Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
's-Hertogenbosch

Beleid handhaving afvalstoffenverordening ‘s-Hertogenbosch

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Organisatie's-Hertogenbosch
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleid handhaving afvalstoffenverordening ‘s-Hertogenbosch
CiteertitelBeleid handhaving afvalstoffenverordening ‘s-Hertogenbosch
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-02-2017Nieuwe regeling

18-01-2017

Gemeenteblad nr. 10142 d.d. 20-01-2017

6155332

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel inzake bestuursrechtelijke handhaving van overtredingen avn de Afvalstoffenverordening 's-Hertogenbosch 2009 (wijziging)

College van burgemeester en wethouders van de gemeente ’s-Hertogenbosch;

Overwegende dat:

op 24 september 2016 in werking is getreden de “regeling bedrijfsafvalstoffen”, met een overgangstermijn tot uiterlijk 1 januari 2017;

op 1 april 2008 in werking is getreden de Beleidsregel bestuursrechtelijke handhaving overlast huisvuilzakken;

op 1 januari 2009 in werking is getreden het beleid bestuursrechtelijke handhaving afvalstoffen en overige overtredingen;

het van belang is dat een handhavingsbeleid ten aanzien van overtredingen met betrekking tot bedrijfsafval wordt vastgesteld;

het reeds bestaande beleid bestuursrechtelijke handhaving overlast huisvuilzakken wordt geactualiseerd in verband met wijziging van artikelen in de afvalstoffenverordening ’s-Hertogenbosch;

het nieuw vast te stellen beleid en het bestaande, geactualiseerde beleid, worden samengevoegd in één beleidsregel.

Gelet op de Afvalstoffenverordening ’s-Hertogenbosch 2009 (wijziging) en de krachtens deze verordening vastgestelde nadere regels alsmede de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht.

Besluit:

 

  • 1.

    Het beleid inzake bestuursrechtelijke handhaving van overtredingen van de Afvalstoffenverordening ’s-Hertogenbosch 2009 (wijziging) en de krachtens deze verordening vastgestelde nadere regels, waaronder de Regeling bedrijfsafvalstoffen vast te stellen.

  • 2.

    Het hoofd van de afdeling Stadstoezicht alsmede de medewerkers van deze afdeling die zijn aangewezen als toezichthouder van de Afvalstoffenverordening voor zover het gaat om de daadwerkelijke uitvoering van de (spoedeisende) bestuursdwang te belasten met de uitvoering van deze beleidsregel.

  • 3.

    De Beleidsregel bestuursrechtelijke handhaving overlast huisvuilzakken en het beleid bestuursrechtelijke handhaving afvalstoffen en overige overtredingen in te trekken.

  • 4.

    De beleidsregel bestuursrechtelijke handhaving overlast huisvuilzakken van toepassing te laten zijn ten aanzien van de overtredingen die voor de inwerkingtreding van het nieuwe beleid zijn geconstateerd.

  • 5.

    Het beleid kan worden aangehaald als: “Beleid handhaving afvalstoffenverordening ‘s-Hertogenbosch”.

  • 6.

    Het besluit treedt in werking op 1 februari 2017.

1. ALGEMEEN

In de Afvalstoffenverordening ’s-Hertogenbosch 2009 (wijzingen) zijn regels opgenomen ten aanzien van het aanbieden e.d. van afval. De omgang met afval is verder uitgewerkt in de bij of krachtens deze verordening vastgestelde nadere regels c.q. uitvoeringsbesluiten.

1.1 Afvalstoffenverordening 2009 (wijzigingen)

In de Afvalstoffenverordening ’s-Hertogenbosch 2009 (wijzigingen) is in artikel 10 geregeld het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen. Dit artikel is verder uitgewerkt in de Uitvoeringsbesluiten Afvalstoffenverordening 2016. Verder is in artikel 16 het een en ander vastgelegd ten aanzien van zwerfafval.

Verder is in de artikel 13 t/m 15 van deze verordening een regeling opgenomen ten aanzien van de inzameling van bedrijfsafvalstoffen. Op grond van deze artikelen is inmiddels de “Regeling bedrijfsafvalstoffen” vastgesteld en in werking getreden.

Naast de regeling in de Afvalstoffenverordening is ook van belang dat handhavingsbeleid wordt opgesteld om te komen tot een effectieve en efficiënte handhaving. In deze nota wordt met name dit laatste aspect geregeld.

