Organisatie | Rhenen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsplan Minimaregelingen 2017-2019 |
Citeertitel | Beleidsplan Minimaregelingen 2017-2019 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Geen |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2017 | Nieuwe regeling | 20-12-2016 | /2016bis 409 |
We helpen mensen waar dat nodig is .
We willen dat alle inwoners van Rhenen, Achterberg en Elst kunnen deelnemen aan onze samenleving. Want mensen maken de samenleving. Zij doen op eigen kracht mee en ondersteunen elkaar in hun wijk of buurt. De gemeente organiseert ondersteuning voor hen die dat nodig hebben en geeft maatwerk .
We staan een goed minimabeleid voor. We zetten het recent vastgestelde minimabeleid voort. En we zorgen dat kinderen in achterstand extra aandacht krijgen.
Voor u ligt de uitwerking van het coalitie akkoord voor wat betreft het minimabeleid, onderdeel inkomensondersteuning.
Uitga ngspunten minimabeleid 201 7 -20 19
We willen iedereen een kans bieden om deel te nemen aan sportieve en sociale activiteiten. Speciale aandacht gaat daarbij uit naar personen die al langere tijd zijn aangewezen op een laag inkomen, kinderen uit minimagezinnen en personen met hoge zorgkosten (chronisch zieken en gehandicapten). Daarbij willen we een armoedeval voorkomen.
Dit resulteert in de volgende inkomensondersteunende maatregelen:
Daarnaast kennen we in Rhenen het Jeugdsportfonds en een Noodfonds en in juni 2016 heeft de gemeenteraad € 45.000 beschikbaar gesteld voor het Jeugdcultuurfonds.
Deze regelingen zullen we breed bekend maken. Doel hiervan is om het bereik te vergroten.
De regelingen die in deze nota beschreven zijn worden gefinancierd uit verschillende bronnen: het budget dat is opgenomen in de begroting voor bijzondere bijstand en minimaregelingen, het Participatiebudget, de middelen die door het Rijk zijn overgeheveld bij het opheffen van de WTCG en de CER en de Klijnsmamiddelen. Deze laatste lopen door tot en met 2018. Omdat er na 2018 onvoldoende dekking is voor dit beleid door het wegvallen van deze tijdelijke bronnen zal in 2018 verder gezocht moeten worden naar aanvullende middelen voor de voortzetting van het beleidsplan, of zal een nieuw beleidsplan moeten worden vast gesteld. Minimaregelingen zijn zogenaamde ‘open-einde-regelingen’ dat houdt in dat aanvragen niet geweigerd mogen worden omdat budgetten opgebruikt zijn.
Het Raadsvoorstel was gebaseerd op een beleidsplan voor de jaren 2017 en 2018. Na een amendement door Christenunie, SGP en PvdA wordt de looptijd van het beleidsplan gesteld op 2017 tot en met 2019. De benodigde dekking daarvoor wordt gevonden in extra structurele middelen die vanuit het Rijk zijn toegekend.
Minimabeleid is meer dan inkomensondersteuning. Succes kan dan ook alleen niet gemeten worden in euro’s en koopkracht. Het gaat er uiteindelijk om dat iedereen kan deelnemen aan onze samenleving. Inkomensondersteuning moet dan ook worden gezien als één van de instrumenten binnen het sociaal domein.
We staan een integrale aanpak voor, Armoedebeleid (incl.schuldhulpverlening) is niet alleen een kwestie van mensen helpen hun financiële situatie weer op orde te krijgen. Schulden en armoede hebben een oorzaak en als die niet bij de bron wordt aangepakt ontstaan er snel weer nieuwe schulden. In het beleidsplan schuldhulpverlening (mei 2017) gaan we hier verder op in.
Basis voor het beleid is het beleidskader 2012-2015. Het beleidskader 2012– 2015 “minimaal een kans om mee te doen” is in januari 2012 vastgesteld. Inmiddels is dit beleidskader op onderdelen niet meer actueel als gevolg van gewijzigde wet- en regelgeving en lokale besluitvorming op deelonderwerpen.
Het vigerende beleidskader is geëvalueerd. Hiertoe zijn gesprekken gevoerd met diverse partijen in Rhenen, is het gebruik van de regelingen, de omvang en de koopkracht van de doelgroep in kaart gebracht. Deze evaluatie is eerder gedeeld met college en raad en heeft gediend als input voor dit Beleidsplan Minimaregelingen 2017-2019.
