Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Renswoude

Verordening op de heffing en invordering van rechten voor het gebruik van de algemene begraafplaats in de gemeente Renswoude 2017

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRenswoude
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van rechten voor het gebruik van de algemene begraafplaats in de gemeente Renswoude 2017
CiteertitelVerordening rechten begraafplaats Renswoude 2017
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Verordening vervangt verordening rechten algemene begraafplaats gemeente Renswoude van 8 december 2015, echter deze blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2017nieuwe regeling

06-12-2016

Gemeenteblad 2016, 173657

159436

Tekst van de regeling

Intitulé

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN RECHTEN VOOR HET GEBRUIK VAN DE ALGEMENE BEGRAAFPLAATS IN DE GEMEENTE RENSWOUDE 2017

De raad van de gemeente Renswoude;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2016;

 

 

BESLUIT:

vast te stellen de volgende verordening :

Verordening op de heffing en invordering van rechten voor het gebruik van dealgemene begraafplaats in de gemeente Renswoude 2017

Artikel 1 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaatsen voor het door of vanwege de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 2 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 3 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 4 Tarief voor het begraven van stoffelijke overschotten en het bijzetten van asbussen

  • 1.

    Voor het begraven van een stoffelijk overschot van een persoon van 12 jaar en daarbovenwordt € 992,-- geheven.

  • 2.

    Voor het begraven van overleden kinderen beneden het jaar en van levenloos geborenenen voor het begraven van overleden kinderen van 1 tot 12 jaar wordt een bedrag gehevenvan € 496,--.

  • 3.

    Voor het begraven van levenloos geboren of kort na de geboorte overleden zuigelingenvan een meervoudige geboorte, die in één kist worden begraven, wordt het begrafenisrecht eenmaal geheven terwijl geen recht geheven wordt voor het begraven van stoffelijke resten van kinderen, die kort na de geboorte overleden, in één kist met hun overleden moeder worden begraven.

  • 4.

    Voor het bijzetten van een asbus in een graf of het plaatsen van een asbus in eencolumbarium wordt € 992,-- geheven.

  • 5.

    Voor het plaatsen van een stoffelijk overschot in een grafkelder wordt € 1091,-- gehevenen bovendien wordt hier een extra recht geheven ten behoeve van de aanleg van degrafkelder van € 2260,--.

  • 6.

    Voor het groen maken van een graf wordt € 53,-- in rekening gebracht.

Artikel 5 Grafrecht

  • 1.

    Voor het uitsluitend recht om gedurende een tijdvak van 20 jaar twee stoffelijkeoverschotten in een bepaald graf te doen begraven en begraven houden wordt boven enbehalve het bedrag, genoemd in artikel 4 geheven een recht van € 1091,--, zulks metuitzondering van de graven in vak K, bestemd voor het begraven en begraven houden vaneen stoffelijk overschot van een persoon, jonger dan 12 jaar, waarvoor het recht wordtbepaald op € 496,--.

  • 2.

    Voor het uitsluitend recht om gedurende een tijdvak van 20 jaar twee stoffelijkeoverschotten bij te zetten in een grafkelder en te houden, wordt boven en behalve hetbedrag ad €1091,--, genoemd in artikel 4, lid 5, een recht geheven van € 1091,-- pergrafkelder, bestemd voor twee stoffelijke overschotten.

  • 3.

    Voor het uitsluitend recht om gedurende een tijdvak van 20 jaar een asbus of tweeasbussen in een bepaald columbarium te doen plaatsen en geplaatst houden, wordt boven en behalve het bedrag, genoemd in artikel 4, een recht geheven van € 1091,--.

  • 4.

    Bij elke verlenging van een tijdvak van 10 jaar van het uitsluitend recht van begraven ofhet plaatsen van een asbus in een bepaald graf, respectievelijk een bepaald columbariumwordt € 19,00 geheven.

  • 5.

    Het recht voor het plaatsen van een grafmonument bedraagt € 92,--.

  • 6.

    Het overboeken van het recht tot begraven in een grafruimte op naam van een anderbedraagt € 8,00

Artikel 6 Wijze van heffing

De rechten, als bedoeld in de artikelen 4, 5 en 6, worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag staat vermeld. De rechten worden verschuldigd en moeten worden betaald op het tijdstip waarop de te verlenen dienst wordt verleend.

Artikel 7 Termijnen van betaling

De rechten moeten worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van de schriftelijkekennisgeving.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Machtiging tot overdracht van bevoegdheden

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het verlenen van schriftelijketoestemming met betrekking tot het verdagen van de uitspraak op het bezwaarschrift voorten hoogste een jaar.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders kan een of meer gemeenteambtenarenaanwijzen, die in zijn plaats treden met betrekking tot de uitvoering van enige wettelijkebepaling betreffende de heffing en de invordering van de rechten.

  • 3.

    Het college van burgemeester en wethouders is gemachtigd de tarieven voor het gebruikvan het rouwcentrum vast te stellen, indien het rouwcentrum door derden wordtgeëxploiteerd.

Artikel 10 Nakoming van verplichting

De verplichtingen bedoeld in de artikelen 47, 49 en 50 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en in de artikelen 58 en 60 van de Invorderingswet 1990, dan wel bedoeld of van toepassing verklaard in de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 246a van de Gemeentewet, gelden mede jegens de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren belast met de heffing of de invordering van de gemeentelijke belastingen.

Artikel 11 Rente

  • 1.

    Het bepaalde in Hoofdstuk V van de Invorderingwet 1990 inzake invorderingsrente vindttoepassing op de invordering van deze rechten.

  • 2.

    De ministeriële regeling bedoeld in artikel 31 van de Invorderingswet 1990 vindt daarbijovereenkomstige toepassing.

  • 3.

    In afwijking van de in het tweede lid genoemde regeling wordt geen invorderingsrente inrekening gebracht indien deze in totaal een bedrag van €22,69 niet te boven gaat.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De “Verordening op de heffing en de invordering van rechten voor het gebruik van dealgemene begraafplaats in de gemeente Renswoude”, van 8 december 2015, wordtingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van deheffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zichvoor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van debekendmaking.

  • 3.

    In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datumvan inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datumvan ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in detussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover terzake daarvan deheffing van de rechten in die periode plaatsvindt.

  • 4.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

  • 5.

    Deze verordening kan worden aangehaald als de “Verordening op de heffing en deinvordering van rechten voor het gebruik van de algemene begraafplaats in de gemeenteRenswoude 2017”.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Renswoude, gehouden op 6 december 2016.

de griffier, de voorzitter,