Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
- 1.
ambtenaar: hij, die overeenkomstig de bepalingen van de CAR en
de UWO is aangesteld in vaste of tijdelijke dienst of
overeenkomstig de arbeidsovereenkomstenverordening in dienst is
genomen.
- 2.
functie: het geheel van werkzaamheden door de ambtenaar te
verrichten krachtens en overeenkomstig hetgeen hem door het
daartoe bevoegde gezag is opgedragen.
- 3.
functiewaardering: het door burgemeester en wethouders op een
evenwichtige wijze en naar zwaarte rangordenen van de
functies.
- 4.
salaris: het voor de ambtenaar geldende bedrag van het op zijn
functie betrekking hebbende waarderings-/salarisniveau, zoals
vermeld op bijlage II van de CAR.
- 5.
maximumsalaris: het hoogste bedrag van een
waarderings-/salarisniveau dat kan worden bereikt door
jaarlijkse salarisverhogingen.
- 6.
salarisanciënniteit: de tijd die in aanmerking komt voor de
vaststelling van het salaris van een ambtenaar van 22 jaar en
ouder op een hoger bedrag dan het minimum van het
waarderings/salarisniveau dat op zijn functie betrekking
heeft.
- 7.
bezoldiging: het salaris, vermeerderd met de toelagen, bedoeld
onder 8).
- 8.
toelagen: alle toelagen, waarop ingevolge of krachtens deze
verordening aanspraak bestaat.
Artikel 2 Indeling der functies
- 1.
Bij de vaststelling van het salaris wordt rekening gehouden met de
aan de hand van de functiewaardering bepaalde en op bijlage A
weergegeven indeling van de functies in de
waarderings/salarisniveaus zoals vermeld op bijlage II, bijlage IIA
en de conversietabel van de CAR.
- 2.
De waarderings-/salarisniveaus zoals aangegeven op bijlage A gelden
tevens als maximale niveaus.
- 3.
Bij indiensttreding of bij het aanvaarden van een nieuwe functie
kunnen burgemeester en wethouders een ambtenaar indelen in een lager
waarderings-/salarisniveau dan is aangegeven op bijlage A.
Artikel 3 Salaris bij aanstelling
- 1.
Bij aanstelling wordt het salaris van een ambtenaar van 22 jaar en
ouder vastgesteld op het minimumbedrag van het blijkens bijlage A op
zijn functie betrekking hebbende waarderings-/ salarisniveau,
behoudens het bepaalde in artikel 4, 3e lid.
- 2.
Bij de aanstelling wordt het salaris van een ambtenaar jonger dan 22
jaar vastgesteld op een bedrag, dat op bijlage II van de CAR bij het
blijkens bijlage A voor hem geldende waarderings-/ salarisniveau bij
zijn leeftijd is aangegeven, behoudens het bepaalde in artikel 4, 3e
lid.
Artikel 4 Verhoging van het salaris
- 1.
Het salaris van een ambtenaar die de leeftijd van 22 jaar heeft
bereikt, wordt vastgesteld op het minimumbedrag van het blijkens
bijlage A op zijn functie betrekking hebbende waarderings-/
salarisniveau.
- 2.
Het salaris van een ambtenaar, die daarvoor in aanmerking komt,
zulks ter beoordeling van burgemeester en wethouders, wordt verhoogd
op de wijze als in het desbetreffende waarderings-/ salarisniveau is
aangegeven, naar gelang de ingevolge de artikelen 6, 7, 8 en 9 van
deze verordening verworven, dan wel toegekende
salarisanciënniteit.
- 3.
Indien daartoe naar het oordeel van burgemeester en wethouders
termen aanwezig zijn, kan in afwijking van het bepaalde in artikel
3, bij aanstelling van een ambtenaar een hoger salaris worden
toegekend, mits daardoor het maximumsalaris verbonden aan het voor
hem blijkens bijlage A geldende waarderings-/salarisniveau niet
wordt overschreden.
Artikel 5 Diensttijduitloop
- 1.
De ambtenaar van 22 jaar en ouder wiens functie blijkens bijlage A
is ingedeeld in waarderings-/salarisniveau 1 tot en met 4 van
bijlage II van de CAR, verkrijgt, nadat hij respectievelijk 5, 7 en
9 jaren het maximum-salaris van het desbetreffende
waarderings-/salarisniveau heeft genoten, recht op respectievelijk
de 1e, 2e en 3e periodieke verhoging van de diensttijduitloop.
