Organisatie | Westerveld |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening tot 1e wijziging van de Verordening reinigingsheffing 2009 |
Citeertitel | 1e wijziging verordening reinigingsheffing 2008 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-12-2009 | 01-01-2011 | Bijlage, tarieventabel | 12-11-2009 Da's mooi, 08-12-2009 | 09/17827 |
Hoofdstuk II Afvalstoffenheffing
Artikel 3 Aard van de belasting en belastbaar feit
De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonder-lijke grondslagen geheven ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplich-ting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.
De belasting genoemd onder hoofdstuk 1.1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel worden bij wege van aanslag geheven. De belastingen genoemd onder hoofdstuk 1.2 van de tarieventabel worden geheven bij wege van mondelinge dan wel schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, nota of andere schriftuur.
Artikel 9 Termijnen van betaling
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid geldt dat, ingeval machtiging is verleend tot automatische incasso en het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen gemeentelijke fiscale heffingen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan meer dan € 100,-- doch niet meer dan € 2.500,-- bedraagt, de aanslagen moeten worden betaald in 8 gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op of omstreeks de vijfentwintigste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
De in het tweede lid bedoelde machtiging tot automatische incasso wordt geacht niet te zijn verleend indien twee van de acht termijnen niet zijn betaald doordat automatische incasso van de betaalrekening van de belastingschuldige niet mogelijk blijkt dan wel binnen één maand na afschrijving zijn gestorneerd. Alsdan gelden de betaaltermijnen als bedoeld in het eerste lid.
Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete zijn lid 1, 2 en 3 van overeenkomstige toepassing, voor zover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.
Hoofdstuk III Reinigingsrechten
Onder de naam “reinigingsrechten” worden rechten geheven zowel voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel worden bij wege van aanslag geheven. De rechten genoemd onder hoofdstuk 3 van de tarieventabel worden geheven bij wege van mondelinge dan wel schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, nota of andere schriftuur.
Artikel 15 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten
Artikel 16 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten
De rechten bedoeld in hoofdstuk 3 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.
Artikel 17 Termijnen van betaling
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid geldt dat, ingeval machtiging is verleend tot automatische incasso en het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen gemeentelijke fiscale heffingen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer dan € 100,-- doch niet meer dan € 2.500,-- bedraagt, de aanslagen moeten worden betaald in 8 gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op of omstreeks de vijfentwintigste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
De in het tweede lid bedoelde machtiging tot automatische incasso wordt geacht niet te zijn verleend indien twee van de acht termijnen niet zijn betaald doordat automatische incasso van de betaalrekening van de belastingschuldige niet mogelijk blijkt dan wel binnen één maand na afschrijving zijn gestorneerd. Alsdan gelden de betaaltermijnen als bedoeld in het eerste lid.
Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete zijn lid 1, 2 en 3 van overeenkomstige toepassing, voor zover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.
Hoofdstuk 1.1 Maatstaven en jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing
1.1 De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar:
1.1.1 indien dat perceel wordt gebruikt door één persoon € 177,40
1.1.2 indien dat perceel wordt gebruikt door twee personen € 227,40
1.1.3 indien dat perceel wordt gebruikt door drie personen € 252,40
1.1.4 indien dat perceel wordt gebruikt door meer dan drie personen € 277,40
1.1.5 voor een perceel dat niet permanent mag worden bewoond en wordt gebruikt voor recreatieve doeleinden € 177,40
1.1.6 De belasting als bedoeld in de onderdelen 1.1.1 t/m 1.1.5 wordt vermeerderd voor het op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, in bruikleen hebben van een extra (= boven hetgeen volgens de gemeentelijke afvalstoffenverordening aan het perceel is verstrekt) container, per container € 277,40
Hoofdstuk 1.2 Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing
1.2.1 Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting voor:
1.2.1.1 het ophalen van grof huishoudelijk afval tijdens reguliere inzameldata, waarbij maximaal twee kubieke meter per melding kan worden aangeboden, per halve kubieke meter of deel daarvan € 8,50
1.2.1.2 het ophalen van snoeihout tijdens reguliere inzameldata, waarbij maximaal twee kubieke meter per melding kan worden aangeboden, per melding € 5,90
1.2.2 Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting voor:
1.2.2.1 het achterlaten van grof huishoudelijk afval afkomstig van een in de gemeente geregistreerd staand huishouden, op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats, op vertoon van een geldig legitimatiebewijs en een door de gemeente verstrekte knipkaart, per huishouden:
1.2.2.2 het achterlaten van asbest afkomstig van een in de gemeente geregistreerd staand pand, op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats, op vertoon van een geldig legitimatiebewijs en een door de gemeente verstrekte knipkaart, per huishouden:
1.2.2.3 het achterlaten van autobanden afkomstig van een in de gemeente geregistreerd staand pand, op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats, op vertoon van een geldig legitimatiebewijs en een door de gemeente verstrekte knipkaart, per huishouden:
1.2.2.4 het achterlaten van tractorbanden afkomstig van een in de gemeente geregistreerd staand pand, op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats, op vertoon van een geldig legitimatiebewijs en een door de gemeente verstrekte knipkaart, per huishouden:
1.2.2.5 het achterlaten van vlakglas afkomstig van een in de gemeente geregistreerd staand pand, op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats, op vertoon van een geldig legitimatiebewijs en een door de gemeente verstrekte knipkaart, per huishouden:
1.2.2.6 het achterlaten van houtafval afkomstig van een in de gemeente geregistreerd staand pand, op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats, op vertoon van een geldig legitimatiebewijs en een door de gemeente verstrekte knipkaart, per huishouden:
1.2.2.7 het achterlaten van puin afkomstig van een in de gemeente geregistreerd staand pand, op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats, op vertoon van een geldig legitimatiebewijs en een door de gemeente verstrekte knipkaart, per huishouden:
1.2.2.8 het achterlaten van snoeihout afkomstig van een in de gemeente geregistreerd staand pand, op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats, op vertoon van een geldig legitimatiebewijs en een door de gemeente verstrekte knipkaart, per huishouden:
1.2.2.9 het achterlaten van wit- en bruingoed afkomstig van een in de gemeente geregistreerd staand pand, op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats, op vertoon van een geldig legitimatiebewijs, (conform de Regeling beheer electrische en electronische apparatuur) per stuk € 0,00
1.2.3 Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting voor het op aanvraag inzamelen van grof huishoudelijk afval per aanvraag (maximaal vijf kubieke meter):
1.2.4 Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting
voor het op aanvraag inzamelen van snoeihout per aanvraag
(maximaal vijf kubieke meter):
Hoofdstuk 2 Maatstaven en jaarlijkse tarieven reinigingsrechten
2.1 Het recht bedraagt per belastingjaar voor het:
2.1.1 verwijderen van bedrijfsafval, voor elke per ophaalbeurt te verwijderen hoeveelheid tot 240 liter € 22,55
2.2 In afwijking van het bepaalde in 2.1. bedraagt het recht per belastingjaar voor het beschikbaar stellen, het gebruik dan wel het ledigen van containers en het verwijderen van de daarin verzamelde afvalstoffen indien:
2.2.1 het betreft eenmaal per 2 weken per container € 330,11
Hoofdstuk 3 Maatstaven en tarieven overige reinigingsrechten
1 Het recht bedraagt voor het op verzoek verwijderen van grof bedrijfsafval, per kubieke meter € 101,98
2 Onverminderd het bepaalde in 2.2. bedraagt het recht voor het het ophalen van snoeihout tijdens reguliere inzameldata, waarbij maximaal twee kubieke meter per melding kan worden aangeboden, per melding € 7,25