€ 212.000. Deze stijging heeft vooral betrekking op inrichtingskosten voor statushouders en kosten voor beschermingsbewind. Gemeenten kunnen hier slechts in beperkte mate invloed op uitoefenen.
•Bereik van de regelingen kan nog worden vergroot.
Gezien de evaluatie en de prioritering vanuit het college-akkoord zullen we ons voor het toekomstig beleid richten op
Hoe we dit doen, leest u in onderdeel Vooruithelpen.
Voor de periode 2017-2019 staan we een aantal maatregelen voor.
We maken daarbij onderscheid in
De verschillende regelingen worden hieronder beschreven. De te onderscheiden regelingen zijn genummerd. Deels betreft het voortzetting van bestaand beleid. Als er beleid wordt aangepast
of nieuw beleid wordt geïntroduceerd zal dit worden aangegeven.
Iedereen in Rhenen moet deel kunnen nemen aan maatschappelijke, culturele of sportieve activiteiten. Vaak kost dit geld. Voor minima kennen we een Geld-terug regeling.
Via de Geld-terug-regeling kan betrokkene kosten vergoed krijgen voor sportieve of culturele vrijetijdsbesteding. De Geldterug-regeling is voor het hele gezin. Elk gezinslid heeft recht op een bedrag voor culturele of sportieve vrijetijdsbesteding. Per gezinslid ontvangt men een bedrag van € 75 per kalenderjaar. Zo kunnen bijvoorbeeld kosten vergoed worden voor bioscoopbezoek, lidmaatschap van de bibliotheek, sportclub of internet abonnement.
We hanteren een inkomensnorm van 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm. Daarnaast hanteren we de in de bijstand gebruikelijke vermogenstoets. De bron van inkomen is niet relevant: De regeling staat open voor uitkeringsgerechtigden, werknemers in loondienst en ZZP-ers.
Rhenen kende een maximum van € 300,- per gezin. Dit betekent dat gezinnen met meer dan 4 personen via deze regeling geen hogere vergoeding krijgen. Dit maximum laten we los. In het vervolg heeft elk gezinslid recht op een vergoeding van € 75.-
Naast het inkomen kijken we in voorkomende gevallen ook naar het besteedbaar inkomen. Dit betekent dat personen met een inkomen boven de 110%, maar waarbij als gevolg van beslagleggingen het besteedbaar inkomen onder de 110% komt, wel een beroep kunnen doen op de regeling.
1,2 Collectieve ziektekostenverzekering
De gemeente kent sinds 2007 een collectieve ziektekostenverzekering (CZV) voor minima. Deze verzekering is ondergebracht bij Menzis-verzekeringen en heet Garant Verzorgd. Menzis geeft korting op de premie, terwijl de gemeente een bijdrage levert voor extra dekking. Hierbij moet u denken aan vergoeding brillen, eigen bijdrage Wmo etc.
De verzekering van Menzis hanteert geen medische selectie. Iedereen is welkom, mits er geen sprake is van een betalingsachterstand. Naast de basisverzekering kent Menzis 3 aanvullende pakketten. Inwoners kunnen kiezen voor een pakket met beperkte dekking (pakket 1), bredere dekking (pakket 2) en uitgebreide dekking (pakket 3).
Hiermee biedt de gemeente een breed keuzepakket aan haar inwoners. De inwoners kunnen het pakket en dekking kiezen dat past bij hun behoefte. De inkomensnorm is in de afgelopen 2 jaar verhoogd van 110% naar 120% voor pakket 1 en 2 en 130% voor pakket 3.
1.3 Kwijtschelding van belastingen
Binnen de gemeente Rhenen bestaat er voor burgers de mogelijkheid om kwijtschelding van de gemeentelijke belastingen aan te vragen. Veel belastingsoorten die door de gemeente worden opgelegd komen in aanmerking voor kwijtschelding. Dit zijn:
De gemeente toetst aan de hand van de door het Rijk vastgestelde richtlijnen en normbedragen.
