Organisatie | Eindhoven |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van rechten voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Eindhoven 2017 |
Citeertitel | Verordening begraafplaatsrechten 2017 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet, art. 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-12-2016 | 01-01-2018 | Onbekend | 08-11-2016 | Onbekend |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven maakt bekend, dat de raad van de gemeente Eindhoven,
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 september 2016;
mede gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet;
gelet op de behandeling in de Meningsvormende Vergadering van 1 november 2016 en de nadere toelichting met herzien ontwerp raadsbesluit van 25 oktober 2016
in zijn vergadering van 8 november 2016 heeft vastgesteld de volgende
Verordening op de heffing en invordering van rechten voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Eindhoven 2017
Artikel 1. Aard en voorwerp van de heffing
Voor het gebruik van de begraafplaatsen, alsmede voor de diensten, welke in verband daarmede vanwege de gemeente worden verleend, worden overeenkomstig de bepalingen van deze verordening rechten geheven.
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt en naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de artikelen 4, 5, 6, en 7.
5.1 Voor het recht tot begraven en het plaatsen van een urn in een graf, als bedoeldin artikel 2, wordt geheven voor de eerste termijn van uitgifte, indien dit een periode van 10 jaar betreft:
5.2 Voor het recht tot begraven en het plaatsen van een urn in een graf, als bedoeld in artikel 2, wordt geheven voor de eerste termijn van uitgifte, indien dit een periode van 20 jaar betreft:
5.3 Voor het recht tot begraven voor een bijzonder graf, als bedoeld in artikel 2, wordt geheven voor de eerste termijn van uitgifte, waarbij dit een periode van 30 jaar betreft:
5.4 Bij verlenging van het recht tot het begraven en het plaatsen van een urn in eengraf, als bedoeld in artikel 2, voor een termijn van 5 jaren wordt geheven:
5.5 Bij verlenging van het recht tot het begraven en het plaatsen van een urn in eengraf, als bedoeld in artikel 2, voor een termijn van 10 jaren wordt geheven:
5.6 Bij verlenging van het recht tot het begraven en het plaatsen van een urn in een graf, als bedoeld in artikel 2, voor een termijn van 20 jaren wordt geheven:
Voor het reserveren van een graf als bedoeld in artikel 2 wordt per jaar geheven,
Onder jaar is te verstaan een tijdvak van twaalf achtereenvolgende maanden.
De rechten worden geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waarop het gevorderde bedrag is vermeld.
Artikel 11. Termijn van betaling
Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voor zover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de kennisgeving.
Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voor zover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de kennisgeving.
De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 12. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de begraafplaatsrechten.
Artikel 13. Overgangsrecht, inwerkingtreding en citeertitel
De "Verordening begraafplaatsrechten 2016", vastgesteld bij raadsbesluit van 3 november 2015, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten, die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 8 november 2016.
Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven,