Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Berkelland

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Berkelland houdende regels omtrent het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Berkelland 2017

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBerkelland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening van de gemeenteraad van de gemeente Berkelland houdende regels omtrent het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Berkelland 2017
CiteertitelBeheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Berkelland 2017
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen 2005.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

08-02-2017nieuwe regeling

24-01-2017

Gemeenteblad 2017, 15483

.

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Berkelland houdende regels omtrent het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Berkelland 2017

Raadsvergadering : 24 januari 2017

Agendapunt :

 

De raad van de gemeente Berkelland;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 6 december 2016;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de:

 

 

VERORDENING OP HET BEHEER EN HET GEBRUIK VAN DE GEMEENTELIJKE BEGRAAFPLAATSEN VOOR DE GEMEENTE BERKELLAND 2017

 

Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    begraafplaatsen: de gemeentelijke begraafplaats Deugenweerd te Borculo, gemeentelijke begraafplaats de Sprakelberg te Geesteren, gemeentelijke begraafplaats Geesteren te Geesteren, gemeentelijke begraafplaats Gelselaar te Gelselaar, gemeentelijke begraafplaats Haarlo te Haarlo, gemeentelijke begraafplaats Ruurlo te Ruurlo, gemeentelijke begraafplaats aan de Haaksbergseweg te Eibergen, gemeentelijke begraafplaats aan de Borculoseweg te Eibergen, gemeentelijke begraafplaats aan de Lindevoort te Rekken, gemeentelijke begraafplaats “Drostenkamp” te Neede, gemeentelijke begraafplaats Rozenkamp in Neede;

  • b.

    graf: een zandgraf of keldergraf;

  • c.

    grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet; grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand;

  • d.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • e.

    urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

  • f.

    particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • 2.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • 3.

      het doen verstrooien van as.

  • g.

    natuurgraf: natuurgraven die zijn uitgegeven onder deze verordening hebben een onbepaalde grafrusttermijn wat betekent dat begraven menselijke resten niet geruimd worden; het gekochte recht voor het mogen begravenvan een overledene(het grafrecht) is wel in eerste instantie beperkt tot een bepaalde termijn met de mogelijkheid van verlenging.

  • h.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • i.

    urnengraf: een particulier graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • 2.

      het doen verstrooien van as.

  • j.

    urnennis: een nis bij de gemeente in beheer waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het recht van gebruik is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • k.

    grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf, gedenkplaats of verstrooiingsplaats;

  • l.

    beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaatsen of degene die hem vervangt;

  • m.

    rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier graf of een urnengraf;

  • n.

    gebruiker: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf of een urnennis is verleend.

Artikel 2. Uitbreiding begrippen particulier en algemeen graf

  • 1.

    Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder 'particulier graf' mede verstaan: natuurgraf en urnengraf.

  • 2.

    Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder 'algemeen graf' mede verstaan: urnennis.

Hoofdstuk 2. Openstelling, orde en rust op de begraafplaats

Artikel 3. Openstelling begraafplaatsen

  • 1.

    De begraafplaatsen zijn voor eenieder dagelijks toegankelijk van 10.00 tot 22.00 uur, maar niet als de zon voor 22.00 uur ondergaat. In dat geval zijn de begraafplaatsen toegankelijk vanaf 10.00 uur tot een ½ uur voor zonsondergang.

  • 2.

    Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaatsen kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten.

  • 3.

    Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaatsen niet voor het publiek geopend zijn, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.

Artikel 4. Ordemaatregelen

  • 1.

    Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaatsen hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 2.

    De beheerder kan personen die zich niet aan de in het eerste lid bedoelde aanwijzing houden van de begraafplaats verwijderen of laten verwijderen.

  • 3.

    Het is verboden met motorrijtuigen op de begraafplaatsen te rijden:

  • a.

    elders dan op de daartoe aangewezen rijwegen; motorrijtuigen zijn buiten de rijwegen slechts toegestaan voor begrafenissen of voor het vervoer van materialen;

  • b.

    harder dan stapvoets, dat wil zeggen sneller dan 5 km per uur.

  • 4.

    Het college kan ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in de aanhef en onder a van het derde lid.