Extra armslag voor personen met een l angdurig laag inkomen
Aan de bijstand ligt het uitgangspunt ten grondslag dat het normbedrag, bedoeld ter voorziening in de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan met inbegrip van een component reservering, in beginsel toereikend is. Toch kan de financiële positie van mensen die langdurig op een minimuminkomen zijn aangewezen onder druk komen te staan als er na verloop van tijd geen enkel perspectief lijkt te zijn om door inkomen uit arbeid het inkomen te verhogen. Om die reden kent de wet de mogelijkheid om voor deze groep een extra toeslag te verstrekken. Sinds 2015 heet dit de individuele inkomenstoeslag.
2.1 Individuele Inkomenstoeslag
De individuele inkomenstoeslag is niet gerelateerd aan bepaalde kosten. Het is een
inkomensondersteunende maatregel voor bepaalde personen die langdurig een laag inkomen
hebben en daarbij, gelet op de omstandigheden van die persoon, geen uitzicht hebben op inkomensverbetering
We hanteren hierbij een norm van 105% gedurende 3 jaar.
Hoogte toeslag per jaar: Alleenstaande € 350, Alleenstaande ouder € 450, (echt) paar € 500
Sinds 2015 geven we een extra toeslag van € 100 per inwonend kind jonger dan 18 jaar
“In 2014 groeiden 421 duizend minderjarige kinderen op in een huishouden met een laag inkomen. Dit komt neer op 12 procent. 131 duizend minderjarige kinderen leefden al vier jaar of langer in een huishouden met een laag inkomen.
Kinderen uit gezinnen met een laag inkomen kunnen minder vaak meedoen aan activiteiten dan hun leeftijdsgenoten. Zo kunnen ze niet altijd mee op schoolreis en zitten ze minder vaak op sport of op muziekles. Voor meer dan de helft van de kinderen in huishoudens met een laag inkomen is er te weinig geld om regelmatig nieuwe kleren te kopen of om één keer per jaar een weekje op vakantie te gaan”. CBS- rapport mei 2016
In Rhenen is afgelopen jaren extra geld besteed aan kinderen in een huishouden met een laag inkomen. Veelal is daarbij geborgd dat de middelen ook daadwerkelijk ten goede komt aan de kinderen. Dit pallet aan kindmaatregelen kan gezien worden als een “kindpakket”
Hieronder worden ze beschreven.
Zoals beschreven kennen we sinds 2015 een extra toeslag van 100,- per kind voor gezinnen met een langdurig laag inkomen
We kennen al de GTR-regeling van € 75,- per gezinslid voor gezinnen met een inkomen tot 110% van de bijstandsnorm Voorgesteld wordt de maximum bijdrage van € 300 per gezin laten we los, dat wil zeggen dat ook bij het derde kind een bijdrage van € 75 wordt verstrekt.
De eigen bijdrage in de kosten voor de peuterspeelzaal worden toegevoegd aan de lijst van mogelijke bestedingsdoelen.
We kennen een aparte regeling voor kinderen. Ook hier hanteren we een norm van 110% van de bijstandsnorm. Per kind is er een vergoeding van € 100 per jaar.
Geborgd is dat de bijdrage wordt besteed aan kinderen.
Een gezin waarvan het inkomen niet hoger is dan 110% van de geldende bijstandsnorm. met inwonende kind(eren) in de leeftijd van 4 tot 18 jaar heeft recht op één computer per 4 jaar.
Dit stelt kinderen in staat huiswerkopdrachten uit te werken en/of deel te nemen aan de digitale wereld. Geborgd is dat de bijdrage wordt besteed aan een computer.
De regeling wordt wel iets aangepast.
De minimumleeftijd daalt van 6 naar 4 jaar, aangezien kinderen steeds eerder in aanraking komen met computers. De vergoeding was € 600 per 4 jaar. Dit wordt € 500 per 5 jaar. De huidige computers (inclusief software) zijn immers de afgelopen 5 jaar fors in prijs verlaagd.
2.4Jeugds portfonds en Jeugdcultuurfonds
In 2008 heeft de gemeenteraad besloten om deel te nemen aan het Jeugdsportfonds.
Het Jeugdsportfonds wil kinderen door middel van sport een kans geven zich positief te ontwikkelen. Sport vermindert de kans op overgewicht, sport verbroedert en voorkomt isolement.
Dankzij dit fonds kunnen deze kinderen de financiële middelen krijgen om te kunnen sporten.
