Organisatie | Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Financiële verordening Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland |
Citeertitel | Financiële verordening Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2009 | 01-01-2009 | 01-01-2018 | Onbekend | 25-06-2009 Onbekend | Onbekend |
Het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland besluit,
gelet op artikel 212 van de Gemeentewet,
Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland.
Administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.
Titel 1 Begroting en verantwoording
Het Dagelijks Bestuur biedt uiterlijk 31 januari voorafgaand aan het begrotingsjaar de uitgangspunten voor de begroting aan het Algemeen Bestuur aan.
Het Dagelijks Bestuur draagt ten behoeve van de jaarrekening zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Uitvoering hieraan wordt gegeven door middel van een controleplan. Bij afwijkingen neemt het Dagelijks Bestuur maatregelen tot herstel.
Artikel 10 Waardering en afschrijving vaste activa
Aankoop en vervaardiging van activa met een meerjarig maatschappelijk nut worden onder aftrek van bijdragen van derden en bestemmingsreserves, ten laste van de exploitatie gebracht. Hiervan kan bij besluit van het Algemeen Bestuur worden afgeweken. In geval van activering bij besluit van het Algemeen Bestuur wordt het actief afgeschreven over de verwachte levensduur van het actief of een kortere, door het Algemeen Bestuur aan te geven tijdsduur.
Artikel 11 Voorziening voor oninbare vorderingen
Voor oninbare vorderingen wordt een voorziening gevormd op basis van een beoordeling op inbaarheid van de openstaande vorderingen ouder dan drie maanden.
Artikel 12 Reserves en voorzieningen
Het Dagelijks Bestuur biedt op verzoek van het Algemeen Bestuur een nota reserves en voorzieningen ter vaststelling aan. Deze nota behandelt ten aanzien van reserves en voorzieningen de vorming, besteding en de toerekening en verwerking van de rente.
Artikel 14 Financieringsfunctie
Het Dagelijks Bestuur stelt regels op inzake het beleid en de uitvoering van de financieringsfunctie alsmede de regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening in de vorm van een Treasurystatuut. Het Dagelijks Bestuur zendt het besluit financieringsstatuut ter vaststelling aan het Algemeen Bestuur.
Het Dagelijks Bestuur geeft in de paragraaf weerstandsvermogen van de begroting en van de jaarstukken de risico’s van materieel belang aan en maakt een inschatting van de kans dat deze risico’s zich voordoen. Daarnaast maakt het Dagelijks Bestuur in de paragraaf weerstandsvermogen de weerstandscapaciteit inzichtelijk en geeft aan in hoeverre schade en verliezen hiermee opgevangen kunnen worden.
Bij de begroting en de jaarstukken doet het Dagelijks Bestuur in de paragraaf financiering in ieder geval verslag van:
In de paragraaf bedrijfsvoering bij de begroting wordt ingegaan op actuele en tijdelijke aspecten betreffende de bedrijfsvoering. In de paragraaf bedrijfsvoering bij de jaarstukken wordt gerapporteerd over de in de begroting opgenomen onderwerpen en nieuwe ontwikkelingen in het achterliggende jaar.
In de paragraaf verbonden partijen bij de begroting en de jaarstukken wordt ingegaan op nieuwe, gewijzigde of beëindigde verbonden partijen, de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de verbonden partijen, de financiële en bestuurlijke inbreng van de veiligheidsregio en relevante actuele ontwikkelingen.
Aldus gewijzigd en vastgesteld in de vergadering van het Algemeen Bestuur van 19 december 2012.
Voorzitter ambtelijk secretaris
Mr. G.J. de Graaf mr. M. Assies
Toelichting bij Financiële verordening Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland 2009
In dit artikel worden enkele algemene begrippen gedefinieerd. Binnen de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland worden met de Brandweer en de GHOR twee taken onderscheiden. In de verordening wordt er vanuit gegaan, dat vanuit deze twee taakvelden een direct verantwoordelijke wordt aangewezen binnen de organisatie.
In het kader van het financieel beheer wordt gesproken over het uitoefenen van rechten. Het gaat hierbij in het bijzonder om het innen van de algemene inwonerbijdrage van de gemeenten.
In het Besluit begroting en verantwoording (BBV) zijn voorschriften opgenomen ten aanzien van de inrichting van de begroting. Deze bepalingen zijn tot uitdrukking gebracht in dit artikel.
In het kader van BBV wordt onderscheid gemaakt naar Algemeen Bestuur en Dagelijks Bestuur voor wat betreft het financieel instrumentarium. In artikel 2 is bepaald dat voor het Algemeen Bestuur een programmabegroting wordt opgesteld. Voor het Dagelijks Bestuur (en de organisatie) wordt gewerkt met een productenraming. Ter verduidelijking is in het tweede lid een (algemene) definitie opgenomen van het begrip programma.
In het kader van BBV wordt de kaderstellende rol van de raad versterkt. In de uitwerking van dit artikel is deze lijn ook voor het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio doorgetrokken. Daarom is bepaald dat de uitgangspunten voor de begroting formeel worden vastgesteld door het Algemeen Bestuur. Een mogelijkheid was ook geweest deze verantwoordelijkheid bij het DB neer te leggen, waarna bij vaststelling van de begroting ook de gehanteerde uitgangspunten worden geaccordeerd.
