Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Amersfoort

Beleidsregels voor het verdelen van woonruimte in de sociale huursector

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAmersfoort
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels voor het verdelen van woonruimte in de sociale huursector
CiteertitelBeleidsregels Woonruimteverdeling
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpvolkshuisvesting en woningbouw
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

http://www.cvdr.nl

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-04-200706-10-2011Onbekend

03-04-2007

www.amersfoort.nl (stadsberichten)

235587

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels voor het verdelen van woonruimte in de sociale huursector

 

 

Beleidsregels

Burgemeester en wethouders van Amersfoort;

Overwegende dat het gewenst is regels te stellen voor het verdelen van woonruimte in de sociale huursector in de gemeente Amersfoort om de verdeling transparant te maken;

Gelet op artikel 1.3, vierde lid, Algemene wet bestuursrecht en de Huisvestingsverordening;

BELEIDSREGELS VOOR HET VERDELEN VAN WOONRUIMTE IN DE SOCIALE HUURSECTOR IN DE GEMEENTE AMERSFOORT

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    het verdelen van woonruimte in de sociale huursector: het volgens de Huisvestingsverordening aanbieden van woonruimte;

  • b.

    inschrijfduur: de periode dat een woningzoekende ingeschreven is bij Woonkompas;

  • c.

    verordening: de geldende Huisvestingsverordening in de gemeente Amersfoort;

  • d.

    adviesorgaan: een onafhankelijk medisch adviesorgaan (zoals de Gewestelijke Gezondheids Dienst of het Centrum Indicatiestelling Zorg) in geval van medische indicatie en de Urgentiecommissie in geval van sociale indicatie;

  • e.

    WMO-verhuisindicatie: het besluit om een indicatie voor verhuizing af te geven op basis van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning.

  • f.

    Woonkompas: het orgaan dat de verdeling van de sociale huurwoningen en sociale koopwoningen op basis van de verordening in de gemeente Amersfoort uitvoert;

  • g.

    etagewoning: woning die onderdeel uitmaakt van een groter wooncomplex;

  • h.

    nieuwbouwhuurwoning: een woning die nieuw gebouwd is waarvan de woningzoekende de eerste huurder van de woning wordt.

  • i.

    Adequate woning: een woning als bedoeld in artikel 1 onder t van de Verordening individuele WMO-voorzieningen Gemeente Amersfoort 2007. Dat blijkt uit het feit dat de woning voldoet aan het programma van eisen zoals dat is opgesteld door het Centrum Indicatiestelling Zorg of uit de eisen die zijn opgenomen in de verhuisindicatie afgegeven door het college van Burgemeester en wethouders;

  • j.

    Complex zoekprofiel: het zoekprofiel van kandidaten met een WMO-verhuisindicatie waarvoor adequate woonruimte niet ruim voorhanden is in de verwachte vrijkomende huurwoningvoorraad.

  • k.

    Woonduur: de onafgebroken periode dat een woningzoekende op eenzelfde adres ingeschreven staat in de Gemeentelijke Basisadministratie.

Artikel 2 Urgentieregeling

  • 1.

    Urgentiekandidaten gaan voor op reguliere woningzoekenden mits zij aan de eventuele aanvullende voorwaarden in de woningadvertentie voldoen.

  • 2.

    De volgordebepaling van urgentiekandidaten is als volgt:

    • -

      3-maandsurgentie (op datum van afgifte)

    • -

      6-maandsurgentie (op datum van afgifte)

  • 3.

    Wanneer de datum van afgifte gelijk is, wordt de woning aangeboden op volgorde van inschrijfduur.

  • 4.

    Wanneer de datum van afgifte gelijk en de inschrijfduur gelijk zijn, wordt de woning op volgorde van woonduur aangeboden.

Artikel 3 Beperking urgentieverklaring tot bepaalde woningtypen

  • 1.

    De urgentieverklaring is, gelet op artikel 2.6.1. tweede lid van de verordening, beperkt tot etagewoningen met uitzondering van de woningen genoemd in het derde lid.

  • 2.

    Onder etagewoningen worden verstaan: portiekflats, galerijflats, maisonnettes, bovenwoningen, benedenwoningen, seniorenflats, 1-kamerwoningen

  • 3.

    Urgentiekandidaten kunnen op basis van hun urgentieverklaring niet in aanmerking komen voor:

a.Complexen die als zodanig door Woonkompas aangewezen zijn. Deze complexen staan op een lijst die jaarlijks door Woonkompas –in overleg met de gemeente- wordt vastgesteld;

  • b.

    Nieuwbouwhuurwoningen.

    • 4.

      Uitsluiting van een woning voor urgentiekandidaten genoemd in het derde lid onder a of b wordt vooraf in de woningadvertentie vermeld.

    • 5.

      In afwijking van het eerste lid kan, gelet op artikel 2.6.4 eerste lid van de verordening, de urgentieverklaring gelden voor een ander woningtype dan etagewoningen, indien dit andere woningtype wordt geïndiceerd.

    • 6.

      In afwijking van het eerste lid geldt de urgentieverklaring van stadsvernieuwingsurgenten voor alle woningtypes.

Artikel 4 Aanvullende criteria voor de beoordeling van urgentieaanvraag

 

Bij de beoordeling of een afwijking van de reguliere wachttijd noodzakelijk is, als genoemd in artikel 2.6.3 van de verordening, spelen naast de genoemde punten in de verordening, de navolgende elementen een rol:

  • -

    Zelfredzaamheid: de mogelijkheden en kansen die woningzoekenden hebben om zelf in hun huisvesting te voorzien worden meegewogen. Ter bepaling wordt jaarlijks –in overleg met de gemeente- een richtlijn vastgesteld door Woonkompas.

  • -

    Verwijtbaarheid: de woningzoekende treft geen blaam voor de ontstane situatie.

    Artikel 5 Urgentie ten gevolge van echtscheiding

    Op grond van artikel 2.6.3 lid 4 sub 1 kan urgentie worden verleend in een situatie van echtscheiding.

    • 1.

      Voor gevallen waarin een ouder (mede) het ouderlijk gezag heeft over (een) minderjarig(e) kind(eren), kunnen beide ouders voor urgentie in aanmerking komen overeenkomstig artikel 2.6.3 lid 4 onder 1 sub c. ongeacht het feit of het kind zijn/haar hoofdverblijf heeft bij deze ouder.

    • 2.

      Voor gevallen van “samenleving” worden de criteria, voor zover mogelijk, analoog toegepast indien:

    • a.

      Aantoonbaar is dat er sprake is geweest van samenleving voor de minimale duur van 1 jaar.

    • b.

      Aantoonbaar is dat de samenleving is beëindigd

    In deze situatie dienen schriftelijke bewijsstukken te worden overlegd in de vorm van een notariële akte waaruit de verbreking van de samenleving blijkt.

Artikel 6 Urgentie ten gevolge van een levensbedreigende situatie

Op grond van artikel 2.6.3 lid 4 sub 2 van de Huisvestingsverordening kan urgentie worden verleend in een levensbedreigende situatie als:

  • a.

    met politierapporten kan worden aangetoond dat er sprake is geweest van zeer ernstige, direct tegen het leven gerichte mishandeling, terwijl er gegronde vrees is voor herhaling. Hierbij dient een relatie te bestaan tussen de problematiek en de huidige woonsituatie. Daarnaast moet een andere woning binnen dezelfde gemeente kunnen bijdragen aan een oplossing van de huidige levensbedreigende woonsituatie.

  • b.

    Indien een woningzoekende dringend behoefte heeft aan andere woonruimte in geval van dakloosheid door plotselinge overmacht. Onder dakloosheid door plotselinge overmacht wordt verstaan: dakloosheid als gevolg van het onbewoonbaar raken van de woning door een calamiteit waardoor de woning ernstig beschadigd is.

Artikel 7 Splitsing inschrijving

  • 1.

    Bij de splitsing van een inschrijving krijgen beide woningzoekenden de voorheen gezamenlijke datum van inschrijving toegekend.

  • 2.

    Bij de splitsing van een inschrijving waarbij één van de beide woningzoekenden op een latere datum op de inschrijving van de aanvrager werd bijgeschreven, krijgt deze de datum van bijschrijving als inschrijfdatum toegekend.

Artikel 8 Woningverdeling aangepaste woningen

  • 1.

    Aangepaste woningen zoveel mogelijk aangeboden aan kandidaten met een WMO-verhuisindicatie.

  • 2.

    Kandidaten met een WMO-verhuisindicatie waarvoor naar verwachting binnen 6 maanden na afgifte van deze indicatie geen enkele adequate woning vrijkomt, worden bemiddeld.

  • 3.

    WMO-urgentiekandidaten ingeschreven in de Gemeentelijke BasisAdminsitratie van Amersfoort met een complex zoekprofiel worden bemiddeld, als zij gedurende de geldigheid van de urgentieverklaring

  • a.

    niet op een woning gereageerd hebben en

  • b.

    zij niet op 3 adequate woningen geattendeerd zijn.

  • 4.

    Bij bemiddeling van urgentiekandidaten met een WMO-verhuisindicatie kan artikel 3 lid 3 sub a en b van de beleidsregels buiten werking worden gesteld.

Artikel 9 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als Beleidsregels Woonruimteverdeling.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking.

Vastgesteld in de vergadering van 3 april 2007,

De secretaris, De burgemeester,

PUBLICATIEDATUM: 25 april 2007