Het fonds zorgt ervoor dat kinderen uit minima gezinnen kunnen gaan sporten. Maximale bijdrage voor bv. Contributie en sportmateriaal vanuit dit fonds is € 225,-- per kind per jaar. Het fonds betaalt rechtstreeks uit aan de sportverenigingen, bovendien controleert zij of kinderen ook daadwerkelijk zijn gaan sporten.
In 2014 is besloten om de komende 3 jaar maximaal € 15.000 per jaar te doneren aan het jeugdsportfonds. In 2014 en 2015 is per jaar € 5.000 besteed aan het Jeugdsportfonds; in 2016 is
€ 10.000 verstrekt. Dit stelt het fonds in staat om jaarlijks 60 kinderen te laten sporten. Daarnaast ontvangt het JSF ook giften van derden.
In 2016 heeft de gemeenteraad besloten € 45.000 beschikbaar te stellen voor het Jeugdcultuurfonds. Hiermee worden kinderen in staat gesteld om bijvoorbeeld muziekles te volgen of op andere manieren hun creatieve talenten ontwikkelen. Het JCF geeft een maximale bijdrage van € 450 per kind, per jaar.
Het Jeugdsportfonds en het Jeugdcultuurfonds zijn aanvullend op de GTR regelingen.
Overzicht kindpakket (gemiddelde vergoedingen per jaar)
De Individuele Inkomens Toeslag (IIT) is vrij besteedbaar, Voor alle overige vergoedingen dient een betaalbewijs te worden overlegd.
Compenseer chronisch zieken en gehandicapten
Onderzoek leert dat chronisch zieken en gehandicapten te maken hebben met forse kosten (Nibud 2014). Zeker door een stapeling van kosten neemt hun draagkracht af. Daarbij komt dat per 1-1-2014 twee landelijke regelingen voor chronisch zieken en gehandicapten zijn vervallen.
De doelgroep mist hierdoor een extra landelijke bijdrage van tussen de € 200 en € 500. Deze regeling was inkomensonafhankelijk. De gemeente Rhenen ontvangt via het gemeentefonds een bedrag van € 100.000 per jaar om lokaal maatwerk te verlenen voor de doelgroep. De gemeente Rhenen heeft ervoor gekozen de middelen in te zetten voor de chronisch zieken en gehandicapten met een laag inkomen.
2.5 Collectieve ziektekosten verzekering pakket 3
Met de extra middelen is dekking in de collectieve ziektekostenverzekering per 1-1-2016 uitgebreid. Met het extra (gemeentelijk) vergoedingenpakket in pakket 3 is deze aantrekkelijk gemaakt voor met name chronisch zieken en gehandicapten. Dit pakket staat open voor huishoudens met een inkomen tot 130%.
Vergoedingen binnen de Menzis verzekering:
2.6 Vergoeding eigen bijdrage Wmo
Niet iedereen is bij Menzis verzekerd. Dit kan zijn vanwege betalingsachterstand bij de huidige zorgverzekeraar waardoor overstappen niet mogelijk is of om andere redenen. Ook deze groep met een inkomen tot 130% willen we toegang geven tot vergoeding van eigen bijdrage tot Wmo-voorzieningen.
De eigen bijdrage tot € 400 per jaar kan via deze regeling worden vergoed (mits niet verzekerd bij Menzis).
2.7 Meerkosten chronisch zieken en gehandicapten
Nieuw is een regeling meerkosten chronisch zieken en gehandicapten van € 200,- per persoon. Deze regeling is bedoeld om indirecte zorgkosten, zoals hoge stookkosten of kledingslijtage, te compenseren.
We herintroduceren hiermee een regeling uit 2014. Deze regeling staat nu ook open voor personen van 65 jaar en ouder, mits zij voldoen aan de volgende criteria
Inkomen tot 110% van de bijstandsnorm en
Deze regeling wordt neergelegd in een beleidsregel.
Op deze manier kan de regeling eenvoudig /administratief worden afgehandeld door bureau minimaregelingen. Nader of medisch onderzoek is dan niet meer nodig.
We kennen algemene minimaregelingen zoals hierboven beschreven. Ten opzichte van het vorig beleidskader zullen we naast de hoogte van het inkomen, ook meer gaan kijken naar het besteedbaar inkomen. Dit betekent dat inwoners die te maken hebben met beslag op salaris ook onder de regelingen kunnen gaan vallen. Zo hanteren we meer maatwerk.
