Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Waalwijk

Beleidsregels parkeervergunningen en ontheffingen 2017

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWaalwijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels parkeervergunningen en ontheffingen 2017
CiteertitelBeleidsregels parkeervergunningen en ontheffingen 2017
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene Wet Bestuursrecht
  2. Parkeerverordening Waalwijk 2010
  3. Verordening Parkeerbelastingen 2017

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

05-01-2017nieuwe regeling

20-12-2016

Weekblad Waalwijk, 04-01-2017

2017/063

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels parkeervergunningen en ontheffingen 2017

Beleidregels Nadere regels met betrekking tot het aanvragen, verlenen en gebruiken van parkeervergunningen en parkeerontheffingen

 

Het College van Waalwijk,

Overwegende dat:

-het noodzakelijk is nadere regels vast te stellen ten aanzien van het aanvragen, verlenen en gebruiken van parkeervergunningen en parkeerontheffingen

 

Gelet op Parkeerverordening Waalwijk 2010

Verordening Parkeerbelastingen 2017

Algemene Wet Bestuursrecht

 

Besluit

vast te stellen de “Nadere regels met betrekking tot het aanvragen, verlenen en gebruiken van parkeervergunningen en parkeerontheffingen”,

Afdeling I Algemeen

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1.

    De begripsbepalingen uit de Parkeerverordening Waalwijk 2010 zijn van overeenkomstige strekking en toepassing op deze nadere regels.

  • 2.

    Bij de toepassing van deze nadere regels wordt aanvullend verstaan onder:

    • a.

      Parkeerplaats op eigen terrein: - een parkeerplaats op eigen terrein of in een garage waarover de aanvrager kan beschikken op grond van eigendom, erfpacht, huur of ingebruikgeving, of:

      • -

        parkeerplaats(en) welke de aanvrager kan huren of kopen in een garage of op een open perceel grond waarvan in de bouwvergunning, een huur- of koopovereenkomst of de erfpachtvoorwaarden is vastgelegd dat deze is bedoeld als parkeergelegenheid voor het adres van de aanvrager, of:

      • -

        parkeerplaats(en) opgenomen in het door het college vastgestelde poet-overzicht.

    • b.

      Parkeerapparatuurzone: het geheel van de locaties binnen één van de zones als genoemd onder 2., onderdeel Tarieven ontheffingen per jaar, alsmede onder Verklaringen van de tarieventabel behorende bij de Verordening Parkeerbelastingen 2017.

Afdeling II Regels voor vergunningen en ontheffingen

Artikel 2. Aanvragen van vergunningen en ontheffingen

  • 1.

    De aanvraag voor een vergunning of ontheffing wordt op een door het college beschikbaar te stellen elektronisch of schriftelijk formulier ingediend.

  • 2.

    Het college beslist binnen acht weken op een aanvraag voor een vergunning of ontheffing.

Artikel 3. Verlenen van vergunningen en ontheffingen

  • 1.

    Voor een motorvoertuig dat langer is dan 6 meter en/of hoger is dan 2,40 meter wordt geen vergunning of ontheffing verleend.

  • 2.

    Aan één vergunning of ontheffing kunnen maximaal drie kentekens worden gekoppeld, waarvan op enig moment maximaal één kenteken gebruik kan maken van de vergunning of ontheffing.

  • 3.

    Indien een aanvraag voor een vergunning wordt ingediend wanneer het maximum aantal vergunningen van de betreffende vergunningzone reeds is uitgegeven, wordt de aanvraag op een wachtlijst geplaatst voor de betreffende vergunningzone. De vermelding op de wachtlijst vindt plaats naar de datum van ontvangst van de aanvraag, waarbij een aanvraag voor een eerste vergunning te allen tijde voorrang heeft boven een aanvraag voor een tweede vergunning. Vergunningverlening vindt in dat geval plaats, zodra een vergunning voor de betreffende zone beschikbaar is en wel aan de eerst genoteerde op de wachtlijst. De aanvraag wordt op het moment van verlening van de wachtlijst verwijderd. Bij plaatsing op de wachtlijst kan aan de aanvrager van de vergunning een vergunning voor een aangrenzende zone worden aangeboden, zonder dat vermelding op de wachtlijst komt te vervallen

  • 4.

