Organisatie | Wageningen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening geldelijke voorzieningen leden bestuurscommissies en adviescommissies 2012 |
Citeertitel | Verordening geldelijke voorzieningen leden bestuurscommissies en adviescommissies 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
art. 96 Gemeentewet
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
08-08-2017 | 01-01-2019 | Onbekend | 07-11-2016 | Onbekend |
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
commissie: een door de raad, het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester ingestelde commissie, genoemd in de bij deze verordening behorende bijlage;
bestuurscommissie: een commissie waaraan bevoegdheden van een gemeentelijk bestuursorgaan zijn overgedragen (artikel 83 van de Gemeentewet);
adviescommissie: een commissie die bestuursorganen adviseert (artikel 84 van de Gemeentewet);
besluit: het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden (Stb. 1994, 244) tot uitvoering van de artikelen 96 en 97 van de Gemeentewet.
Artikel 2. Vergoedingen commissieleden
De leden van de commissies ontvangen voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie een vergoeding als aangegeven in de bij deze verordening behorende bijlagen, tenzij zij raadslid zijn of ambtenaar die als zodanig lid is van de commissie.
Toekenning van een vergoeding aan leden van nieuw ingestelde commissies geschiedt door vermelding van deze commissies op de bij deze verordening behorende bijlage.
De leden van een commissie ontvangen voor het bezoeken van commissievergaderingen een vergoeding voor reis- en verblijfkosten, gemaakt in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente, overeenkomstig de regels die gelden volgens de regeling vergoeding reis- en verblijfkosten gemeente Wageningen.
Leden van de rekenkamer en leden van het auditoverleg worden met deze verordening gelijkgesteld aan een commissie die is ingesteld op grond van de artikel 84 Gemeentewet.
Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening geldelijke voorzieningen leden bestuurs- en adviescommissies 2012. Zij treedt met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 januari 2012.
Met ingang van laatstgenoemde datum vervalt de verordening geldelijke voorzieningen leden bestuurscommissies en adviescommissies 2003 en de eventueel daarop gekomen wijzigingen.
Bijlage I Verordening geldelijke voorzieningen leden bestuurscommissies en adviescommissies 2012
I. Aan de leden van de volgende commissies wordt een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen toegekend die 100% bedraagt van het bedrag, vermeld in de bij de Algemene Maatregel van Bestuur behorende tabel IV, klasse 3, peildatum 2011, € 74,09:
II. Aan de voorzitter van de volgende commissies wordt een vergoeding voor het bijwonen van de
vergadering toegekend die 200% bedraagt van het bedrag bedoeld onder I:
III. Aan de leden van de volgende commissies wordt een vergoeding voor het bijwonen van de vergadering toegekend die 222,5% bedraagt van het bedrag bedoeld onder I:
IV. Aan de voorzitter van de volgende commissies wordt een vergoeding voor het bijwonen van de vergadering toegekend die 296% bedraagt van het bedrag bedoeld onder I:
V. Aan de bezwarencommissie personele aangelegenheden wordt een vergoeding voor het bijwonen van een zitting inzake bezwaar toegekend die:
VI. Aan de voorzitter van de Jongerenraad wordt jaarlijks een bedrag toegekend van € 500,00 per jaar. Het toegekende bedrag voor de notulist van de Jongerenraad bedraagt € 300,00 per jaar.
VII. De vergoeding voor leden en voorzitter van de Urgentiecommissie/klachtencommissie is ondergebracht bij de gemeente Ede. Vanuit een samenwerkingsverband beheert Ede de leges en de vergoedingen van deze commissies.
VIII. Commissie de Wageningse berg ontvangt geen vergoeding.
IX. De leden van het auditoverleg, niet zijnde raadsleden, ontvangen een vergoeding op basis van de onder I genoemde vergoeding.