Artikel 5. Plechtigheden

  • 1.

    Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaatsen kunnen slechts plaatsvinden nadat deze ten minste zes werkdagen tevoren zijn gemeld aan de beheerder. Datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop deze zal plaatsvinden worden in overleg met de aanvrager door de beheerder vastgesteld.

  • 2.

    De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

Artikel 6. Opgravingen en ruimen

Bij het opgraven van lijken en de ruiming van graven zijn geen andere personen aanwezig dan degenen die door de beheerder met deze werkzaamheden zijn belast.

Hoofdstuk 3. Voorschriften voor lijkbezorging

Artikel 7. Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf

  • 1.

    Degene die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk twee werkdagen voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 2.

    Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder.

Artikel 8. Geluidsinstallatie

Het is verboden anders dan met toestemming van de beheerder een geluidsinstallatie aanwezig te hebben en/of te gebruiken op de begraafplaats.

Artikel 9. Over te leggen stukken

  • 1.

    Tot begraving wordt niet overgegaan dan nadat het verlof tot begraven is overgelegd aan de beheerder.

  • 2.

    Indien de begraving of de bezorging van as in een particulier graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet.

  • 3.

    Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende.

  • 4.

    De in het vorige lid bedoelde periode van verlenging wordt naar boven toe afgerond op gehele jaren.

  • 5.

    De beheerder onderzoekt of de overgelegde stukken toereikend zijn.

Artikel 10. Tijden van begraven en asbezorging

  • 1.

    De tijd van begraven en het bezorgen van as is:

  • -

    van 1 april tot 1 november:

  • ·

    van maandag tot en met vrijdag van 10:00 uur tot 15:30 uur;

  • ·

    op zaterdagen van 10:00 uur tot 14:30 uur;

  • -

    van 1 november tot 1 april, maar niet op 24 of 31 december:

  • ·

    van maandag tot en met zaterdag van 10:00 uur tot 14:00 uur;

  • -

    op 24 en 31 december, niet zijnde een zondag, van 10:00 tot 12:00 uur.

  • 2.

    De beheerder kan in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.

Hoofdstuk 4. Indeling en uitgifte van de graven

Artikel 11. Uitgifte en indeling graven en asbezorging

  • 1.

    Op de begraafplaatsen kunnen worden uitgegeven:

  • a.

    particuliere graven, natuurgraven en urnengraven;

  • b.

    het gebruik van een ruimte in een algemeen graf of een urnennis.

  • 2.

    Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken en hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in de particuliere graven en hoeveel verstrooiingen van as er op de particuliere graven kunnen plaatshebben. Het college bepaalt tevens de afmetingen en de uitgifteduur van de particuliere graven,

  • 3.

    Sommige typen graven, urnenruimten of bepaalde diensten zijn soms niet, niet meer of nog niet op elke begraafplaats beschikbaar. Er bestaat geen recht op uitgifte of levering.

Artikel 12. Aantal overledenen in algemene graven

  • 1.

    In de algemene graven kan een door het college te bepalen aantal lijken worden begraven.

  • 2.

    In de urnennissen kan een door het college te bepalen aantal asbussen met of zonder urn worden bijgezet.

Artikel 13. Volgorde van uitgifte

  • 1.

    De particuliere graven worden slechts voor directe begraving en in volgorde van ligging uitgegeven.

  • 2.

    Het college kan een particulier graf toewijzen anders dan voor directe begraving en buiten de volgorde van uitgifte, indien dit wegens de situatie op de begraafplaatsen niet bezwaarlijk is.

Artikel 14. Categorieën

Het college kan bij nader vast te stellen regels de particuliere graven en natuurgraven onderverdelen in categorieën. Het college bepaalt voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte.

Artikel 15. Termijnen particuliere graven en urnennissen

  • 1.

    Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaatsen dat toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van twintig jaar recht op een particulier graf, met uitzondering van een natuurgraf. De termijn voor een graf begint te lopen op de datum waarop het graf is uitgegeven.

  • 2.

    Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaatsen dat toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, het recht om in een natuurgraf te mogen begraven van een of twee overledenen, voor de tijd van vijftig jaar. Natuurgraven die zijn uitgegeven onder deze verordening hebben een onbepaalde grafrusttermijn.

