Organisatie | Sittard-Geleen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Vaststelling Regeling Bijzonder Georganiseerd Overleg (BGO) Shared Service Center Zuid-Limburg |
Citeertitel | Vaststelling Regeling Bijzonder Georganiseerd Overleg (BGO) Shared Service Center Zuid-Limburg |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Ambtenarenwet, art. 125, eerste lid onder m
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
17-01-2017 | Nieuwe regeling | 11-10-2016 | 2016/1772253 |
De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Heerlen, Maastricht en Sittard-Geleen (hierna ‘de drie gemeenten’);
zij op 15 september 2015 hebben besloten tot het aangaan van de Gemeenschappelijke Regeling Shared Service Center Zuid Limburg (hierna SSC-ZL);
personeel van hun gemeenten wordt ondergebracht bij het SSC-ZL;
het daarom gewenst is om te komen tot een vorm van bijzonder georganiseerd overleg (BGO) waarin zowel zij als alle betrokken vakorganisaties namens de ambtenaren zijn vertegenwoordigd;
voor de vaststelling van onder meer het toepassingsbereik, de samenstelling, taakstelling en werkwijze van het BGO regels moeten worden vastgesteld;
gehoord de commissies voor Georganiseerd Overleg van hun gemeenten;
gelet op het bepaalde in artikel 125, eerste lid onder m, van de Ambtenarenwet;
besluiten ieder voor zich en gezamenlijk
HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN
Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:
de plaatselijk werkende groeperingen van de landelijke verenigingen van overheidspersoneel, vertegenwoordigd in de commissie, te weten: FNV Overheid en CNV Overheid 1 ;
HOOFDSTUK II SAMENSTELLING, TAAK EN WERKWIJZE
Artikel 3 Vervanging van leden
Leden van de werkgeversdelegatie respectievelijk hun plaatsvervangers houden op dit te zijn zodra zij geen lid meer zijn van het college van burgemeester en wethouders van waaruit zij zijn aangewezen. Als zich deze situatie voordoet wordt door het betreffende college zo spoedig mogelijk een nieuw lid van de werkgeversdelegatie aangewezen.
Leden van de werknemersdelegatie en hun plaatsvervangers houden op dit te zijn zodra zij niet langer ambtenaar meer zijn bij een van de drie aan deze regeling deelnemende gemeenten, dan wel zodra zij geen lid meer zijn van de organisatie die hen heeft aangewezen. Daarnaast kan een organisatie een aanwijzing intrekken. Als zich een van deze situaties voordoet, wijst de betreffende organisatie zo spoedig mogelijk een nieuw lid aan.
Artikel 8 Oproepen vergaderingen
Als wegens onvoltalligheid in de zin van het vorige lid een vergadering niet kan plaatsvinden, worden de aan de orde zijnde onderwerpen door de voorzitter geplaatst op de agenda van een binnen veertien dagen te houden nieuwe vergadering. Tijdens die vergadering kunnen deze onderwerpen in elk geval worden behandeld.
Artikel 9 Verloop van de vergadering
De voorzitter kan geheimhouding opleggen over wat behandeld is in de vergadering en de inhoud van de stukken die aan de commissie worden verstrekt. Deze geheimhouding geldt niet ten opzicht van de werkgever en evenmin ten overstaan van de hoofdbesturen van de organisaties. De voorwaarden waaronder de geheimhouding geldt, worden per onderwerp tijdens de betreffende vergadering vastgelegd.
Als tijdens enige vergadering geen overeenstemming kan worden bereikt, wordt het betreffende onderwerp opnieuw geagendeerd voor de volgende vergadering. Wordt ook dan geen overeenstemming bereikt dan bestaat voor partijen de mogelijkheid om een beroep te doen op de advies- en arbitrageprocedure die beschreven is in de bijlage bij deze regeling.
Nadat in de commissie een onderhandelingsresultaat is bereikt, leggen partijen dit aan hun respectievelijke achterbannen voor:
Aan werknemerszijde treden als zodanig op de leden van de organisaties.