Naast de algemene minimaregelingen kennen we bijzondere bijstand voor individuele gevallen. Bijzondere bijstand wordt verstrekt als betrokkene wordt geconfronteerd met uit bijzondere omstandigheden voorvloeiende noodzakelijke kosten van bestaan die naar het oordeel van het college niet kunnen worden voldaan uit het reguliere inkomen, en waarvoor geen voorliggende voorziening is. Dit wordt altijd individueel beoordeeld.
Deze regeling zetten we ongewijzigd voort. Ook voeren we geen drempelbedrag in.
Wel zullen we de uitgaven scherp in de gaten houden. Op dit moment wordt een groot gedeelte van het budget besteed aan beschermingsbewind en inrichtingskosten. Dit is een landelijke trend.
3.2 Stichting Noodfonds Rhenen
In 2015 is de stichting Noodfonds Rhenen opgericht vanuit een particulier initiatief. Deze stichting biedt ondersteuning aan inwoners van de gemeente die door omstandigheden onvoldoende middelen hebben om in hun levensonderhoud te voorzien of om onvoorziene uitgaven te doen. Om voor hulp van het Noodfonds in aanmerking te komen moet er, om welke reden dan ook, geen gebruik gemaakt kunnen worden van een voorliggende voorziening zoals bijzondere bijstand of een andere regeling.
De stichting wordt voor het grootste gedeelte gefinancierd door de gemeente Rhenen met daarnaast financiële ondersteuning vanuit verschillende kerken en van particulieren. De gemeentelijke bijdrage wordt gedekt door de extra middelen voor armoede bestrijding die staatssecretaris Klijnsma ter beschikking heeft gesteld. Voor 2015 is een bedrag van € 8.525,00 door de gemeente aan subsidie verleend. Voor 2016 is een bedrag van € 9.150,00 toegekend. Voor de jaren 2017 tot en met 2019 is financiering in de dekking van dit beleidsplan opgenomen.
In Rhenen maakten ongeveer 75 gezinnen in 2015 gebruik van de Voedselbank. Naar verwachting stijgt dit aantal nog in 2016. De gemeente Rhenen heeft in 2016 voor het eerst een financiële bijdrage aan de Voedselbank toegekend van € 3.000. Dit is betaald uit de Klijnsma middelen. Ook voor 2017 tot en met 2019 is voorzien dat we deze bijdrage leveren.
Bevorder particulier initiatief
Naast de voorzieningen die de gemeente aanbiedt, kunnen ook andere instanties activiteiten aan dedoelgroep aanbieden. Te denken valt aan een speelgoedbank, vakantiekampen, verjaardagbank, Sinterklaasbank, st. Leergeld etc.
Het is niet aan de gemeente om dit op te richten. Ook zal zij niet als enige een structurele financiële bijdrage leveren. Wel kan zij een appel doen op particulieren om dit te starten en de start mogelijk faciliteren. Dit past ook in de nieuwe visie op sociaal domein van de gemeente.
Werk moet lonen, voorkom armoedeval
Keerzijde van minimabeleid is de armoedeval. Het moet immers wel lonen om vanuit een bijstandsuitkering te gaan werken
Rhenen kent nu al een uitstroompremie voor personen die vanuit de bijstand een reguliere baan vinden. Als zij deze baan vinden en uit de uitkering blijven hebben ze recht op een uitstroompremie van € 1.500. De uitstroompremie wordt gefinancierd vanuit het Participatiebudget.
3.6 Vergoeding eigen bijdrage kinderopvang /peuterspeelzaal
Mensen moeten gestimuleerd worden om vanuit de uitkering te gaan werken. Een eerste drempel kan optreden als ze geconfronteerd worden met extra kosten voor kinderopvang. Kinderopvang wordt grotendeels vergoed via de kinderopvangtoeslag. Dit loopt via de belastingdienst. Deze vergoeding is echter niet volledig.
Voor alleenstaande ouders die gebruik (moeten) maken van kinderopvang in verband met hun re-integratieverplichting of werk, wordt de eigen bijdrage vergoed. De vergoeding is gerelateerd aan de duur en omvang van het re-integratietraject of dienstverband.
Als betrokkene daadwerkelijk uitstroomt vanuit de bijstand, zal deze vergoeding nog een half jaar worden doorgezet. De vergoeding is dan gerelateerd aan de duur en omvang van het dienstverband.