    Indien een aanvraag voor een ontheffing wordt ingediend wanneer het maximum aantal ontheffingen van de betreffende zone reeds is uitgegeven, wordt de aanvraag op een wachtlijst geplaats voor de betreffende zone. De vermelding op de wachtlijst vindt plaats naar de datum van ontvangst van de aanvraag. Bij plaatsing op de wachtlijst kan aan de aanvrager van de ontheffing een ontheffing voor een aangrenzende zone worden aangeboden, zonder dat vermelding op de wachtlijst komt te vervallen. Verlening van de ontheffing voor de aangevraagde zone vindt plaats, zodra een ontheffing voor de betreffende zone beschikbaar is en wel aan de eerst genoteerde op de wachtlijst, onder inlevering van de eventueel verstrekte ontheffing voor een aangrenzende zone. De aanvraag wordt op het moment van verlening van de wachtlijst verwijderd.

Afdeling III Soorten vergunningen

Artikel 4. Bewonersvergunning

  • 1.

    Een bewoner van een zelfstandige woning gelegen in een vergunningzone komt in aanmerking voor een bewonersvergunning indien hij in de BRP is ingeschreven op een adres gelegen in een vergunningzone én het motorvoertuig waarvoor de vergunning wordt aangevraagd op zijn naam staat.

  • 2.

    Met een in de BRP ingeschreven persoon wordt gelijkgesteld de eigenaar of huurder die bij de aanvraag van de vergunning een kopie van het eigendomsbewijs of de huurovereenkomst van de zelfstandige woning kan overleggen.

  • 3.

    Wanneer een bewonersvergunning wordt aangevraagd voor een leaseauto dient bij de aanvraag een kopie van de leaseovereenkomst overlegd te worden.

  • 4.

    Per zelfstandige woning kunnen maximaal twee bewonersvergunningen verleend worden.

  • 5.

    Een tweede bewonersvergunning wordt verleend, mits het maximum aantal vergunningen van de vergunningzone waar de aanvraag betrekking op heeft nog niet is uitgegeven.

  • 6.

    Het aantal te verlenen bewonersvergunningen wordt verminderd met het aantal parkeerplaatsen op eigen terrein.

  • 7.

    Indien op het adres van de aanvrager reeds een vergunning is verleend of parkeergelegenheid op eigen terrein aanwezig is, komt de aanvrager slechts in aanmerking voor een tweede bewonersvergunning.

Artikel 5. Zakelijke vergunning

  • 1.

    Een bedrijf komt in aanmerking voor een zakelijke vergunning indien het bedrijf waarvoor de vergunning wordt aangevraagd blijkens de inschrijving in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel is gevestigd in een vergunningzone en er daadwerkelijk personen werkzaam zijn.

  • 2.

    Per bedrijf kunnen maximaal twee zakelijke vergunningen verleend worden.

  • 3.

    Het aantal te verlenen zakelijke vergunningen wordt verminderd met het aantal parkeerplaatsen op eigen terrein.

  • 4.

    Een tweede zakelijke vergunning wordt verleend, mits het maximum aantal vergunningen van de vergunningzone waar de aanvraag betrekking op heeft nog niet is uitgegeven.

  • 5.

    Indien op het adres van de aanvrager reeds een vergunning is verleend of parkeergelegenheid op eigen terrein aanwezig is, komt het bedrijf slechts in aanmerking voor een tweede zakelijke vergunning.

Artikel 6. Werkvergunning beperkte duur

  • 1.