1.2 Bestaand beleid

Ten aanzien van de bestuursrechtelijke handhaving van de afvalstoffenverordening wordt momenteel uitgegaan van twee beleidsregels, namelijk:

  • ·

    de beleidsregel bestuursrechtelijke handhaving overlast vuilniszakken, in werking getreden op 1 april 2008;

  • ·

    de beleidsregel bestuursrechtelijke handhaving afvalstoffen en overige overtredingen, in werking getreden op 1 januari 2009.

De eerst genoemde beleidsregel wordt vanaf 2008 toegepast ten aanzien van het plaatsen van huishoudelijk afval naast of in directe omgeving van een (semi) ondergrondse container alsmede het huishoudelijk afval dat illegaal wordt gestort in de openbare ruimte. Het als tweede genoemde beleid was bedoeld om overtredingen met andere vormen van afval ook bestuursrechtelijk te handhaven. Tot op heden is dit beleid niet toegepast.

1.3 Nieuw beleid (bedrijfsafval)

Op 24 september 2016 is in werking getreden de “Regeling bedrijfsafvalstoffen”. Het gaat hierbij om in uitwerking in de vorm van nadere regels van de artikelen 14 en 15 van de Afvalstoffenverordening.

In de regeling wordt geregeld het plaatsen van een mobiele (dus verplaatsbare) bedrijfsafvalcontainer in de openbare ruimte alsmede het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafval.

In het belang van de toepassing van deze regeling is het van belang om een handhavingsbeleid vast te stellen, waarbij in ieder geval wordt meegenomen de overtredingen met huishoudelijk en bedrijfsafval. Bij andere overtredingen van de Afvalstoffenverordening kan per situatie worden bekeken of, naast de strafrechtelijke handhaving, bestuursrechtelijke handhaving noodzakelijk c.q. gewenst kan zijn.

1.4 Handhavingsbeleid afvalstoffenverordening

Zoals hierboven reeds aangegeven is de handhaving van de Afvalstoffenverordening neergelegd in meerdere beleidsregels, die reeds gelden van 2008/2009. Het gaat hierbij dus om handhavingsbeleid dat reeds meerdere jaren oud is en sinds de inwerkingtreding niet meer is geactualiseerd.

Omdat handhavingsbeleid ten aanzien van overtredingen met bedrijfsafval moet worden vastgesteld, is het van belang om gelijktijdig ook het bestaande beleid te actualiseren naar de huidige Afvalstoffenverordening, zonder dat met name wat betreft de bestuursrechtelijke handhaving overlast vuilniszakken inhoudelijk het beleid hoeft te veranderen.

Ter verbetering van de overzichtelijkheid van het handhavingsbeleid is het van belang om de bestuursrechtelijke handhaving van de Afvalstoffenverordening en de bij of krachtens deze verordening vastgestelde uitvoeringsbesluiten vast te leggen in één beleidsregel.

Zoals hierboven is aangegeven kan de beleidsregel bestuursrechtelijke handhaving afvalstoffen en overige overtredingen komen te vervallen omdat tot op heden geen gebruik is gemaakt van dit beleid. In het geval dat overtredingen van de afvalstoffenverordening worden geconstateerd, waarop dit beleid van toepassing was, kan – afhankelijk van de aangetroffen situatie besloten worden om alsnog een bestuursrechtelijke herstelsanctie (bestuursdwang of dwangsom) toe te passen. Het mandaatbesluit biedt hiertoe aan het hoofd van de afdeling Stadstoezicht de mogelijkheid.

1.5 Bevoegdheid hoofd afdeling stadstoezicht

Het hoofd van de afdeling Stadstoezicht is gemandateerd voor wat betreft het opleggen van een bestuursrechtelijke sanctie (bestuursdwang en dwangsom), het kostenverhaal en de invordering van de kosten.

De in de afvalstoffenverordening genoemde toezichthouders, tevens medewerker toezicht en handhaving openbare ruimte van de afdeling Stadstoezicht voeren – namens het hoofd van de afdeling Stadstoezicht – feitelijk de spoedeisende bestuursdwang uit bestaande uit het verwijderen van het afval en/of andere objecten.

2. HUISHOUDELIJK AFVAL

Vanaf 2008 wordt bestuursrechtelijke handhaving in de vorm van spoedeisende bestuursdwang toegepast in het geval dat huishoudelijk afval wordt aangeboden of aangetroffen in strijd met de afvalstoffenverordening en/of de krachtens deze verordening vastgestelde uitvoeringsregels.