  • 3.

    Het in het eerste en tweede lid van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd telkens met een termijn van tien jaar, mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend. Op verzoek kan de termijn van verlenging, maximaal twee maal, verkort worden tot vijf jaar

  • 4.

    Het recht van gebruik van een urnennis kan worden verlengd voor zover en indien dit voor het beheer van de begraafplaatsen niet bezwaarlijk is.

Artikel 16. Grafkelder

Het college kan aan de rechthebbende op een particulier graf vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig de door het college te stellen voorwaarden.

Artikel 17. Overschrijving van verleende rechten

  • 1.

    Het recht op een particulier graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven op naam van een ander natuurlijk persoon of rechtspersoon.

  • 2.

    Na het overlijden van de rechthebbende kan het recht op het particuliere graf worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon, indien de aanvraag daartoe wordt gedaan binnen zes maanden na het overlijden van de rechthebbende. Indien de overleden rechthebbende in het graf dient te worden begraven, of indien de asbus met zijn resten in het graf dient te worden bijgezet, dient het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand te worden gedaan.

  • 3.

    Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan het college niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn van zes maanden, is het college bevoegd het recht op het particuliere graf te doen vervallen.

Artikel 18. Afstand doen van graven

Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het particuliere graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.

Hoofdstuk 5. Grafbedekkingen

Artikel 19. Vergunning grafbedekking

  • 1.

    Voor het hebben van een grafbedekking is een schriftelijke vergunning nodig van het college.

  • 2.

    De rechthebbende van een particulier graf vraagt de vergunning voor het hebben van een grafbedekking aan.

  • 3.

    Het college kan nadere regels vaststellen omtrent de wijze van aanvragen van de vergunning, de aard en de afmetingen van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen.

  • 4.

    Het college kan nadere regels stellen voor grafbedekkingen waarvoor geen vergunning nodig is.

  • 5.

    Het college kan de vergunning weigeren indien:

  • a.

    niet voldaan wordt aan de vastgestelde nadere regels, genoemd in het derde lid;

  • b.

    de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

  • c.

    de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

  • d.

    de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is.

Artikel 20. Onderhoud door de gemeente

Het college voorziet in het algemeen onderhoud van het terrein.

Artikel 21. Onderhoud door rechthebbende of gebruiker

  • 1.

    Het (doen) plaatsen, aanbrengen, herstellen, vernieuwen of verwijderen van de grafbedekking geschiedt door, voor rekening van en voor risico van de rechthebbende of de gebruiker.

  • 2.

    De rechthebbende of de gebruiker is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen.

  • 3.

    Indien de rechthebbende of de gebruiker nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde gedenkteken blijft gedurende een jaar ter beschikking van de rechthebbende of de gebruiker en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

  • 4.

    De verwijdering vindt niet plaats dan nadat het college de rechthebbende of de gebruiker door middel van een verklaring schriftelijk op de hoogte heeft gesteld van de toestand van de grafbedekking. Wanneer het adres van de rechthebbende of de gebruiker niet bekend is maakt het college de verklaring bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.

  • 5.

    Het college kan de rechthebbende of de gebruiker per aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen binnen de door het college gestelde termijn indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar op levert voor derden.

  • 6.

    De beheerder is bevoegd tot het tijdelijk wegnemen van de grafbedekking als dat nodig is voor het beheer van de begraafplaats.

Artikel 22. Niet-blijvende grafbeplanting

Niet-blijvende beplanting op een graf die in een verwaarloosde staat verkeert kan door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd.

Artikel 23. Verwijdering grafbedekking na verstrijken van de termijn

  • 1.

    De grafbedekking kan gedurende de laatste maand voor het verstrijken van het grafrecht of het gebruiksrecht door de rechthebbende of gebruiker worden verwijderd.

  • 2.

    De grafbedekking vervalt na het verstrijken van de graftermijn van rechtswege aan de gemeente en kan door het college worden verwijderd en vernietigd.

Hoofdstuk 6. Ruiming van graven, urnengraven en urnennissen

Artikel 24. Ruiming, bezorging van overblijfselen en as

  • 1.

