Organisatie | Amsterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Amsterdamse culturele infrastructuur, Hoofdlijnen en Kunstenplan |
Citeertitel | Verordening Amsterdamse culturele infrastructuur, Hoofdlijnen en Kunstenplan |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Cultuur, sport en recreatie |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-02-2017 | art. 2, art. 4 - 15 | 09-11-2016 Gemeenteblad 2017, 16224 | 2016, nr, 321/1417 | ||
17-12-2015 | 02-02-2017 | nieuwe regeling | 25-11-2015 | Gemeenteblad 2015, afd. 1, nr. 1269 |
Hoofdstuk 2 Totstandkoming van het Kunstenplan en de rolverdeling tussen de verschillende hierbij betrokken instellingen
Artikel 2 Verkenning, Contouren, Hoofdlijnen en het Kunstenplan
Uiterlijk drie maanden voorafgaande aan het eerste jaar van de Kunstenplanperiode stelt het college het Kunstenplan op en legt dit voor zover het gemeentelijk beleid betreft ter instemming voor aan de gemeenteraad. Bij het Kunstenplan wordt ter kennisname een overzicht gevoegd van de subsidies die het college op grond van deze verordening aan de A-Bis verstrekt en die het AFK op grond van de Hoofdlijnen en de daarbij behorende regelingen verstrekt. De door het AFK verstrekte subsidies maken onderdeel uit van het Kunstenplan.
Hoofdstuk 3 Periodieke subsidiëring van kunstinstellingen die behoren tot de A-BIS
Paragraaf 3.1 Inleidende bepalingen
Artikel 5 Toepasselijkheid Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013
De Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013 is van toepassing, tenzij daarvan in deze verordening uitdrukkelijk wordt afgeweken.
Artikel 6 Doel subsidieverordening
Deze verordening is uitsluitend van toepassing op de vierjarige periodieke subsidies voor activiteiten op het gebied van kunst en cultuur voor zover deze worden uitgevoerd door kunstinstellingen die behoren tot de A-BIS en passen binnen de beleidsdoelstellingen van de hoofdlijnen.
Artikel 7 Subsidiabele activiteiten
Het college verleent een vierjarige periodieke subsidie aan een kunstinstelling die onderdeel uitmaakt van de A-BIS voor activiteiten die passen binnen de beleidsdoelstellingen van de Hoofdlijnen.
Paragraaf 3.2 Subsidieaanvraag
Subsidie in het kader van deze verordening kan uitsluitend worden aangevraagd door een kunstinstelling die in de Hoofdlijnennota op naam is aangewezen als behorende tot de A-BIS.
Het college verstrekt de AKr in verband met zijn adviestaak informatie betreffende de zakelijke kwaliteit van een aanvrager in de vorm van exploitatieresultaten, vermogenspositie, liquiditeit, solvabiliteit en rentabiliteit aan de hand van door de aanvrager overgelegde jaarrekeningen en meerjarenbegrotingen.
Paragraaf 3.3 Verplichtingen van de subsidieontvanger
Artikel 13 Aanvullende verplichtingen
Naast de verplichtingen op grond van artikel 10 en 11 van de ASA 2013, zijn aan de subsidie de volgende verplichtingen verbonden:
de subsidieontvanger draagt ervoor zorg dat het gebruik van bont in kleding of de verkoop van bont geen deel is van de activiteit waarvoor subsidie is verstrekt, uitgezonderdbont dat vanuit kunsthistorisch perspectief wordt tentoongesteld of bont dat verwerkt is in materiaal dat hergebruikt wordt waaronder begrepen bestaande decorstukken;
De Bijzondere subsidieverordening periodieke subsidiëring in het kader van de Hoofdlijnen en het Kunstenplan is van toepassing op subsidies verleend in het kader van het Kunstenplan 2013 - 2016 en blijft van kracht tot en met 31 december 2016 of zo veel langer als nodig is om de verleende subsidies vast te stellen. De hiervoor bedoelde verordening vervalt met ingang van de achtste dag na die waarop de laatste subsidie is vastgesteld.
Toelichting bij de Verordening Amsterdamse culturele infrastructuur, Hoofdlijnen en Kunstenplan
Omdat de verordening voor een deel criteria bevat die niet wijzigen ten opzichte van de Bijzondere subsidieverordening periodieke subsidiëring in het kader van de Hoofdlijnen en het Kunstenplan, wordt alleen in de toelichting ingegaan op de belangrijke wijziging in de systematiek.
De Verordening Amsterdamse culturele infrastructuur, Hoofdlijnen en Kunstenplan is de opvolger van de Bijzondere subsidieverordening periodieke subsidiëring in het kader van de Hoofdlijnen en het Kunstenplan. In de nieuwe verordening wordt, anders dan bij haar voorganger in het algemeen ingegaan op de wijze van totstandkoming van het Kunstenplan en de rolverdeling tussen de verschillende hierbij betrokken instellingen.
Hiervoor is gekozen om aan te sluiten op de stelselwijziging binnen de Kunstenplansystematiek. Het college verleent de vierjarige periodieke subsidies aan de kunstinstellingen die in de Hoofdlijnen zijn aangewezen als A-BIS op grond van de in hoofdstuk 3 opgenomen subsidieregeling. De kunstinstellingen die behoren tot de zogenoemde dynamische vrije ruimte kunnen subsidie aanvragen bij het Amsterdams Fonds voor de Kunst (AFK).
Hoofdstuk 3 is opgesteld aan de hand van het model dat de gemeente hanteert voor het opstellen van nieuwe subsidieverordeningen. De Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013 is van toepassing, tenzij daarvan in deze verordening uitdrukkelijk wordt afgewezen.
De Hoofdlijnen 2017-2020 geven het beleidskader voor de komende Kunstenplanperiode, waarin tevens omschreven wordt op welke wijze een kunstinstelling voor subsidie in aanmerking kan komen . Daarbij worden in de Hoofdlijnen de beoordelingscriteria, zoals genoemd in artikel 9 van deze verordening nader uitgewerkt en wordt aangeven op welke wijze deze dienen te worden toegepast. De toelichting op deze verordening is dan ook grotendeels te vinden in de Hoofdlijnen.
Artikel 6 Doel subsidieverordening
Dit artikel beperkt het toepassingsbereik van deze verordening tot de vierjarige periodieke subsidies die worden verstrekt aan kunstinstellingen die onderdeel uitmaken van de A-BIS. De verordening is in ieder geval niet van toepassing op subsidies die enerzijds worden verstrekt door het AFK of anderzijds door het college voor wat betreft het cluster cultuureducatie, de Openbare Bibliotheek Amsterdam en de lokale media op grond van de Mediawet.