Organisatie | Zaltbommel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening inrichting antidiscriminatievoorziening gemeente Zaltbommel 2010 |
Citeertitel | Verordening inrichting antidiscriminatievoorziening gemeente Zaltbommel 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-09-2010 | Nieuwe regeling | 09-09-2010 Gemeenteblad, 2010, 6.6 | Onbekend |
De raad van de gemeente Z a l t b o m m e l;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 29 juni 2010,
overwegende dat de raad bij op grond van de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen bij verordening regels dient te stellen over de inrichting van de antidiscriminatievoorziening, bedoeld in artikel 1 van genoemde wet en de uitvoering door die voorziening van de taak, bedoel in het eerste lid, onder a
gelet op artikel 1 van de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen;
vast te stellen de volgende Verordening inrichting antidiscriminatievoorziening gemeente Zaltbommel 2010
Artikel 2 Zorgplicht college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders biedt de ingezetenen toegang tot een antidiscriminatievoorziening.
Artikel 4 Protocol klachtenbehandeling
Het protocol voor de behandeling van klachten als bedoeld in artikel 6 van het besluit regelt in ieder geval:
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Zaltbommel in
zijn vergadering van donderdag 9 september 2010.
De raad voornoemd,
de raadsgriffier
de voorzitter,
drs. M.S.P. Muurling
A.van den Bosch
Dit Gemeenteblad is uitgegeven op 16 september 2010
Artikel 1 van de wet legt het college van burgemeester en wethouders op om toegang te bieden tot een antidiscriminatievoorziening. Zie ook de toelichting bij artikel 2 van deze verordening. Artikel 2, tweede lid, van de wet wordt opgedragen dat de gemeenteraad stelt “met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens deze wet bij verordening regels vast omtrent de inrichting van de antidiscriminatievoorziening , bedoeld in artikel 1, en de uitvoering van de taak, bedoeld in het eerste lid, onder a.” De wet is nader ingevuld in een Algemene Maatregel van Bestuur vastgesteld op 16 september 2009, het Besluit gemeentelijke antidiscriminatievoorziening.
Deze bepaling behoeft geen toelichting.
Zoals in het algemene deel van deze toelichting al aangegeven, is deze zorgplicht opgenomen in artikel 1 van de wet. In wetstechnische zin is het dan ook niet noodzakelijk om deze hier te herhalen. Er is voor gekozen om dat wel te doen, nu deze zorgplicht zozeer de kern van deze regelgeving uitmaakt, dat het opnemen ervan sterk bijdraagt aan de begrijpelijkheid van deze verordening.
Met deze bepaling wordt nader invulling gegeven aan artikel 3 van het besluit, dat luidt: “Bij de inrichting van de antidiscriminatievoorziening worden in ieder geval de deskundigheid van de klachtbehandelaars en de toegankelijkheid van de antidiscriminatievoorziening gewaarborgd”. Ook op de verantwoordelijkheid met de omgang met gegevens zal worden toegezien. De antidiscriminatievoorziening dient aan te geven of ze beschikt over een opleidingprotocol waar klachtbehandelaars gebruik van kunnen maken. Ook moet worden aangegeven hoe vaak van behandelaars wordt verwacht aan een opleiding deel te nemen. De gemeente draagt er zorg voor dat de burger zich zowel fysiek als niet-fysiek kan melden. De mogelijkheid om zich fysiek op locatie te kunnen melden betekent tevens dat een burger redelijkerwijs op de hoogte kan zijn waar hij of zij terecht kan om te melden. De gemeente draagt zorg voor de aanwezigheid van een locatie. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de bestaande balie (zie ook de toelichting bij artikel 5). Bij niet-fysiek wordt verstaan dat de mogelijkheid bestaat voor de burger via telefoon, brief of email om de klacht te melden of in te dienen. Ook hier geldt dat op de gemeente een zorgplicht rust om ervoor zorg te dragen dat burgers kennis kunnen nemen van deze mogelijkheden.
Met deze bepaling wordt invulling gegeven aan artikel 6 van het besluit dat luidt: “De antidiscriminatievoorziening heeft een protocol voor de behandeling van klachten”.
De wet vermeldt dat de antidiscriminatievoorziening zich in de leefomgeving van burgers moet bevinden. De memorie van toelichting geeft aan dat het gemeenten vrij staat om daar op een praktische wijze invulling aan te geven. De voorziening hoeft dan ook niet in de gemeente zelf aanwezig te zijn. De gemeente heeft zich aangesloten bij de regionale antidiscriminatievoorziening in Nijmegen. Voor de nodige laagdrempeligheid is gezorgd door een doorverwijsfunctie of meldpunt te creëren bij bestaande gemeentelijke voorzieningen, de bestaande balie. Vereisten voor de frontoffice zijn:
·Deze zijn opgenomen in de subsidieregeling tussen gemeente en antidiscriminatievoorziening.