    De beheerder draagt er zorg voor dat met de bij de ruiming van het graf nog aanwezige menselijke resten te allen tijde respectvol wordt omgegaan en dat bezoekers van de begraafplaats niet met menselijke resten worden geconfronteerd.

  • 2.

    De bij de ruiming van het graf nog aanwezige menselijke resten worden begraven en de as wordt verstrooid op een van de daartoe bestemde gedeelten van de begraafplaatsen.

  • 3.

    Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen bij het einde van het gebruiksrecht bij de beheerder een aanvraag indienen om de menselijke resten, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor crematie of voor herbegraving elders. Nabestaanden van een overledene waarvan een asbus al of niet met een urn is bijgezet in een algemeen graf kunnen bij het einde van het gebruiksrecht bij de beheerder een aanvraag indienen om deze ter beschikking te houden voor herbegraving of verstrooiing elders.

  • 4.

    De rechthebbende op een particulier graf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de menselijke resten te doen verzamelen om deze opnieuw in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze te cremeren of elders opnieuw te doen begraven. De rechthebbende op een urnengraf of urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.

  • 5.

    De grafrusttermijn voor natuurgraven stelt de gemeente op onbepaalde termijn; ruiming van Natuurgraven vind niet anders plaats dan op verzoek van nabestaanden.

Hoofdstuk 7. EINDE VAN DE GRAFRECHTEN

Artikel 25
  • 1.

    De grafrechten vervallen:

    • a.

      door het verlopen van de termijn;

    • b.

      indien de rechthebbende of gebruiker afstand doet van het recht;

    • c.

      indien een van de begraafplaatsen wordt opgeheven.

  • 2.

    Het college kan de grafrechten vervallen verklaren:

    • a.

      indien de betaling van het gebruiksrecht en de onderhoudskosten ten behoeve van de vestiging of een verlenging van het grafrecht - ondanks een aanmaning - niet binnen drie maanden na aanvang van die termijn is geschied;

    • b.

      indien de rechthebbende of gebruiker - ondanks een aanmaning - in verzuim blijft een op grond van deze verordening op hem rustende verplichting na te komen of daarmee in strijd handelt;

    • c.

      indien de rechthebbende of gebruiker van een graf is overleden en het recht niet binnen één jaar is overgeschreven.

  • 3.

    In de gevallen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen b en c, en in het tweede lid, vindt geen terugbetaling plaats van een deel van de kosten van het grafrecht, betaalde onderhoudsbijdragen of eventuele andere kosten.

  • 4.

    Onverminderd het bepaalde in voorgaande leden is de rechthebbende of gebruiker of degene die opdracht heeft gegeven een grafrecht te vestigen of andere diensten te verrichten, een uitvaartverzorger inbegrepen, bij niet (tijdige) betaling van kosten die verband houden met werkzaamheden of diensten in verband met lijkbezorging of plechtigheden als bedoeld in artikel 5 of maatregelen als bedoeld in artikel 4, zonder dat nadere ingebrekestelling is vereist, in gebreke. Het college is dan gerechtigd om vanaf de factuurdatum aan de rechthebbende in rekening te brengen:

    • a.

      rente ad 1,5% per maand - een gedeelte van een maand als een maand gerekend - over het opeisbare bedrag;

    • b.

      administratiekosten, gesteld op 10% van het factuurbedrag, met een minimum van € 25,- per factuur;

    • c.

      alle gerechtelijke en buitengerechtelijke incassokosten; deze laatste worden wat omvang betreft bepaald door de door het college met de inning belaste advocaat en/of incassobureau.

HOOFDSTUK 8. Slotbepalingen

Artikel 26. Intrekking oude regeling

De Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Berkelland, vastgesteld op 3 januari 2005, wordt ingetrokken.

Artikel 27. Overgangsbepaling

  • 1.

    Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Berkelland 2005 gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

  • 2.

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Berkelland 2005 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 28. Strafbepaling

Hij die handelt in strijd met de artikelen 3, 4 en 9 wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

Artikel 29. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na de datum van bekendmaking.

Artikel 30. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Berkelland 2017.

 

 

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van

24 januari 2017

de griffier, de voorzitter,