Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nijmegen

Verordening betreffende de instelling, samenstelling en werkwijze van een raadscommissie veiligheid

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNijmegen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening betreffende de instelling, samenstelling en werkwijze van een raadscommissie veiligheid
CiteertitelVerordening commissie veiligheid
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerpRaadscommisie Veiligheid

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 84

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-11-2007Onbekend

10-10-2007

Gemeenteblad 2007/132

Raadsvoorstelnummer 202/2007

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de raadscommissie veiligheid

De raad van de gemeente Nijmegen, in openbare vergadering bijeen op 10 oktober 2007;

Gelezen het voorstel van 4 september 2007;

Gelet op artikel 84 van de Gemeentewet;

Besluit:

vast te stellen een verordening betreffende de instelling, samenstelling en werkwijze van een raadscommissie veiligheid, luidend als volgt

VERORDENING OP DE RAADSCOMMISSIE VEILIGHEID

 

 

Artikel 1 Instelling en taak

  • 1.

    Ingesteld wordt een commissie, genaamd raadscommissie veiligheid.

  • 2.

    De commissie heeft tot taak met de burgemeester vertrouwelijk te overleggen over aangelegenheden betreffende de openbare orde en veiligheid.

Artikel 2 Samenstelling
  • 1.

    De commissie bestaat uit de voorzitters van de in de raad zitting hebbende fracties als bedoeld in artikel 6 van het Reglement van Orde.

  • 2.

    Bij ontstentenis kunnen de in het eerste lid bedoelde leden worden vervangen door een ander door en uit hun fractie aangewezen lid van de raad.

  • 3.

    Als voorzitter fungeert een door en uit het voorzittersoverleg als bedoeld in artikel 8a van het Reglement van Orde aangewezen lid van de raad. Bij ontstentenis van de voorzitter wijst de commissie uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter aan.

  • 4.

    De griffier treedt op als secretaris van de commissie. Hij kan een medewerker van de griffie aanwijzen als zijn vervanger.

Artikel 3 Vergaderingen
  • 1.

    De commissie vergadert zo vaak als zijn voorzitter dit nodig oordeelt, dan wel drie of meer van haar leden of de burgemeester daartoe de wens te kennen geven.

  • 2.

    De voorzitter nodigt de leden schriftelijk uit voor een vergadering van de commissie.

    De agenda en de eventuele te behandelen stukken worden, spoedeisende gevallen uitgezonderd, ten minste zeven dagen voor de aanvang van de vergadering toegezonden.

  • 3.

    De commissie kan niet vergaderen als niet ten minste de helft van het aantal zitting hebben leden aanwezig is.

  • 3.

    De burgemeester is bevoegd de vergaderingen bij te wonen en aan de beraadslagingen deel te nemen.

  • 4.

    De commissie kan besluiten leden van het college, ambtenaren of deskundigen

    uit te nodigen voor het verschaffen van informatie of het deelnemen aan de beraadslagingen.

  • 4.

    De vergaderingen van de commissie zijn als regel niet openbaar. De commissie kan in bijzondere gevallen tot een openbare vergadering besluiten.

Artikel 4 Verslag

De secretaris draagt zorg voor een beknopt verslag van de vergadering, dat aan de commissie in haar eerstvolgende vergadering ter vaststelling wordt aangeboden.

Artikel 5 Geheimhouding
  • 1.

    De commissie kan in een besloten vergadering op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, omtrent het in die vergadering met gesloten deuren behandelde en omtrent de inhoud van de stukken die aan de commissie worden overgelegd, geheimhouding opleggen. Geheimhouding omtrent het in een besloten vergadering behandelde wordt tijdens die vergadering opgelegd.

  • 2.

    De geheimhouding wordt door hen die bij de behandeling aanwezig waren en allen die van het behandelde of de stukken kennis dragen in acht genomen totdat de commissie haar opheft.

  • 3.

    Op grond van het belang genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur kan de geheimhouding eveneens worden opgelegd door een andere commissie, het college en de burgemeester, ieder ten aanzien van de stukken die zij aan de commissie overleggen. Daarvan wordt op de stukken melding gemaakt. De geheimhouding wordt in acht genomen totdat het orgaan dat de verplichting heeft opgelegd danwel de raad haar opheft.

  • 4.

    Stukken waaromtrent geheimhouding is opgelegd worden niet verspreid, doch voor de leden ter inzage gelegd bij de secretaris van de commissie.

  • 5.

    De commissie kan op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur geheimhouding opleggen ten aanzien van stukken die zij aan het college, aan de raad of aan leden van de raad overlegt.

  • 6.

    Indien de commissie zich ter zake van het behandelde waarvoor een verplichting tot geheimhouding geldt tot de raad heeft gericht, wordt de geheimhouding in acht genomen totdat de raad haar opheft.

Artikel 6 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening commissie veiligheid.

De voorzitter, mr. Th.C. de Graaf

De griffier, drs. M.M.V. Mientjes