Organisatie | Renswoude |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING EN REINIGINGSRECHT 2017 |
Citeertitel | Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrecht 2017 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Verordening vervangt de verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2016 van 8 december 2015 echter blijft zij van toepassing op de belastbare feiten, die zich voor die datum hebben voorgedaan
Wet milieubeheer, art. 15.33
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2017 | 31-12-2017 | nieuwe regeling | 06-12-2016 Gemeenteblad, 2016, 173649 | 159257 |
De raad van de gemeente Renswoude;
Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d.22 november 2016;
Gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
Vast te stellen de volgende verordening
Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrecht 2017
Paragraaf 1 Inleidende bepalingen, begripsomschrijvingen
Artikel 2 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
perceel: een gebouwde onroerende zaak – of een gedeelte daarvan – dat blijkens indeling en inrichting bestemd is om als afzonderlijk geheel door een particuliere huishouding te worden gebruikt en ook als zodanig wordt gebruikt; met een perceel worden gelijkgesteld: een stacaravan, een woonwagen en een demontabel zomer- of vakantiehuisje, indien gebruikt door een particuliere huishouding;
Paragraaf 2 Afvalstoffenheffing
De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot inzameling van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De belasting bedraagt per belastingjaar per perceel voor:
Artikel 8 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet moet een aanslag worden betaald in drie gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand, volgende op die, welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de volgende termijnen telkens een maand later. Wanneer wordt betaald via automatische incasso wordt de belasting geïncasseerd in acht zoveel mogelijk gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand, volgende op die, welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de volgende termijnen telkens een maand later.
Belastingplichtig voor de reinigingsrechten is diegene op wiens verzoek, dan wel ten behoevevan wie de dienst wordt verricht of degene die van bezittingen, werken of inrichtingen b bedoeld in artikel 9, gebruik maakt.
Het recht bedraagt voor het op verzoek beschikbaar stellen , hert gebruik en het ledigen van minicontainers tot maximaal 240 liter en het verwijderen van het daarin verzamelde bedrijfsafval per belastingjaar in geval van het eenmaal per week ledigen en verwijderen van de verzamelde bedrijfsafvalstoffen : € 216,85 per container.
Artikel 14 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing en de reinigingsrechten.
De “Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2016” vastgesteld bij raadsbesluit van 8 december 2015, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 16, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten, die zich voor die datum hebben voorgedaan.