Organisatie | Zoetermeer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Uitvoeringsregeling Individueel Keuzebudget |
Citeertitel | Uitvoeringsregeling Individueel Keuzebudget |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.
Deze regeling vervangt de Uitvoeringsregeling Fiets voor woon-werkverkeer 2016.
Deze regeling vervangt de Uitvoeringsregeling Vakbondscontributie.
Deze regeling vervangt de Uitvoeringsregeling verrekening reiskostenvergoeding woon-werkverkeer via het cafetariamodel.
Onbekend.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
27-01-2017 | 01-01-2020 | nieuwe regeling | 06-12-2016 | DOC-2016-007424 |
Fiscale ruimte: het verschil tussen de door de wetgever vastgestelde hoogte van de onbelaste vergoeding voor reiskosten woon- werkverkeer en de door de werknemer ontvangen vergoedingen voor woon- werkverkeer, gemaakte dienstreizen en de tegemoetkoming in het kader van de Uitvoeringsregeling Vervoermanagement.
Artikel 4 Voorwaarden uitruilen fiscale ruimte reiskostenvergoeding
de reisafstand woon- werkverkeer wordt berekend conform de Uitvoeringsregeling vergoeding dienstreizen en is gebaseerd op de postcode van de werkplek en de postcode van het woonadres volgens de routeplanner van Google Maps (snelste route), waarbij decimalen afgerond worden naar boven. Is de medewerker langer dan 6 weken afwezig (bijvoorbeeld door ziekte), stopt de termijn waarover uitgeruild kan worden totdat men weer aanwezig is. De medewerker moet hier zelf rekening mee houden bij het indienen van de aanvraag.
Het bepaalde in artikel 3:33 van de CAR/UWO (Wet- en regelgeving) is overeenkomstig van toepassing op deze regeling.
Artikel 6 Onvoorziene gevallen
In gevallen waarin de regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan het college een bijzondere voorziening treffen en volgt daarbij de bepalingen uit de Uitvoeringsregeling loonbelasting (2001) en/of de Wet op de loonbelasting (1964).