De toepassing van spoedeisende bestuursdwang is vastgelegd in de beleidsregel bestuursrechtelijke handhaving overlast vuilniszakken, in werking getreden op 1 april 2008.

2.1 Handhavingsbeleid

Het handhavingsbeleid zoals dat is verwoord in de in 2008 ingevoerde Beleidsregel bestuursrechtelijke handhaving overlast huisvuilzakken wordt onverkort overgenomen in deze beleidsregel, inclusief de kosten die zijn en blijven vastgesteld op een bedrag van € 150,- per overtreding.

Op grond van het bestaande handhavingsbeleid wordt in geval van constatering van een overtreding van artikel 10 of artikel 16 van de Afvalstoffenverordening spoedeisende bestuursdwang toegepast. In de regel gaat het hierbij om huishoudelijk afval, dat al dan niet verpakt in een huisvuilzak, wordt aangetroffen naast of in de directe omgeving van een (semi) ondergrondse container.

Volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling Rechtspraak van de Raad van State is toepassing van spoedeisende bestuursdwang toegestaan omdat het illegaal dumpen van afval kan leiden tot (meer) vervuiling, overlast en verloedering van de openbare ruimte. Tevens kan het stankoverlast tot gevolg hebben en/of ongedierte en andere vervuiling kan aantrekken. Ook volgens deze jurisprudentie kan als overtreder worden aangemerkt de persoon naar wie het afval herleidbaar is, op basis van in het huishoudelijk afval aangetroffen persoonlijke gegevens. Dit hoeft niet altijd de persoon te zijn die het afval daadwerkelijk illegaal heeft gedumpt.

De toepassing van de spoedeisende bestuursdwang geschiedt in grote lijnen op de navolgende wijze. Een toezichthouder en medewerker van de afvalstoffendienst voeren gezamenlijk controles uit de gehele gemeente. Zodra huishoudelijk afval in de openbare ruimte wordt aangetroffen (in de regel is dit naast of in de directe omgeving van een ondergrondse container) doorzoekt de toezichthouder het afval op persoonlijke gegevens. Vervolgens wordt het afval afgevoerd. In het geval dat op basis van de aangetroffen informatie het afval naar iemand herleid kan worden wordt de procedure opgestart.

Degene die als overtreder wordt aangemerkt wordt schriftelijk in kennis gesteld van de door de toezichthouder gedane constatering, De als overtreder aangemerkte persoon heeft de mogelijkheid om op de schriftelijke kennisgeving te reageren. Vervolgens wordt een last onder bestuursdwang opgesteld, waarin ook de eventuele opmerkingen van de overtreder worden meegenomen. Alvorens de beschikking wordt verzonden krijgt de overtreder de mogelijkheid om in het kader van de andere aanpak een gesprek te hebben met medewerkers van de afdeling Stadstoezicht. Tegen de last onder bestuursdwang kan bezwaar worden aangetekend. In het geval dat geen andere aanpak heeft plaatsgevonden voordat de beschikking is verzonden, wordt de bezwaarmaker alsnog uitgenodigd voor een gesprek. Tijdens dit gesprek wordt nagegaan of het al dan niet redelijk is om in dit geval de in het kader van de toepassing van bestuursdwang gemaakte kosten in rekening te brengen. De kosten van het toepassen van spoedeisende bestuursdwang zijn vastgesteld op een bedrag van € 150,-.

3.BEDRIJFSAFVAL

In de Regeling bedrijfsafvalstoffen zijn met name ongewenste c.q. verboden handelingen met bedrijfsafval vastgelegd. Het gaat hierbij om het verbod om bedrijfsafvalstoffen naast of in de nabijheid van een inzamelmiddel of inzamelvoorziening te plaatsen, te doen of te laten plaatsen en daar te laten staan. Ook is geregeld het op illegale wijze in de openbare ruimte laten staan van een inzamelmiddel, waaronder wordt verstaan een mobiele (dus verplaatsbare) bedrijfsafvalcontainer. Met name in de binnenstad wordt veel stank en andere vormen van overlast (aantrekkende werking van afval) ondervonden van de bedrijfsafvalcontainers die in de openbare ruimte blijven staan.