De vergoeding eigen bijdrage kinderopvang wordt verder uitgewerkt in een beleidsregel. De financiering valt onder het Participatiebudget.
Het bereik van de regelingen kan worden vergroot. We schrijven zoveel als mogelijk de doelgroep rechtstreeks aan. Daarnaast kiezen we voor een aanpak langs 3 lijnen.
De gemeente Rhenen is gestart met het samenbrengen van leden van het Sociaal Team, de Wmo en de afdeling Economie & Werk van de Gemeente Veenendaal op één plek, zodat er gemakkelijker een integrale aanpak ingezet kan worden. In het kader van een pilot is een consulent van de Gemeente Veenendaal elke donderdagochtend aanwezig voor vragen over de Participatiewet en onderdelen van het minimabeleid die door de Gemeente Veenendaal worden uitgevoerd. Deze zelfde consulent is beschikbaar voor het Sociaal team. Inwoners van inwoners van Rhenen kunnen ook dagelijks met hun vragen over de bijstand en minimaregelingen terecht bij de intaker van de dag in Veenendaal.
De gemeente Veenendaal heeft cursussen ingekocht voor intermediairs en verwijzers. Het betreft
• Inkomensondersteuning over landelijke en lokale regels
De cursus inkomensondersteuning duurt een dagdeel en wordt gegeven aan gemiddeld 12 personen per keer. Deze cursus is gegeven aan organisaties in Rhenen, Renswoude en Veenendaal.
In 2016 hebben ongeveer 120 verwijzers deelgenomen aan de cursus inkomensondersteuning
en 50 aan de cursus formulierenbrigade.
Websites/folders en publicaties
De gemeente Rhenen is (deels via de gemeente Veenendaal) verantwoordelijk voor/ of is geabonneerd op onderstaande websites
Omvang en samenstelling doelgroep armoedebeleid gemeente Rhenen 2015
Bron: Minimascan Stimulansz sept. 2015
Bijstandsgerechtigden met inkomsten uit parttime arbeid, eigen onderneming etc, worden hier niet meegeteld binnen uitkering sociale verzekering
Aantal kinderen < 18 jr. in huishoudens met een inkomen tot …% van het sociaal minimum
4.2 Inkomensnormen (per 1 januari 2016)
Op basis van voorgesteld beleid
[1] In de voorjaarsrapportage is aangegeven dat het budget Bijzondere Bijstand wordt opgehoogd met € 30.000
naar aanleiding van de verhoogde instroom statushouders.
Het bedrag dat hier is opgenomen is inclusief deze verhoging..
[2] De Klijnsma middelen worden verstrekt tot en met 2018.
In Rhenen worden hieruit het Jeugdsportfonds, Noodfonds, schuldhulpmaatje en de bijdrage aan de
Daarnaast is in 2015 ook een deel van de kosten van Schuldhulpverlening uit dit budget betaald.
[3] De gemeenteraad heeft in 2016 eenmalig een bedrag van € 45.000 beschikbaar gesteld voor het Jeugdcultuurfonds.
Het is moeilijk een inschatting te maken van de periode waarvoor dit bedrag zal volstaan.
[4] De stand van de reserve armoedebestrijding op 1 januari 2016 is € 56.500.
[5] De extra middelen voor armoedebestrijding onder kinderen worden vanaf 2017 strucutureel verstrekt door het Rijk.
Voor nadere invulling met name in 2017 en 2018 wordt in het begin van 2017 een plan voorgesteld.
Minimaregelingen Rhenen 2017-2019
De normen en het vrij te laten vermogen zijn gerelateerd aan de van toepassing zijnde bijstandsnorm.
Het maakt daarbij niet uit of iemand een uitkering heeft, in loondienst werkt of als ZZP-er actief is.
Personen met een hoger inkomen dan de 110% norm, maar waarbij beslag gelegd is op het inkomen, waardoor het besteedbaar inkomen op feitelijk onder de norm ligt, komen ook voor de regeling in aanmerking.
Studenten waren uitgesloten van de regelingen. Deze groep is niet langer uitgesloten, mits ze voldoen aan de voorwaarden.
Collectieve ziektekostenverzekering
Tegemoetkoming eigen bijdrage WMO-voorzieningen
Bijlage 2: Overzicht vergoedingen vanuit GTR (extra)