Organisatie | Amersfoort |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Wegsleepverordening Amersfoort 2006 |
Citeertitel | Wegsleepverordening Amersfoort 2006 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Artikel 173 Wegenverkeerswet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-06-2006 | nieuwe regeling | 16-05-2006 www.amersfoort.nl (stadsberichten) | 1764377 |
Op 1 januari 2002 is de Wet van 21 februari 1997, houdende de wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994), ook wel de wijziging van de wegsleepregeling genoemd, en het bijbehorende Besluit wegslepen van voertuigen in werking getreden. Artikel 170 tot en met 173 WVW 1994 zijn geheel vervangen door nieuwe bepalingen. De wijzigingswet is bij de Invoeringswet van de derde tranche van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), deel II, nog aangepast in verband met de overgang van de bepalingen over de uitvoering van bestuursdwang uit de Gemeentewet naar de Awb.
De uitvoering van de wegsleepregeling is een bevoegdheid van het College. Het wegslepen van een voertuig moet worden gezien als een bijzondere vorm van bestuursdwang. In de Awb zijn algemene regels gesteld over de toepassing van bestuursdwang. Deze regels zijn aanvullend ook van toepassing op het wegslepen van voertuigen.
In artikel 170 .e.v. WVW 1994 is het kader aangegeven waarbinnen het College gebruik kan maken van zijn bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen. Hoewel de bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen in de wet is neergelegd, kan het College pas goed van deze bevoegdheid gebruik maken wanneer de gemeenteraad in een verordening nadere regels heeft gesteld over de toepassing van deze bevoegdheid, zoals in artikel 173, tweede lid van de wet wordt voorgeschreven. In deze verordening dienen in elk geval regels te worden gesteld over:
Aangezien in artikel 173, tweede lid van de wet wordt aangegeven dat de nadere regels bij gemeentelijke verordening moeten worden gesteld, kunnen de hiervoor genoemde onderwerpen niet worden gedelegeerd aan het College. De uitwerking van de nadere regels van de verordening kan wel door het College geschieden, bijvoorbeeld door het opstellen van mandateringsinstructies aan de handhaver en de wegsleper.
Het College is na de inwerkingtreding van de verordening bevoegd met betrekking tot de uitvoering daarvan. Gezien de omstandigheid dat deze werkzaamheden in de praktijk door de handhavers en een wegsleepbedrijf zullen worden uitgevoerd, dienen ter zake mandateringen te worden verstrekt. Bij deze mandateringen kunnen instructies (conform artikel 10:6 Awb) worden verschaft, waarmee het College een zekere mate van invloed kan uitoefenen op de wijze van uitvoering. Voor zover het wegslepen gebeurt ten behoeve van markten is de marktmeester reeds gemandateerd om een en ander te coördineren en af te stemmen. Voor andere wegsleepwaardige situaties dient het College de medewerker vergunningen van ParkeerService Amersfoort NV te mandateren om een en ander te coördineren en af te stemmen.
De bedrijfsjurist van Parkeerservice dient gemandateerd te worden voor het behandelen van eventuele bezwaarschriften.
Vrijhouden van aangewezen wegen en weggedeelten
Verwijdering, overbrenging en inbewaringstelling van voertuigen in het belang van het vrijhouden van aangewezen wegen en weggedeelten (zie artikel 170, eerste lid, aanhef en onder c, WVW 1994 en artikel 2, Besluit wegslepen van voertuigen) kunnen noodzakelijk zijn in het geval dat een voertuig geparkeerd is:
op een algemene gehandicaptenparkeerplaats, nader aangeduid door bord E6 van bijlage 1 van het RVV 1990, tenzij gebruik wordt gemaakt van een voertuig dat voorzien is van een geldige en duidelijk zichtbaar aangebrachte gehandicaptenparkeerkaart of tenzij er gebruik gemaakt wordt van een gehandicaptenvoertuig in de zin van art. 1, lid r, RVV 1990;
Artikel 1: Begripsomschrijvingen
d.voertuig: Het begrip voertuig, zoals in artikel 1 onder al. van RVV 1990 is omschreven, is ruim. Hieronder vallen niet alleen motorvoertuigen, maar ook fietsen en bromfietsen, invalidenvoertuigen, trams en wagens. Al deze voertuigen vallen derhalve onder de werking van deze wegsleepverordening. Gelet op de omschrijving onder e. vallen tweewielige bromfietsen niet onder artikel 3 en 4 van de verordening.