- 2.
De ambtenaar van 22 jaar en ouder wiens functie is ingedeeld in
waarderings-/salarisniveau 5 van bijlage II van de CAR, verkrijgt,
nadat hij respectievelijk 5 en 7 jaren het maximumsalaris heeft
genoten, recht op respectievelijk de 1e en 2e periodieke verhoging
van de diensttijduitloop.
Artikel 6 Voldoende bekwaamheid
Bij voldoende bekwaamheid, geschiktheid en dienstijver verwerft de
ambtenaar van 22 jaar en ouder een salarisanciënniteit, gelijk aan de
tijd, gedurende welke hij als zodanig in de door hem beklede functie is
gesalarieerd, onverminderd hetgeen overigens dienaangaande in deze
verordening is bepaald.
Artikel 7 Militaire dienst
De tijd gedurende welke de ambtenaar krachtens wettelijk voorschrift
verlof geniet ter vervulling van militaire of daarvoor in de plaats
tredende dienst, wordt in aanmerking genomen voor de vaststelling van de
salarisanciënniteit, onverminderd hetgeen overigens dienaangaande in
deze verordening is bepaald.
Artikel 8 Buitengewone bekwaamheid
- 1.
Bij buitengewone bekwaamheid, geschiktheid en dienstijver kunnen
burgemeester en wethouders de salarisanciënniteit van een ambtenaar
van 22 jaar en ouder, met inachtneming van het maximumsalaris van
het voor hem geldende waarderings-/salarisniveau, vaststellen op een
groter tijdvak dan is aangegeven bij artikel 6, dan wel aan een
niet-volwassene een hoger salaris toekennen dan overeenkomt met zijn
leeftijd.
- 2.
Het bepaalde in het vorige lid kan slechts worden toegepast ten
aanzien van een ambtenaar, die gedurende tenminste een jaar
werkelijke dienst heeft gedaan in de door hem beklede functie.
Artikel 9 Bevordering
- 1.
Bevordering naar een hoger waarderings-/salarisniveau is slechts
mogelijk indien de functie een duidelijk aantoonbare verzwaring
heeft ondergaan.
- 2.
Bij bevordering van een ambtenaar stellen burgemeester en wethouders
het aantal periodieke verhogingen in het hogere
waarderings-/salarisniveau zodanig vast, dat het salaris tenminste 1
periodiek hoger ligt dan het bedroeg in het oude
waarderings-/salarisniveau.
Artikel 10 Minimum (jeugd)loon
Onverminderd het bepaalde in de vorige artikelen zijn de door de
minister van binnenlandse zaken vastgestelde en vast te stellen regelen
omtrent het minimumloon en minimumjeugdloon van overeenkomstige
toepassing.
Artikel 11 Deelbetrekking
De ambtenaar die een deelbetrekking bekleedt, geniet een zodanig deel
van de volledige bezoldiging als overeenkomt met het aantal gewerkte
uren per maand.
Artikel 12 Compensatie premie AOW/AWW
De regelen welke zijn en zullen worden vastgesteld voor het
rijkspersoneel met betrekking tot de compensatie premie Algemene
Ouderdomswet en Algemene Weduwen- en Wezenwet zijn van overeenkomstige
toepassing.
Artikel 13 Ingang, uitbetaling en einde van de bezoldiging
- 1.
Het genot van de bezoldiging vangt aan met de dag, waarop de
aanstelling ingaat. Indien in het besluit van de benoeming geen
datum van ingang is bepaald, vangt het genot van de bezoldiging
aan met de dag, waarop de functie is aanvaard.
- 2.
De bezoldiging wordt per maand uitbetaald.
- 3.
Het genot van de bezoldiging eindigt op de dag van ontslag uit de
functie of met ingang van de dag na het overlijden van de
ambtenaar.
Artikel 14 Emolumenten
- 1.
Voor het genot van woning, vuur, licht en water wordt op de
bezoldiging een korting toegepast overeenkomstig de regelen, welke
terzake voor het personeel in dienst van het rijk zijn of zullen
worden vastgesteld.
- 2.
Voor het genot van kost, inwoning en bewoning wordt een korting
toegepast overeenkomstig de normen, welke terzake voor soortgelijk
personeel in dienst van het rijk zijn of zullen worden
vastgesteld.
Artikel 15 Toelage onregelmatige dienst.
