nemen wij nu al een hoofdstuk reserves en voorzieningen op. Dit stond nog niet vermeld in de oude verordening en is nu aan de nieuwe verordening toegevoegd.
Lid 3 is nieuw. Dit geeft invulling aan de het belang dat steeds meer aan de schuldpositie van gemeenten wordt gehecht. Dit wordt nu expliciet in de verordening verwerkt.
Lid 4 nieuw. Het BBV schrijft voor om bij de toelichting op de meerjarenraming informatie te geven over de ontwikkeling van het EMU-saldo, de EMU-norm en de afwijking ten opzichte van de referentiewaarde.
In artikel 6 wordt diverse malen over de kaders inzake begrotingswijzigingen gesproken. Dit zijn de kaders op basis van artikel 6 lid 3f. Zie de toelichting aldaar.
In artikel 6 lid 3d is onderschrijdingen vervangen door onder- en overschrijdingen.
In artikel 6 lid 3e stond in de oude verordening de oude term verzamelbesluit begrotingswijzigingen. De sinds enige tijd gehanteerde benaming is besluit begrotingswijzigingen.
Tevens is maandelijks vervangen door periodiek.
In artikel 6 lid 3f staat dat het college kaders opstelt inzake begrotingswijzigingen. De raad stelt deze kaders vast. Deze kaders zijn als afzonderlijke bijlage bijgevoegd.
Artikel 9 gaat over de Beraps. In de oude verordening stond dat in de Berap beleidsmatige informatie moet worden gegeven. In Berap-I wordt echter geen beleidsmatige informatie vanuit de programma’s gegeven. Bij Berap-II vindt dit wel plaats. De verordening is nu aangepast en op de praktijk toegespitst.
Er moet een nieuwe nota activabeleid worden opgesteld in verband met de activeringsplicht van activa met maatschappelijk nut.
In de oude verordening stond omschreven hoe de berekening van de voorziening voor oninbaarheid zou moeten plaats vinden. De oude tekst was als volgt:
1. Voor openstaande vorderingen betreffende activiteiten met een homogeen karakter zoals belastingvorderingen, huurvorderingen, rente en aflossing kredietbank wordt een voorziening wegens oninbaarheid gevormd ter grootte van een percentage van de omzet (dynamische methode).
2. Voor de overige vorderingen wordt een voorziening wegens oninbaarheid gevormd op basis van een beoordeling op inbaarheid van de openstaande vorderingen ouder dan drie maanden. Hoe ouder de vordering, hoe hoger de voorziening.
Omdat de wijze van berekenen in de praktijk afhankelijk is van de situatie is het minder wenselijk om dit vast te leggen in een verordening. De praktijk is dat er met de accountant afspraken worden gemaakt over de berekening. In de nieuwe verordening wordt de wijze van berekenen nu open gelaten.
Artikel 16 lid 1 is deels tekstueel gewijzigd in verband met het uniform hanteren van de begrippen uit het nieuwe artikel 16a. Bij de berekening van de tarieven worden bij onze gemeente ook de kosten van het kwijtscheldingsbeleid meegenomen. Dit leggen we nu ook vast in lid 2 van artikel 16.
Ook wordt aangegeven de algemene overhead mee te nemen in de indirecte kosten en tarieven. Hiermee wordt een verband met artikel 19 gelegd.
Lid 3 en 4 bevatten de kaders volgens het BBV voor resp. berekening van het tarief voor overhead en het percentage van de omslagrente.
In verband met de wet Markt en Overheid (die is ingebed in de Mededingingswet) is artikel 16 a als nieuw artikel toegevoegd. Het gaat daarbij om de basis voor de berekening van de tarieven voor de levering van goederen, werken en diensten voor zover de gemeente in concurrentie metmarkt-partijen treedt). Deze tarieven moeten gebaseerd zijn op de integrale kosten ten einde oneigenlijke bevoordeling te voorkomen.
Het oude artikel 19 is nu onderverdeeld in lid 1, 2 en 3.
In de nieuwe BBV wordt alle overhead op één programma begroot en verantwoord. Voor lokale heffingen mag een gemeente kostendekkende tarieven berekenen en mag dus overhead meenemen in de berekening van de tarieven. In artikel 19 wordt nu geregeld dat zowel in de nota lokale heffingen als in de paragraaf lokale heffingen wordt toegelicht hoe de algemene overhead is meegenomen in de tariefsberekening.
Volgens de nieuwe BBV moet de gemeente specifieke informatie opnemen in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing. Dit betreft kengetallen inzake de financiële positie en informatie over de EMU-norm en de referentiewaarde. Dit is nu in de verordening verwerkt.
Op grond van de nieuwe BBV moet de EMU-norm worden opgenomen in een begrotingsparagraaf. De paragraaf financiering ligt het meest voor de hand. Dit zorgt ervoor dat er meer (verplichte) aandacht is voor het EMU-saldo in de beleidsvoorbereiding, de sturing en de beheersing. De raad kan meer grip uitoefenen op het EMU-saldo, onder meer omdat de relatie met de referentiewaarden beter kan worden gelegd. Voor de gemeente is het van belang te weten of de individuele referentiewaarden van het EMU-saldo die voor de individuele gemeenten bekend zijn, meerjarig worden overschreden. Omdat het consequenties heeft als de norm macro overschreden wordt, is het voor individuele gemeenten van belang om meerjarig op de individuele referentiewaarde te sturen.
In de nieuwe BBV is de paragraaf bedrijfsvoering optioneel en dus niet verplicht. Dit heeft te maken met het integraal opnemen van de kosten van overhead in één programma. Hierin is nog een keuze te maken.
In lid 4 staat de volgens het BBV voorgeschreven informatie inzake verbonden partijen.
In de oude verordening werd nog gesproken over “de systematiek van de bepaling van het benodigde weerstandsvermogen in relatie tot de het risicoprofiel” Dit is gewijzigd in “het risicoprofiel”.
In de oude verordening werd nog gesproken over “het risicoprofiel in relatie tot de reserve grondexploitaties”. Dit is gewijzigd in “het risicoprofiel”.