Organisatie | Binnenmaas |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening brandweerechten 2010 |
Citeertitel | Verordening brandweerechten 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet, artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-01-2017 | 01-01-2021 | Nieuwe regeling | 10-12-2009 | Z09/07324 |
De raad van de gemeente Binnenmaas;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Binnenmaas;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;
vast te stellen de volgende verordening:
‘Verordening op de heffing en de invordering van brandweerrechten 2010’
Voorzover in de bij deze verordening behorende tarieventabel tarieven zijn opgenomen die per jaar worden geheven, is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 5 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, zijn de rechten, in zoverre in afwijking van artikel 3, tweede lid, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor de dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 9.
Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.
Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel
In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de haven- en kadegeld in die periode plaatsvindt