Organisatie | Zeewolde |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgmeester en wethouders van de gemeente Zeewolde houdende regels voor jeugdhulp Nadere regels jeugdhulp Zeewolde 2017 |
Citeertitel | Nadere regels jeugdhulp Zeewolde 2017 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Nadere regels jeugdhulp Zeewolde.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-02-2017 | nieuwe regeling | 10-01-2017 | Z160049696 |
Het College van Burgemeester en wethouders van de gemeente Zeewolde,
gelet op het op 18 augustus 2014 door de Gemeenteraad van Zeewolde vastgestelde lokale Beleidsplan Jeugdhulp ’Op naar 2015’ inclusief de bijbehorende ‘Verordening Jeugdhulp 2015’,
en overwegende dat het college op grond van de verordening verplicht is nadere regels te stellen,
besluit vast te stellen de hierna volgende
Nadere regels jeugdhulp Zeewolde, inclusief Bijlage I, Bijlage II en Bijlage III
Hoofdstuk 2 Algemene voorzieningen
Een algemene voorziening is rechtstreeks toegankelijk zonder toegangsbeoordeling of opbasis van een beperkte toegangsbeoordeling.
Hoofdstuk 3 Individuele voorzieningen
De ondersteuning die geboden wordt vanuit het flexibel aanbod kan bestaan uit:
ondersteuning van, hulp aan of zorg voor jeugdigen en hun ouders of verzorgers gericht op het verminderen, stabiliseren, behandelen en opheffen, of omgaan met de gevolgen van psychische problemen en stoornissen, psychosociale problemen, gedragsproblemen of een verstandelijke beperking van de jeugdige, opvoedingsproblemen van de ouders of verzorgers;
Een door het college benoemd lid mag zich in voorkomende gevallen door een ander laten vervangen. Hiermee behoeft niet tevoren door het college te worden ingestemd, waarbij als voorwaarde geldt dat de plaatsvervanger werkzaam is in dezelfde dan wel een gelijksoortige functie of opleiding én ervaring heeft als het benoemde lid. Indien één van de benoemde leden tegen de vervanging bezwaar maakt, is de vervanging niet toegestaan.
Het expertteam kan bespreking van het ondersteuningsplan en het advies met ouders en/of jeugdige achterwege laten, indien de veiligheid van 1 of meerdere gezinsleden hierdoor in het geding zou komen. Ouders dienen dan achteraf zo spoedig mogelijk geïnformeerd te worden over het advies van het expertteam.
Indien het expertteam en/of gezin/jeugdige en/of ondersteuner aangeeft dat additionele expertise voor behandeling van de aanvraag of het advies van belang is, kan het expertteam een onafhankelijke specialist uitnodigen ter versterking van de eigen expertise. Dit is mogelijk onder voorbehoud van goedkeuring door het betreffende gezin/huishouden.
Artikel 3.5 Ondersteuningsplan
In afwijking van het bepaalde in artikel 3.3 is voor de toekenning van ambulante jeugdhulp en ondersteuning uit het ondersteuningshuis geen advies van het expertteam nodig.
Ambulante jeugdhulp en ondersteuning wordt uiterlijk binnen twee weken na goedkeuring ingezet. Indien de gevraagde capaciteit en inhoudelijke expertise niet tijdig beschikbaar is, draagt de zorgaanbieder, in overleg met de coördinator van het ondersteuningshuis, er zorg voor dat binnen de gestelde termijn, een passend vervangend aanbod wordt ingezet.
Artikel 3.6 Eerst Verantwoordelijk Ondersteuner
De EVO blijft betrokken bij het gezin, voor zo lang dat nodig is. De EVO biedt ook langere termijn, laagfrequente (ambulante) ondersteuning. Hierdoor wordt geborgd dat het gezin in principe hetzelfde aanspreekpunt houdt, die het gezin kent en snel kan inschatten wat er nodig is, mochten er escalaties plaatsvinden.
Artikel 3.9 Criteria individuele voorzieningen
De beoordeling van gebruikelijke zorg wordt gebaseerd op de Beleidsregels AWBZ en hoofdstuk 4 van de CIZ Indicatiewijzer, een en ander voor zover het een voorziening betreft die nu onder de Jeugdwet valt en voor zover van toepassing op de jeugdige. Daarbij geldt dat er – in aanvulling op de door het Ciz gepubliceerde tekst in versie 7.1 van de Indicatiewijzer van juli 2014 – van uitgegaan wordt dat, naast de activiteiten die specifiek zijn benoemd in bijlage II bij deze nadere regels de gebruikelijke zorg in aanvulling daarop en ter uitwerking van het beginsel van eigen kracht dat is neergelegd in artikel 2.3 lid 1 van de wet tevens geacht wordt gemiddeld één uur per dag te omvatten.
Artikel 3.10 Aanvullende criteria persoonsgebonden budget
Het college kent in aanvulling op artikel 3.9 een persoonsgebonden budget toe als:
de jeugdige of zijn ouders op eigen kracht voldoende in staat zijn tot een redelijkewaardering van de belangen ter zake en op eigen kracht dan wel met hulp uit hun socialenetwerk dan wel van een curator, bewindvoerder, mentor, gemachtigde, gecertificeerdeinstelling of aanbieder van gesloten jeugdhulp, in staat zijn de aan een persoonsgebondenbudget verbonden taken op verantwoorde wijze uit te voeren,
Het college kan een persoonsgebonden budget weigeren indien aan de jeugdige of zijn ouders in de afgelopen drie jaren, voorafgaand aan de datum van het gesprek, een persoonsgebonden budget is verleend en waarbij door de jeugdige of zijn ouders niet is voldaan aan de voorwaarden van het persoonsgebondenbudget.
