Organisatie | Voorschoten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting Voorschoten 2017 |
Citeertitel | Verordening reclamebelasting Voorschoten 2017 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt met ingang van 1 januari 2017 de Verordening reclamebelasting Voorschoten 2016.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-12-2016 | 01-01-2018 | nieuwe regeling | 08-12-2016 | 5957 |
De raad der gemeente Voorschoten;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 november 2016,
gelet op artikel 227 van de Gemeentewet;
vast te stellen de volgende verordening:
VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN RECLAMEBELASTING VOORSCHOTEN 2017
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet WOZ voor het kalenderjaar, als bedoeld in artikel 7, voorde onroerende zaak vastgestelde waarde. Indien met betrekking tot een onroerende zaak geen waarde op de voet van hoofdstuk IV van de Wet WOZ is vastgesteld, is de waarde de met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17,18 en 20, tweede lid, van de Wet WOZ vastgestelde waarde;
de onroerende zaak als bedoeld in artikel 16 van de Wet WOZ die, of een deel daarvan dat dooréén organisatie of bedrijf wordt gebruikt;
twee of meer onroerende zaken als bedoeld in artikel 16 van de Wet WOZ, of delen daarvan, die direct naast of boven elkaar gelegen zijn en die tezamen door één organisatie of bedrijf voor één doel worden gebruikt;
Deze verordening is van toepassing binnen het gebied van de gemeente Voorschoten zoals aangegevenop de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende kaart (Bijlage 1).
Onder de naam ‘reclamebelasting’ wordt, met inachtneming van het gestelde bij of krachtens dezeverordening, binnen het gebied als bedoeld in artikel 2, een directe belasting geheven ter zake vanopenbare aankondigingen zichtbaar vanaf de openbare weg.
De reclamebelasting wordt geheven van de gebruiker van de vestiging waarop, waaraan, waarin ofwaarbij één of meer reclameobjecten zijn aangebracht dan wel zijn geplaatst.
Artikel 5 Maatstaf van heffing
Indien de vestiging gelijk is aan de onroerende zaak als bedoeld in artikel 16 van de Wet WOZ, isde heffingsmaatstaf een vast bedrag en een bedrag dat afhankelijk is van de waarde van de vestiging.
Indien de vestiging deel uitmaakt van een onroerende zaak als bedoeld in artikel 16 van de WetWOZ, is de heffingsmaatstaf een vast bedrag en een bedrag dat afhankelijk is van het deel vande waarde dat aan de vestiging kan worden toegerekend.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de reclamebelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde reclamebelasting als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, wordt op aanvraag van belastingplichtige ontheffing verleend voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde reclamebelasting als er in dat jaar, na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
De reclamebelasting wordt niet geheven voor openbare aankondigingen:
die korter dan 13 weken aanwezig zijn, tenzij deze openbare aankondigingen zijn aangebracht ineen voorziening waarin, waaraan of waarop wisselende openbare aankondigingen worden aangebracht, die individueel korter dan 13 weken aanwezig zijn, maar waarbij de verschillende openbare aankondigingen gezamenlijk 13 weken of meer aanwezig zijn;
Artikel 11 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.
In afwijking van het bepaalde in lid 1 geldt dat, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 75,–, doch minder dan € 5.000,–, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels stellen met betrekking tot de heffingen de invordering van de reclamebelasting.
Indien en voor zover in deze verordening daarvan niet is afgeweken, is de Algemene subsidieverordening Voorschoten 2016 van toepassing.
De ‘Verordening reclamebelasting Voorschoten 2016’, vastgesteld bij raadsbesluit van 10 december2015, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 16, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.