Artikel 5 Uitvoering begroting
In dit artikel zijn bepalingen opgenomen die moeten waarborgen dat de uitvoering van de begroting conform de door het Algemeen Bestuur vastgestelde kaders plaatsvindt. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het Besluit regeling budgetbeheer en begrotingsdiscipline.
Naast de kaderstellende rol is de controlerende rol van de raad (lees Algemeen Bestuur) met de invoering van BBV versterkt. Een goede interne controle is een belangrijke basisvoorwaarde voor het waarborgen van de rechtmatigheid.
De inbedding van de interne controle in de bedrijfsvoering wordt verzekerd door te bepalen dat hieraan een controleplan ten grondslag ligt, waarin de nadere instructies voor de controle zijn vastgelegd.
Artikel 7 Tussentijdse rapportage en informatie
Een wezenlijk onderdeel van de planning en controlcyclus wordt gevormd door de tussentijdse rapportages. In de verordening is bepaald dat tweemaal per jaar tussentijds wordt gerapporteerd door de organisatie aan het Dagelijks Bestuur. De eerste rapportage richt zich met name op de ontwikkelingen die hebben plaatsgevonden in de periode tussen vaststelling van de begroting (medio het voorgaande jaar) en het moment van tussenrapportage. In de tweede rapportage wordt het lopende begrotingsjaar in ogenschouw genomen, waarbij ook vooruitgekeken wordt naar verwachte ontwikkelingen in de nog resterende periode van dat jaar.
Het Dagelijks Bestuur biedt in het najaar vervolgens aan het Algemeen Bestuur een integrale financiële verkenning over de eerste acht maanden aan.
De tussenrapportage heeft een herkenbare structuur doordat aansluiting wordt gezocht bij de opzet van de begroting. Inhoudelijk heeft de rapportage het karakter van ‘management by exception’. Dat betekent dat slechts gerapporteerd wordt over afwijkingen ten opzichte van het vastgestelde beleid (in de begroting). Daarnaast wordt de tussenrapportage gebruikt als vast moment voor het formaliseren van begrotingswijzigingen. Hiervoor wordt verwezen naar de nota Begrotingsdiscipline.
Ten aanzien van de jaarstukken is nadrukkelijk aansluiting gezocht bij BBV.
In de leden 1 en 2 van dit artikel wordt aangegeven welke elementen als onderdeel van de financiële positie in de begroting inzichtelijk worden gemaakt.
In het derde lid is bepaald dat met de vaststelling van de begroting door het Algemeen Bestuur de voorgestelde investeringen zijn geautoriseerd. Dit betekent dat het Dagelijks Bestuur binnen deze kaders uitvoering kan geven aan de voorgenomen investering en in principe niet tussentijds voor instemming terug hoeft naar het Algemeen Bestuur.
Artikel 10 Waardering en afschrijving vaste activa
Om te voorkomen dat in de verordening een eindeloze opsomming van activa wordt opgenomen, is gekozen voor een bepaalde verdichting.
Artikel 11 Voorziening voor oninbare vorderingen
De gestelde termijn is vooralsnog op 3 maanden gesteld.
Artikel 12 Reserves en voorzieningen
In de verordening is vooralsnog in het midden gelaten op welk moment de reserves en voorzieningen ten behoeve van het Algemeen Bestuur inzichtelijk worden gemaakt. De nota zal niet als een separaat stuk worden opgesteld, maar binnen de bestaande planning en controlcyclus een plek krijgen.
Artikel 13 Kostprijsberekening
In lid 2 van dit artikel is opgenomen dat ten behoeve van de bepaling van de tarieven voor derden, gebruik wordt gemaakt van de Handleiding Overheidstarieven. Hiermee wordt op transparante en objectieve wijze een grondslag voor de toerekening van kosten gevonden. De Handleiding wordt jaarlijks geactualiseerd.
Artikel 14 Financieringsfunctie
De bepalingen in dit artikel vormen een algemene kapstok voor de financieringsfunctie. Een verdere uitwerking heeft plaatsgevonden in het Treasurystatuut. Daarnaast wordt jaarlijks bij zowel de begroting als de jaarstukken in de Treasuryparagraaf uitvoeringsinformatie verstrekt.
Artikel 15 Registratie bezittingen, activa en vermogen
Naast de registratie van bezittingen e.d. wordt in dit artikel voorgeschreven dat voor de vervanging van de activa gewerkt wordt met meerjarige plannen. Activa die hiervoor in aanmerking komen zijn ICT-apparatuur, meubilair, vervoermiddelen en brandweermaterieel. In eerste aanleg kost het opstellen van een dergelijk plan een forse ambtelijke inspanning. Na het opstellen van het vervangingsplan vindt ieder jaar in het kader van het opstellen van de begroting een actualisatie plaats.
Artikelen 16 t.e.m. 20 Verplichte paragrafen
In het kader van het BBV zijn een zevental paragrafen verplicht voorgeschreven. Voor tenminste twee van deze paragrafen geldt dat ze voor een Gemeenschappelijke Regeling niet van toepassing zijn. Daarnaast is mogelijk ook de paragraaf Verbonden Partijen voor de NOG niet relevant. De bepalingen in de artikelen 16 tot en met 19 komen overeen met bepalingen in het BBV.
Artikelen 21 en 22 Financiële administratie
Deze artikelen spreken voor zich en behoeven geen specifieke toelichting.
Artikel 23 Financiële organisatie en administratie
In het kader van dit artikel heeft het Dagelijks Bestuur het Besluit regeling budgetbeheer en nota begrotingsdiscipline vastgesteld.