    Een bedrijf komt in aanmerking voor een werkvergunning van beperkte duur, indien bij het bedrijf waarvoor de vergunning wordt aangevraagd blijkens de inschrijving in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel daadwerkelijk personen werkzaam zijn.

  • 2.

    Per bedrijf kunnen tegelijkertijd maximaal 2 werkvergunningen van beperkte duur worden verstrekt.

  • 3.

    Een werkvergunning van beperkte duur wordt voor minimaal 1 week en maximaal 26weken verstrekt.

  • 4.

    Een werkvergunning wordt niet automatisch verlengd.

Artikel 7. Dagkaarten

  • 1.

    Een bewoner van een zelfstandige woning gelegen in een vergunningzone komt in aanmerking voor dagkaarten voor zijn bezoek.

  • 2.

    Per zelfstandige woning kunnen maximaal 200 dagkaarten per jaar worden verstrekt.

  • 3.

    Een bedrijf gelegen in een vergunningzone komt niet in aanmerking voor dagkaarten.

Afdeling IV Soorten ontheffingen

Artikel 8. Bewonersontheffing

  • 1.

    Een bewoner van een zelfstandige woning gelegen in een parkeerapparatuurzone komt in aanmerking voor een bewonersontheffing indien hij in de BRP is ingeschreven op een adres gelegen in een ontheffingzone én het motorvoertuig waarvoor de ontheffing wordt aangevraagd op zijn naam staat.

  • 2.

    Met een in de BRP ingeschreven persoon wordt gelijkgesteld de eigenaar of huurder die bij de aanvraag van de ontheffing een kopie van het eigendomsbewijs of de huurovereenkomst van de zelfstandige woning kan overleggen.

  • 3.

    Wanneer een bewonersontheffing wordt aangevraagd voor een leaseauto dient bij de aanvraag een kopie van de leaseovereenkomst overlegd te worden.

  • 4.

    Per zelfstandige woning kunnen maximaal twee bewonersontheffingen verleend worden.

  • 5.

    Een tweede bewonersontheffing wordt verleend, mits het maximum aantal ontheffingen van de parkeerapparatuurzone waar de aanvraag betrekking op heeft nog niet is uitgegeven.

  • 6.

    Het aantal te verlenen bewonersontheffingen wordt verminderd met het aantal parkeerplaatsen op eigen terrein.

  • 7.

    Indien op het adres van de aanvrager reeds een ontheffing is verleend of parkeergelegenheid op eigen terrein aanwezig is, komt de aanvrager slechts in aanmerking voor een tweede bewonersontheffing.

Artikel 9 Zakelijke ontheffing

  • 1.

    Een bedrijf komt in aanmerking voor een zakelijke ontheffing indien het bedrijf waarvoor de ontheffing wordt aangevraagd blijkens de inschrijving in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel is gevestigd in een vergunningzone en er daadwerkelijk personen werkzaam zijn.

  • 2.

    Een tweede zakelijke ontheffing wordt verleend, mits het maximum aantal ontheffingen van de parkeerapparatuurzone waar de aanvraag betrekking op heeft nog niet is uitgegeven.

  • 3.

    Indien op het adres van de aanvrager reeds een ontheffing is verleend of parkeergelegenheid op eigen terrein aanwezig is, komt het bedrijf slechts in aanmerking voor een tweede zakelijke ontheffing.

Artikel 10. Werkontheffing beperkte duur

  • 1.

    Een bedrijf komt in aanmerking voor een werkontheffing van beperkte duur, indien bij het bedrijf waarvoor de ontheffing wordt aangevraagd blijkens de inschrijving in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel daadwerkelijk personen werkzaam zijn.

  • 2.

    Per bedrijf kunnen tegelijkertijd maximaal 2 werkontheffingen van beperkte duur worden verstrekt.

  • 3.

    Een werkontheffing van beperkte duur wordt voor minimaal 1 week en maximaal 26 weken verstrekt.

  • 4.

    Een werkontheffing van beperkte duur wordt niet automatisch verlengd.

