Integrale actuele tekst

DE FINANCIERINGSREGELING HUISVESTING AMBTENAREN

• 1.

  Burgemeester en wethouders kunnen aan ambtenaren in vaste dienst, daaronder niet begrepen de onderwijzers aan de openbare lagere scholen, die een huis voor eigen bewoning wensen te bouwen of te kopen of een bestaand eigen huis, dat door henzelf wordt of zal worden bewoond wensen te verbouwen, een geldlening onder verband van eerste hypotheek verstrekken.

• 2.

  De geldlening zal ten hoogste bedragen:

  • a.

    ingeval van de bouw van een huis voor eigen bewoning: 100% van de grond- en bouwkosten, verminderd met eventueel te ontvangen overheidsbijdragen;

  • b.

    ingeval van de koop voor eigen bewoning van een bestaand huis, 100% van de getaxeerde waarde van dat huis, eventueel vermeerderd met ten hoogste 100% van de kosten van verbouwing, verminderd met eventueel te ontvangen overheidsbijdragen;

  • c.

    ingeval van verbouwing van een bestaand, door de ambtenaar bewoond eigen huis: 100% van de verbouwingskosten, verminderd met eventueel te ontvangen overheidsbijdragen.

• 3.

  De geldlening wordt verstrekt met een door burgemeester en wethouders vast te stellen aflossingstermijn van ten hoogste dertig jaren. De rente zal gelijk zijn aan de op het tijdstip van verstrekking der geldlening algemeen geldende hypotheekrente, met dien verstande dat de rente niet hoger is dan die, welke de gemeente zelf op dat tijdstip is c.q. zou zijn verschuldigd voor door haar te sluiten geldleningen met een zelfde looptijd. Het rentepercentage wordt door burgemeester en wethouders vastgesteld tegen het op het tijdstip van de aanvraag geldende percentage, of zoveel lager als op de dag van verzending van de stukken naar het notariskantoor van toepassing is.

  De verstrekking heeft voorts plaats onder door burgemeester en wethouders te stellen voorwaarden.

• 4.

  Het is een ambtenaar toegestaan een bij een derde gesloten hypothecaire geldlening, voor een reeds in eigendom verworven woning, éénmalig te vervangen door een geldlening van de gemeente Ten Boer. Deze lening zal ten hoogste bedragen: de aflossing van het nog op de reeds in eigendom verworven woning rustende schuldrestant, vermeerderd met eventuele kosten die verband houden met wijziging van reeds aangegane hypothecaire verplichtingen, met dien verstande dat het totale bedrag het bedrag van de oorspronkelijke hoofdsom niet te boven mag gaan.

  De verstrekking van de geldlening heeft voorts plaats onder door burgemeester en wethouders te stellen voorwaarden.

• 5.

  De besluiten van burgemeester en wethouders tot het verstrekken der geldleningen worden meegedeeld aan Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen en aan de raad van de gemeente Ten Boer.

• 6.

  Binnen een half jaar na het besluit van het college van burgemeester en wethouders een hypothecaire lening te verstrekken, dient de ambtenaar daadwerkelijk gebruik te maken van deze toestemming.

• 1.

  Betreft het de aankoop van een bestaande woning dan legt de ambtenaar een taxatierapport over van een beëdigd taxateur, die niet bij de aankoop is betrokken.

• 2.

  Het inkomen van de ambtenaar wordt getoetst aan de hand van de normen welke door de Stichting Waarborgfonds Eigen Woning worden gehanteerd.

• 1.

  De geldlening moet worden afgelost hetzij bij wijze van annuïteit, hetzij in gelijke jaarlijkse termijnen. Extra aflossing of volledige aflossing zal steeds zijn toegestaan, zonder dat de ambtenaar tot betaling van vergoeding of boete zal zijn gehouden.

• 2.

  De geldlening zal na het verstrijken van een termijn van zes maanden opeisbaar zijn zonder dat enige waarschuwing zal zijn vereist:

  • a.

    indien het dienstverband van de ambtenaar eindigt anders dan door overlijden, door toekenning van pensioen krachtens de Algemene Burgerlijke Pensioenwet, door vervroegde uittreding of door toekenning van een wachtgeld, zolang dit wordt genoten;

  • b.

    indien de ambtenaar zonder noodzaak, zulks ter beoordeling van burgemeester en wethouders, ophoudt de woning voor eigen bewoning te gebruiken.

  • c.

    indien de hypotheekgever in staat van faillissement wordt verklaard, de hypotheekgever surséance van betaling aanvraagt of onder curatele wordt gesteld of op het verbonden goed beslag wordt gelegd;

• 3.

  In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders van het gestelde in het tweede lid afwijken.

• 1.

  De hypotheekgever is verplicht tot het sluiten en in stand houden van een levensverzekering, of een risicoverzekering voor minimaal 10 jaar, op grond waarvan bij zijn/haar overlijden een bedrag tot uitkering komt van tenminste 40% van de alsdan uitstaande hoofdsom der lening.

• 2.

  Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing indien de overwaarde van de woning 40% of meer bedraagt van de hoofdsom van de geldlening.

Het is de ambtenaar toegestaan gedurende de looptijd van de lening één keer het rentepercentage te doen wijzigen. Rente-aanpassing is op verzoek van de ambtenaar mogelijk, indien de door de gemeente verschuldigde rente op enig moment tenminste 1% lager is dan de op dat moment voor de lening berekende rente.

Bij een verzoek om wijziging van het rentepercentage geldt als datum de dag waarop het verzoek is ontvangen. De wijziging gaat in op de eerste dag van de maand volgend op die waarop het verzoek is ontvangen.

De rentewijziging wordt schriftelijk vastgelegd.

In de te sluiten hypotheekakte, waarvan de kosten voor rekening van betrokkene komen, dienen de gebruikelijke bepalingen ten aanzien van een behoorlijk onderhoud van de woning, de verzekering tegen brand en storm en een regelmatige betaling van rente en aflossing te worden opgenomen.

Burgemeester en wethouders kunnen aan de kredietverstrekking nog andere voorwaarden verbinden. Zij kunnen een kredietverstrekking weigeren wanneer de koopsom of de stichtingskosten hen niet aanvaardbaar voorkomen, of indien het verzoek naar hun oordeel om andere redenen niet voor inwilliging in aanmerking komt.

• 1.

  Deze verordening kan worden aangehaald als "Woningfinancieringsregeling gemeentepersoneel".

• 2.

  Deze verordening treedt in werking op de dag, volgende op de dag van haar bekendmaking.

• 3.

  Met ingang van de in lid 2 genoemde datum komt verordening "Woningfinancieringsregeling gemeentepersoneel", vastgesteld bij raadsbesluit van 28 april 1993, te vervallen.