Organisatie | Winsum |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels voor het toekennen van ambtshalve verminderingen van gemeentelijke belastingen 2010 |
Citeertitel | Beleidsregels ambtshalve vermindering gemeentelijke belastingen gemeente Winsum 2010 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze instructie vervangt de instructie inzake het verlenen van ambtshalve verminderingen van gemeentelijke belastingen van 21 september 2004
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2010 | Nieuwe regeling | 29-09-2009 De Wiekslag, 06-10-2009 | 10 |
Beleidsregels voor het toekennen van ambtshalve verminderingen van gemeentelijke belastingen 2010
Artikel 1 Reikwijdte en definities
Van deze beleidsregels zijn uitgezonderd belastingaanslagen, waaraan ingevolge een wettelijk voorschrift een op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken gegeven beschikking tot vaststelling van de waarde ten grondslag heeft gelegen, voor zover op deze aanslagen artikel 18a, eerste lid, onder b, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen van (overeenkomstige) toepassing is.
het bedrag van de vermindering: de vermindering van het belastingbedrag vermeerderd met (het daaraan toe te rekenen gedeelte van) de bestuurlijke boete of de kostenopslag, indien een bestuurlijke boete of een kostenopslag is toegepast. Het bedrag van de vermindering wordt berekend per belastingaanslag.
Ingeval het bedrag van de belasting had behoren te zijn vastgesteld op een bedrag dat tenminste € 10,-- per aanslag lager is dan het te hoog vastgestelde bedrag van die belasting, verleent de heffingsambtenaar ambtshalve de vermindering waarvoor de belanghebbende redelijkerwijs in aanmerking komt, indien:
Ingeval een verhuizing in de loop van het belastingjaar binnen de gemeente waarbij de belastingplichtige gaat inwonen bij een andere belastingplichtige, dan eindigt de belastingplicht in de loop van het belastingjaar en volgt er een ontheffing over de resterende volle kalendermaanden van het belastingjaar.
Ingeval een echtscheiding of ontbinding van de samenlevingsovereenkomst van de belastingplichtige, dan eindigt de belastingplicht niet. Wanneer als gevolg van een echtscheiding of ontbinding van de samenlevingsovereenkomst de belastingplichtige een eenpersoonshuishouden gaat voeren, vindt een ontheffing plaats op basis van het verschil tussen het tarief van een eenpersoonshuishouden en het tarief van een meerpersoonshuishouden met een minimum van € 10,-- over de resterende volle kalendermaanden van het belastingjaar.
Ingeval een verhuizing in de loop van het belastingjaar binnen de gemeente waarbij de belastingplichtige wordt opgenomen in een verzorgingstehuis, niet zijnde een aanleunwoning, dan eindigt de belastingplicht in de loop van het belastingjaar en volgt er een ontheffing over de resterende volle kalendermaanden van het belastingjaar.
Ingeval een overlijden van een gehuwde of samenwonende belastingplichtige in de loop van het belastingjaar, dan eindigt de belastingplicht niet. Wanneer bij overlijden van een belastingplichtige in de loop van het belastingjaar wordt teruggegaan van een meerpersoonshuishouden naar een eenpersoonshuishouden, vindt een ontheffing plaats voor het verschil tussen het aanslagbedrag meerpersoonshuishouden en eenpersoonshuishouden, met een minimumbedrag van € 10,--, over de resterende volle kalendermaanden van het belastingjaar.
Een uitspraak van de Hoge Raad, van een gerechtshof of van een rechtbank, waarin een toepassing van de belastingwet besloten ligt die voor de belanghebbende gunstiger is dan de bij de heffing van de belasting gevolgde toepassing, leidt niet tot het ambtshalve verlenen van vermindering van belasting indien de belastingaanslag of de voldoening op aangifte onherroepelijk is komen vast te staan voor de dag, waarop de uitspraak door de Hoge Raad, het hof of de rechtbank is gewezen, tenzij het college van burgemeester en wethouders op dit punt een afwijkende regeling heeft getroffen.
Hetgeen in het eerste lid is bepaald met betrekking tot een uitspraak van de Hoge Raad, van een gerechtshof of van een rechtbank, is in daartoe leidende gevallen van overeenkomstige toepassing op prejudiciële beslissingen van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen alsmede op rechterlijke uitspraken van het Hof en andere supranationale colleges.
Artikel 5 Mededeling van afwijzing
Indien geen termen aanwezig zijn om ambtshalve een vermindering te verlenen, wordt daarvan gemotiveerd mededeling gedaan in de uitspraak waarin de niet-ontvankelijkheid wordt uitgesproken van een bezwaarschrift of een verzoekschrift, bedoeld in artikel 2, onder a.
De instructies inzake “het verlenen van ambtshalve verminderingen van gemeentelijke belastingen” van 21 september 2004 worden ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.