Boven het salaris kan een toelage voor het verrichten van onregelmatige
diensten worden toegekend. De onregelmatigheidstoeslag bedraagt f 450,72
en wordt met elke generieke salarisverhoging met hetzelfde percentage
als de salarisverhoging aangepast.
Artikel 16 Gebroken tijdvakken
In gevallen, waarin de bezoldiging of kortingsbedragen moeten worden
berekend over een gedeelte van een maand, wordt de bezoldiging of
korting per dag vastgesteld door de bezoldiging of korting per maand te
delen door het aantal dagen van de desbetreffende kalendermaand.
Artikel 17 Rijwieltoelage
De ambtenaar, aan wie de verplichting wordt opgelegd zijn rijwiel ter
beschikking van de dienst te stellen, ontvangt daarvoor een toelage,
berekent naar f. 120,- per jaar.
Artikel 18 Gladheidsbestrijding
De daartoe door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren
ontvangen een toelage van:
- a.
f. 1000,- per winterseizoen indien zij bij gevaar voor gladheid
aan huis gebonden en daarbij verplicht zijn regelmatig- ook 's
nachts - de toestand van wegen, straten, bruggen enz. in
ogenschouw te nemen ( leider gladheidsbestrijdingsploeg I);
- a1.
f. 750,- per winterseizoen indien zij bij gevaar voor gladheid
aan huis gebonden en daarbij verplicht zijn regelmatig - ook 's
nachts - de toestand van wegen, straten, bruggen enz. in
ogenschouw te nemen (leider gladheidsbestrijdingploeg II);
- b.
f. 150,- per winterseizoen indien zij bij gevaar voor gladheid
aan huis gebonden zijn, teneinde, na waarschuwing, deel te
kunnen nemen aan de gladheidsbestrijding;
- c.
één en ander geldt onverminderd het bepaalde in artikel 3.2. van
de CAR en de UWO.
Artikel 19 Schadevrij rijden
De chauffeur, aan wie regelmatig het gebruik van een vrachtauto of een
bestelwagen van de buitendienst van de afdeling openbare werken wordt
toevertrouwd, ontvangt, indien aan of door het hem toevertrouwde
voertuig geen schade wordt toegebracht, die aan zijn schuld of
nalatigheid kan worden geweten, zulks ter beoordeling van burgemeester
en wethouders, een premie berekend naar f 150,- per auto per jaar. De
chauffeur, aan wie regelmatig het gebruik van de overige op de openbare
weg komende voertuigen wordt toevertrouwd ontvangt, eveneens ter
beoordeling van burgemeester en wethouders, een dergelijke premie
berekend naar f 75,- per voertuig per jaar.
Artikel 20 Telefoonkostenvergoeding
Aan de in dit artikel, onder c vermelde ambtenaren wordt:
- a.
een vergoeding toegekend van de door hem/haar voor de
privé-telefoonaansluiting verschuldigde aansluitings- en
abonnementskosten van: 100% van de kosten indien zijn/haar
salaris gelijk aan of lager is dan het maximumbedrag van
w.s.-niveau 5 van de bijlage II van de CAR; 50% van die kosten
indien zijn/haar salaris hoger is dan het maximumbedrag van
w.s.-niveau 5, maar niet hoger dan het maximumbedrag van
w.s.-niveau 7 van voornoemde bijlage;
- b.
op declaratiebasis een volledige vergoeding toegekend van de
kosten van de met gebruikmaking van de privé-telefoonaansluiting
gevoerde uitgaande dienstgesprekken;
- c.
de vergoeding is van toepassing op de navolgende functies:
- 1.
- 2.
- 3.
hoofd afdeling openbare werken
- 4.
- 5.
ambtenaar bouw- en woningtoezicht
- 6.
opzichter buitendienst afdeling openbare werken
- 7.
voorman sectie grijs buitendienst afdeling openbare
werken
- 8.
voorman sectie groen buitendienst afdeling openbare
werken.
Artikel 21 Billijkheid
In gevallen waarin deze verordening niet of niet naar billijkheid
voorziet, beslissen burgemeester en wethouders zoveel mogelijk met
inachtneming van het bepaalde in deze verordening.
Artikel 22 Inwerkingtreding, intrekking anterieure verordening
- 1.
Deze verordening, welke kan worden aangehaald als
"Bezoldigingsverordening 1995" treedt in werking op 1 juli 1995
- 2.
Met ingang van het in het eerste lid genoemde tijdstip vervalt de
"Bezoldigingsverordening 1981".