Ten aanzien van de Regeling bedrijfsafvalstoffen is het van belang dat ook een handhavingsbeleid wordt vastgesteld, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen het bedrijfsafval dat in de nabijheid of de directe omgeving van een (semi) ondergrondse container wordt gedumpt alsmede het in de openbare ruimte laten staan van een bedrijfsafvalcontainer. In het eerste geval wordt spoedeisende bestuursdwang toegepast en in het tweede geval wordt bij de eerste overtreding een dwangsom opgelegd en in het geval van een tweede of meerdere overtreding wordt bestuursdwang toegepast.

Indien de in dit handhavingsbeleid omschreven herstelsancties niet het gewenste effect hebben en dus geen einde maken aan een illegale situatie wordt – afhankelijk van de aangetroffen situatie – gebruik gemaakt van andere bestuursrechtelijke of strafrechtelijke middelen.

3.1 Illegaal aanbieden bedrijfsafval

Bedrijven en dan met name horecabedrijven kunnen gebruik maken van de (semi)ondergrondse containers. Bij herhaling wordt echter ook bedrijfsafval, al dan niet verpakt in huisvuilzakken, naast of in de directe omgeving van een (semi) ondergrondse container aangetroffen. In de regel gaat het hierbij om een kleine hoeveelheid. Omdat het hierbij gaat om een vergelijkbare situatie als bij het huishoudelijk afval wordt in geval dat bedrijfsafval op onjuiste wijze wordt aangeboden ook spoedeisende bestuursdwang toegepast. Het handhavingsbeleid, dat wordt toegepast bij huishoudelijk afval, wordt in principe ook toegepast ten aanzien van het op illegale wijze aanbieden van bedrijfsafval. In principe worden de kosten, die op de overtreder worden verhaald, vastgesteld op een bedrag van € 150,00 per overtreding. In het geval dat er als gevolg van het aangetroffen afval meer kosten moeten worden gemaakt worden deze in rekening gebracht. Hiervan kan sprake zijn als de betreffende ondernemer een grotere hoeveelheid afval op illegale wijze heeft aangeboden.

3.2 Bedrijfsafvalcontainers

In de regeling bedrijfsafvalstoffen is ook een verbod opgenomen een inzamelmiddel te plaatsen, te doen of te laten plaatsen in de openbare ruimte, met uitzondering van de ledigingsdag. Onder een “inzamelmiddel” wordt verstaan een mobiele (dus verplaatsbare) bedrijfsafvalcontainer of een daarmede vergelijkbaar object.

Indien een overtreding wordt geconstateerd wordt de betreffende ondernemer schriftelijk gewaarschuwd om de bedrijfsafvalcontainer uit de openbare ruimte te verwijderd en verwijderd te houden, met uitzondering van de ledigingsdag. Tevens wordt in het kader van de andere aanpak de overtreder uitgenodigd voor een gesprek met een medewerker van de afdeling Stadstoezicht.

In het geval dat een waarschuwing niet of onvoldoende resultaat blijkt te hebben wordt bestuursdwang toegepast met als doel dat de bedrijfsafvalcontainer uit de openbare ruimte wordt verwijderd en verwijderd blijft. Indien nodig wordt de aangetroffen container door of in opdracht van de gemeente uit de openbare ruimte verwijderd en tijdelijk opgeslagen.

In de regel zal de ten tijde van de geconstateerde overtreding aangetroffen omstandigheden geen reden bieden tot het toepassen van spoedeisende bestuursdwang waarbij de container onverwijld uit de openbare ruimte wordt verwijderd. Indien de formele grondslag wel aanwezig zal zijn wordt voor deze optie gekozen.

Over het algemeen dient alvorens een last onder bestuursdwang kan worden overgelegd de overtreder schriftelijk in kennis moeten worden gesteld van het voornemen tot het opleggen van de voornoemde last. De overtreder kan zijn/haar zienswijze kenbaar maken. Vervolgens kan de definitieve last worden opgelegd waarbij aan de overtreder een (zeer korte) termijn wordt gegund om zelf een einde te maken aan de overtreding. Tegen de last onder bestuursdwang kan bezwaar worden aangetekend. De kosten, die gemaakt moeten worden bij de uitvoering van bestuursdwang, worden in rekening gebracht bij de overtreder. De hoogte van deze kosten wordt per handhavingsactie vastgesteld omdat bij voorbaat niet vastgesteld kan worden hoe hoog deze kosten zullen zijn.

De secretaris, De burgemeester,

Mr.drs. I.A.M. Woestenberg mr.dr. A.G.J.M. Rombouts