Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Borne

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Borne houdende regels omtrent gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren Parkeerverordening Borne

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBorne
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening van de gemeenteraad van de gemeente Borne houdende regels omtrent gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren Parkeerverordening Borne
CiteertitelParkeerverordening Borne
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Parkeerverordening 2000.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. art. 149 Gemeentewet
  2. art. 2a Wegenverkeerswet 1994
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

25-11-2016nieuwe regeling

08-11-2016

Gemeenteblad 2016, 164008

16INT01478

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren, kortweg de Parkeerverordening Borne

de raad van de gemeente Borne;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 24-5-2016;

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994;

 

besluit:

 

vast te stellen de verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de

verlening van vergunningen voor het parkeren, kortweg de Parkeerverordening Borne.

Afdeling I Definities en begripsomschrijvingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

  • b.

    motorvoertuigen: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 onder ia van het RVV 1990;

  • c.

    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • d.

    houder: degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren was ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens;

  • e.

    belanghebbendenplaats: een parkeerplaats die:

    • is aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990; of

    • gelegen is binnen een zone aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990 met het opschrift zone, voor zover deze plaats niet is uitgezonderd;

  • f.

    vergunning: een door het college verleende vergunning, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen belanghebbendenplaatsen;

  • g.

    vergunninghouder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een vergunning is verleend;

  • h.

    huishouden: één of meer bewoners die in één woonruimte wonen en samen een duurzaam gemeenschappelijk huishouden vormen.

  • i.

    bedrijf:

    • een organisatie of zelfstandige die is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel;

    • een al dan niet commerciële organisatie, zoals een instelling, politiediensten, een openbaar lichaam, die wordt beschouwd als één bedrijf indien de vestigingsadressen dezelfde zijn of het een aaneengesloten bebouwing betreft, dan wel sprake is van een juridische constructie waaruit moet worden geconcludeerd dat het in wezen één bedrijf betreft.

  • j.

    autodelen: het herhaald en opeenvolgend gezamenlijk gebruik van motorvoertuigen op grond van een overeenkomst tussen natuurlijke personen en een aanbieder of tussen natuurlijke personen uit meer dan één huishouden;

  • k.

    autodeelplaats: een parkeerplaats aangewezen voor een motorvoertuig bestemd voor autodate;

  • l.

    parkeerplaats op eigen terrein (POET):Een garage of parkeerplaats op een perceel behorende tot het perceel of de woning / bedrijf waarover de aanvrager kan beschikken conform het bestemmingsplan, op grond van eigendom, erfpacht, huur, ingebruikgeving of anderszins voor gebruik bij de woning van de aanvrager is bestemd.

  • m.

    college:Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Borne.

Afdeling II Plaatsen voor vergunninghouders, vergunningen en vergunningbewijzen

Artikel 2
  • 1.

    Het college kan, bij openbaar te maken besluit, weggedeelten aanwijzen die bestemd zijn voor het parkeren door vergunninghouders.

  • 2.

    Het college kan, bij openbaar te maken besluit, de tijdstippen vaststellen waarop het parkeren alleen aan vergunninghouders is toegestaan.

Artikel 3
  • 1.

    Het college kan op een daartoe strekkende aanvraag een vergunning verlenen voor het parkeren op belanghebbendenplaatsen.

  • 2.

    Het college kan regels stellen voor het aanvragen en verlenen van een vergunning.

  • 3.

    Een vergunning kan worden verleend aan:

    • a.

      een eigenaar of houder van een motorvoertuig die woont in een gebied of aan een weg waar belanghebbendenplaatsen aanwezig zijn (categorie I);

    • b.

      een eigenaar of houder van een motorvoertuig die werkzaam is bij het woon-zorgcomplex ’t Dijkhuis inclusief aanwezige medische voorzieningen (categorie II)

  • 4.

    Het college kan in bijzondere gevallen een vergunning ook verlenen aan een eigenaar of houder van een motorvoertuig die niet voldoet aan één van de in het derde lid genoemde vereisten.

  • 5.

    Het college kan, bij openbaar te maken besluit, een maximum aantal uit te geven vergunningen per aaneengesloten gebied en per categorie vaststellen en beperkingen opleggen met betrekking tot plaats en tijd.

  • 6.

    Het college kan aan een vergunning voorschriften en beperkingen verbinden die strekken tot bescherming van het belang van een goede verdeling van de beschikbare parkeerruimte

Artikel 4
  • 1.

    Het college beslist binnen acht weken na ontvangst van een aanvraag voor een vergunning.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen de in het eerste lid genoemde termijn met ten hoogste acht weken verlengen. Van een verlenging van deze termijn wordt de aanvrager schriftelijk in kennis gesteld.

Artikel 5
  • 1.

    Een vergunning wordt voor onbepaalde tijd of voor een bepaalde termijn verleend.

  • 2.

    De vergunning bevat in ieder geval de volgende gegevens:

    • a.

      de periode waarvoor de vergunning geldt;

    • b.

      het gebied waarvoor de vergunning geldt;

    • c.

      de naam van de vergunninghouder of het kenteken van het motorvoertuig waarvoor de vergunning is verleend.

Artikel 6

Het college kan een vergunning intrekken of wijzigen:

  • a.

    op verzoek van de vergunninghouder;

  • b.

    wanneer de vergunninghouder niet meer woonachtig is of geen beroep meer uitoefent in het gebied, waarvoor de vergunning is verleend;

  • c.

    wanneer er zich een wijziging voordoet in een van de omstandigheden die relevant waren voor het verlenen van de vergunning;

  • d.

    wanneer voor het betreffende gebied het stelsel van vergunningen komt te vervallen;

  • e.

    wanneer de vergunninghouder niet of niet tijdig aan zijn betalingsverplichting voor zijn vergunning heeft voldaan;

  • f.

    wanneer de vergunninghouder handelt in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften of beperkingen;

  • g.

    wanneer blijkt dat bij de aanvraag van de vergunning onjuiste gegevens zijn verstrekt;

  • h.

    om redenen van openbaar belang.

Afdeling III Verbodsbepalingen

Artikel 7
  • 1.

    Het is verboden gedurende de tijden waarop het parkeren op een belanghebbendenplaats of een autodateplaats slechts aan vergunninghouders is toegestaan aldaar een motorvoertuig te parkeren of te laten staan:

    • a.

      zonder dat het motorvoertuig duidelijk zichtbaar is voorzien van de voor dat motorvoertuig afgegeven vergunning;

    • b.

      in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften.

  • 2.

    Het college kan ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel.

Artikel 8
  • 1.

    Het is verboden om enig voorwerp, niet zijnde een motorvoertuig, te plaatsen of te laten staan op een belanghebbendenplaats.

  • 2.

    Het college kan ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel.

Afdeling IV Strafbepaling

Artikel 9

Overtreding van het bepaalde in afdeling III van deze verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van de eerste categorie.

Afdeling V Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 10

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast behalve de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren de door het college aangewezen ambtenaren.

Artikel 11

Deze verordening wordt aangehaald als: Parkeerverordening Borne.

Artikel 12
  • 1.

    Deze verordening treedt in werking één dag na de openbare bekendmaking hiervan onder gelijktijdige intrekking van de Parkeerverordening 2000, vastgesteld op 27 januari 2000.

  • 2.

    Vergunningen die zijn verleend krachtens de Parkeerverordening 2000 worden geacht te zijn verleend krachtens deze verordening.

Vastgesteld in de openbare vergadering van 8 november 2016.

De voorzitter,

De griffier,