Artikel 7.1 Onvoorziene gevallen
In gevallen waarin deze nadere regels niet voorzien, beslist het college.
Het college kan in bijzondere gevallen bepalingen van de nadere regels op de verordening buiten toepassing laten, indien deze gelet op het doel ervan tot onbillijkheden van overwegende aard kunnen leiden.
Artikel 7.4 Intrekking vorige nadere regels
De Nadere regels jeugdhulp Zeewolde worden ingetrokken op 1 februari 2017.
Bijlage I: nadere toelichting op persoonsgebonden budget
Bemiddelingskosten voor het verkrijgen van een persoonsgebonden budget komen niet voor vergoeding uit het PGB in aanmerking.
De doorlopende administratiekosten die de budgethouder bij derden heeft belegd, komen niet voor vergoeding uit het PGB in aanmerking. De PGB-administratie doet een budgethouder zelf of een vertegenwoordiger doet dit zonder hiervoor geld uit het PGB te ontvangen. Met de invoering van het trekkingsrecht worden de administratieve lasten beperkt.
Als gevolg van de invoering van het trekkingsrecht kan met een zorgverlener geen automatische incasso meer worden afgesproken. De mogelijke meerkosten die facturering met zich meebrengt, kunnen niet afzonderlijk worden voldaan vanuit het PGB.
Een budgethouder komt in principe alleen in aanmerking voor een PGB als hij zelf (of een vertegenwoordiger) op verantwoorde wijze regie kan voeren. Coördinatie kan dan ook niet betaald worden vanuit het PGB, deze activiteit voert de budgethouder immers zelf uit of is belegd bij een vertegenwoordiger.
Ad) Crisishulp/ crisisopvang/ spoedeisende zorg
Wanneer in geval van crisis direct hulp moet worden ingezet, is er geen tijd om een plan op te stellen, de hoogte van het PGB te bepalen en een (arbeids)overeenkomst te sluiten met een hulpverlener/organisatie. Bovendien moet deze hulp voldoen aan kwaliteitseisen. Voor crisishulp is het om deze redenen niet mogelijk een PGB te ontvangen.
Ad) Zware vormen van ondersteuning
Bij zwaardere ondersteuningsvormen, zoals gespecialiseerde (dag)behandeling en ambulante specialistische jeugdhulp zal goed gekeken worden of een cliënt regiemogelijkheden heeft en of de beoogde ondersteuning aansluit op de benodigde kwaliteit en de te behalen resultaten. Bij twijfel zal geen PGB voor deze zorgvormen worden toegekend.
Ad) Vrij besteedbaar bedrag/vrijwilligersvergoeding:
In het kader van de AWBZ en de WMO 2007 was het mogelijk een bedrag van € 250,00 of de fiscale vrijwilligersvergoeding uit het PGB te verstrekken. Op deze wijze worden cliënten met een PGB en cliënten met zorg in natura niet op gelijke wijze behandeld. Natura cliënten hebben ook niet de beschikking over een vrij besteedbaar bedrag.
Ad) Reiskosten van een zorgverlener:
Reiskosten van een zorgverlener worden in principe niet vergoed. Alleen in uitzonderlijke gevallen kunnen, mits goed onderbouwd en voorzien van een positief advies van het Expertteam, reiskosten van de zorgverlener worden vergoed. De vergoeding bedraagt dan € 0,19 per km.
Ad) Feestdagenuitkeringen aan de zorgverlener
Feestdagenuitkeringen aan een zorgverlener kunnen niet afzonderlijk worden voldaan uit het PGB. Deze kosten dienen door de zorgverlener te worden meegenomen in het uurtarief.
Ad) Progressiviteit van het ziektebeeld / kinderen in de groei
Op grond van de progressiviteit van het ziektebeeld kunnen de aangevraagde hulpmiddelen en woningaanpassingen zo snel weer door een aangepaste voorziening vervangen dienen te worden dat deze verstrekkingen zich daardoor niet lenen voor een persoonsgebonden budget. Dit kan ook gelden voor voorzieningen voor kinderen in de groei. Per situatie wordt beoordeeld of deze uitsluiting van het PGB van toepassing is.
Ad) Besteding pgb-budget op basis van beschikte zorgbudgetten
Op het moment dat een pgb-budget is opgebouwd op basis van verschillende in pgb-vorm toegekende zorgvormen (bijvoorbeeld: individuele begeleiding door het sociale netwerk enerzijds en begeleiding groep anderzijds), dan is het niet toegestaan om deelbudget in te zetten in het kader van een andere zorgvorm met een bijbehorend ander deelbudget. Dit heeft te maken met de andere (sub)doelen die met de verschillende deelbudgetten worden nagestreefd. Daar waar de pgb-houder of diens ouder(s) van mening is/zijn dat het verschuiven van de schotten wenselijk is, kan hierover in contact worden getreden met het college. De eerdere toekenning kan dan bij gebleken noodzaak dienovereenkomstig worden aangepast. Zonder instemming van het college is het zelfstandig ontschotten echter niet toegestaan om eerdergenoemde reden.