Artikel 11. Bezoekerskaarten

  • 1.

    Een bewoner van een zelfstandige woning gelegen in een parkeerapparatuurzone komt in aanmerking voor bezoekerskaarten.

  • 2.

    Per zelfstandige woning kunnen maximaal 200 bezoekerskaarten per jaar worden verstrekt.

  • 3.

    Een bedrijf gelegen in een parkeerapparatuurzone komt niet in aanmerking voor bezoekerskaarten.

Artikel 12 Zorgontheffing

  • 1.

    Een huisarts, verloskundige of thuiszorg-instelling komt in aanmerking voor een zorgontheffing ten behoeve van het verlenen van gezondheidszorg aan één of meerdere personen die woonachtig zijn binnen een parkeerapparatuurzone, indien de aanvrager beschikt over een inschrijving in het BIG-register.

  • 2.

    Een zorgontheffing is niet gebonden aan een parkeerapparatuurzone, maar mag in alle parkeerapparatuurzones worden gebruikt.

  • 3.

    Een zorgontheffing geldt tevens als een dagkaart, als bedoeld in artikel 6, indien deze ontheffing wordt gebruikt in een vergunningzone.

Artikel 13 Tijdelijke ontheffing

  • 1.

    Een bewoner van een zelfstandige woning of een bedrijf in een parkeerapparatuurzone met parkeergelegenheid op eigen terrein komt in aanmerking voor een tijdelijke ontheffing indien, door toedoen van derden, geen gebruik kan worden gemaakt van de parkeergelegenheid op eigen terrein vanwege werkzaamheden of activiteiten op, onder, in, boven, aan of nabij de weg.

  • 2.

    De duur van de tijdelijke ontheffing is gelijk aan de duur dat er door toedoen van derden geen gebruik kan worden gemaakt van de parkeergelegenheid op eigen terrein.

Afdeling V Parkeergelegenheid op eigen terrein

Artikel 14. Uitsluitingen

Een parkeerplaats op eigen terrein welke buiten toedoen van de aanvrager tijdelijk niet beschikbaar is voor het parkeren van het motorvoertuig van de aanvrager, wordt niet als parkeerplaats op eigen terrein beschouwd.

Artikel 15. POET door derden in gebruik

Indien een aanvrager over een parkeergelegenheid op eigen terrein beschikt, welke hij of zij aan een derde ter beschikking heeft gesteld, wordt deze parkeergelegenheid voor de toepassing van deze regels voor de aanvrager als een parkeergelegenheid op eigen terrein beschouwd.

Artikel 16. POET en uitbreiding vergunningzone of parkeerapparatuurzone

Indien het besluit tot invoering van vergunninghoudersparkeren of betaald parkeren in een bepaald gebied in werking is getreden, wordt een parkeerplaats die door een aanvrager aan een derde ter beschikking is gesteld voordat de inwerkingtreding heeft plaatsgevonden, gedurende een periode van 12 maanden na deze inwerkingtreding, niet als een parkeerplaats op eigen terrein beschouwd. De aanvrager dient dan door middel van een huur- of ingebruikgevingsovereenkomst aan te tonen dat hij niet over de parkeerplaats kan beschikken en dat hij de parkeerplaats aan een derde ter beschikking heeft gesteld.

Afdeling VI Slotbepalingen

Artikel 17. Intrekking, citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    De Beleidsregels parkeervergunningen en –ontheffingen 2008 van 18 december 2007 worden ingetrokken per de datum van inwerkingtreding van deze beleidsregels.

  • 2.

    Dit besluit kan worden aangehaald als: “Beleidsregels parkeervergunningen en ontheffingen 2017".

  • 3.

    Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na die van bekendmaking.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het College van Waalwijk op 20 december 2016.

Het College van Waalwijk,

De secretaris, de burgemeester,

J.H. Lagendijk drs. A.M.P. Kleijngeld