Aan werkgeverszijde treden als zodanig op de colleges van burgemeester en wethouders van de drie gemeenten.
Bij de totstandkoming van een onderhandelingsresultaat spreken partijen een termijn af waarbinnen hun respectievelijke achterbannen worden geraadpleegd.
Als bij de raadpleging blijkt dat door alle geraadpleegde achterbannen met het onderhandelingsresultaat wordt ingestemd, stelt de commissie vast dat sprake is van een onderhandelingsakkoord.
Als bij de raadpleging blijkt dat niet door alle geraadpleegde achterbannen wordt ingestemd met het onderhandelingsresultaat, wordt het overleg in de commissie heropend.
Zodra sprake is van een onderhandelingsakkoord wordt dit ter vaststelling voorgelegd aan het bestuur van het SSC-ZL. Het betreffende besluit wordt vervolgens op de voorgeschreven wijze gepubliceerd, waardoor de in het akkoord opgenomen afspraken en regelingen rechtskracht krijgen.
Burgemeester en wethouders van Sittard-Geleen,
drs. G.J.M. Cox,
burgemeester
mr J.W.C. Aalders MCCC
gemeentesecretaris a.i.
Bijlage bij de Regeling BGO Shared Service Center Zuid-Limburg
Procedure voor advies en arbitrage
Deze bijlage is uitsluitend van toepassing bij situaties als bedoeld in artikel op geschillen betreffende aangelegenheden als bedoeld in artikel 9, lid 6, van de van de Regeling BGO Shared Service Center Zuid-Limburg.
Als een of meer van de deelnemers aan het overleg tot het oordeel komt (komen) dat dit overleg niet zal leiden tot een uitkomst die de instemming heeft van alle deelnemers, breng(t)en (hij) zij dit oordeel binnen drie dagen, nadat (hij)zij daarvan in het overleg blijk (heeft) hebben gegeven schriftelijk ter kennis van de andere deelnemers aan het overleg.
Binnen twee weken na de kennisgeving, als bedoeld in artikel 2, schrijft de voorzitter een vergadering van de commissie uit. De vergadering wordt gehouden binnen een week nadat deze is uitgeschreven.
Tenzij de commissie besluit het overleg toch voort te zetten dan wel te beëindigen, wordt in de in artikel 3 bedoelde vergadering nagegaan of overeenstemming bestaat over de vraag wat het onderwerp en de inhoud van het geschil is. Voorts dient te worden besloten, of een oplossing van dat geschil zal worden gezocht door middel van voortzetting van het overleg nadat het advies is ingewonnen van de Advies- en arbitragecommissie, dan wel door onderwerping van het geschil aan een arbitrale uitspraak van die commissie.
Binnen zes dagen na de vergadering als bedoeld in artikel 3 wordt een verzoek om advies ter kennis gebracht van de voorzitter van de Advies- en arbitragecommissie. Het verzoek wordt ondertekend door een lid van de vertegenwoordiging dat zich voor inwinnen van advies heeft uitgesproken en vermeldt in ieder geval het onderwerp en de inhoud van het geschil.
Als in de vergadering als bedoeld in artikel 3 geen overeenstemming is bereikt over het onderwerp en de inhoud van het geschil brengen beide vertegenwoordigingen ieder hun opvatting over het onderwerp en de inhoud van het geschil eveneens binnen zes dagen na eerdergenoemde vergadering ter kennis van de voorzitter van de Advies- en arbitragecommissie.
Artikel 6 Verzoek om arbitrage
Binnen zes dagen na de vergadering als bedoeld in artikel 3 wordt een verzoek om arbitrage ter kennis gebracht van de voorzitter van de Advies- en arbitragecommissie. Een verzoek om arbitrage wordt ondertekend door een lid van elk der vertegenwoordigingen en vermeldt in ieder geval het onderwerp en de inhoud van het geschil evenals de opvattingen van de vertegenwoordigingen.