In de APV van Amersfoort zijn bepalingen opgenomen met betrekking tot de verwijdering van fietsen en bromfietsen op de openbare weg (zie artikel 2.4.12 en 5.1.11, APV 2004). Deze bepalingen zijn aanvullend op wat de wegenverkeerswetgeving beoogd te regelen.
motorrijtuig: Het begrip motorrijtuig is apart omschreven omdat artikel 5 van de verordening alleen betrekking heeft op dit soort voertuigen.
Artikel 2: Aanwijzen van wegen en weggedeelten
De bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen is in de wet zelf geregeld. Voor het wegslepen van voertuigen in het belang van de veiligheid op de weg of de vrijheid van verkeer hoeven geen wegen en weggedeelten te worden aangewezen. Van deze bevoegdheid kan op alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente gebruik worden gemaakt.
Voor het wegslepen van voertuigen in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten kunnen op grond van artikel 170, eerste lid, aanhef en onder c, en artikel 173, tweede lid, aanhef en onder c, van WVW 1994 bij gemeentelijke verordening wegen en weggedeelten worden aangewezen. In artikel 2 van het Besluit wegslepen van voertuigen is nader aangegeven om welke soorten van wegen en weggedeelten het kan gaan, zoals onder andere gehandicaptenparkeerplaatsen, taxistandplaatsen, laad- en loshavens, parkeerplaatsen voor vergunninghouders, voetgangersgebieden en dergelijke.
In deze verordening worden alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente aangewezen, voor zover behorend tot de soorten van wegen en weggedeelten zoals bedoeld in artikel 2 van het Besluit wegslepen van voertuigen.
Artikel 3: Bewaring voertuigen
Vanwege de redactie van artikel 173, tweede lid, WVW 1994 moet(en) de plaats(en) van bewaring van voertuigen door de gemeenteraad worden aangewezen. Delegatie aan het college van burgemeester en wethouders is niet mogelijk. In onvoorziene omstandigheden is het denkbaar dat de burgemeester op grond van zijn bijzondere bevoegdheden ter handhaving van de openbare orde tijdelijk ook andere terreinen aanwijst als plaats van bewaring van voertuigen.
Artikel 4: Tarieven en betaling
In artikel 13 tot en met 15 van het Besluit wegslepen van voertuigen is geregeld welke soorten van kosten die verbonden zijn aan het wegslepen en in bewaring stellen van voertuigen, in rekening kunnen worden gebracht. Het is daarbij niet van belang of het wegslepen door de gemeente zelf of door een derde in opdracht van de gemeente wordt uitgevoerd.
In de Algemene wet bestuursrecht is geregeld dat betaling van de verschuldigde kosten dient plaats te vinden, voordat tot teruggave van het in bewaring genomen voertuig wordt overgegaan. De bepaling in het vijfde lid dient slechts ter verduidelijking voor de uitvoering van de wegsleepverordening.
Artikel 5: Overeenkomstige toepassing
Naast de in artikel 170, eerste lid WVW 1994 bedoelde gevallen, zijn in deze wet nog twee gevallen genoemd, waarin het noodzakelijk kan zijn om een voertuig te laten wegslepen en in bewaring te laten stellen. Achtereenvolgens wordt hier gedoeld op:
de situatie dat een motorrijtuig niet beschikt over een behoorlijk zichtbare kentekenplaat, terwijl de eigenaar of houder van dat motorrijtuig niet direct te achterhalen is. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan voertuigwrakken die geen kenteken meer hebben of aan situaties dat er sprake kan zijn van het “knoeien” met kentekens in geval van autodiefstal.
Wanneer in dit soort gevallen een voertuig moet worden weggesleept en in bewaring genomen, is er geen sprake van uitoefening van bestuursdwang. Artikel 170, eerste lid, WVW 1994, waarin de bestuursdwangbevoegdheid is geregel, is dan ook niet toepassing verklaard in de genoemde gevallen. In feite gaat het om een vorm van inbeslagname van goederen die ook in het strafrecht voorkomt.