Organisatie | Omgevingsdienst Rivierenland |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Financiële verordening Omgevingsdienst Rivierenland 2016 |
Citeertitel | Financiële verordening Omgevingsdienst Rivierenland 2016 |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-12-2016 | Nieuwe regeling | 19-12-2016 Blad gemeenschappelijke regelingen | 2016/638 |
Financiële verordening Omgevingsdienst Rivierenland 2016
Het algemeen bestuur van de Omgevingsdienst Rivierenland,
gelet op artikel 212 van de Gemeentewet;
gelet op artikel 216 van de Provinciewet;
gelet op de Gemeenschappelijke regeling Regio Rivierenland;
Financiële Verordening 2016 van de Omgevingsdienst Rivierland vast te stellen onder gelijktijdige intrekking van de Financiële verordening Omgevingsdienst Rivierenland.
Hoofdstuk I Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
iedere organisatorische eenheid binnen de omgevingsdienst Rivierenland (hierna genoemd: 'de omgevingsdienst') met een eigen rechtstreekse verantwoordelijkheid aan het dagelijks bestuur.
het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de omgevingsdienst en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.
Hoofdstuk II Begroting en verantwoording
Artikel 4. Autorisatie begroting en investeringskredieten en begrotingswijzigingen
Bij de begrotingsbehandeling geeft het algemeen bestuur aan voor welke nieuwe investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen. De overige nieuwe investeringen worden bij de de begrotingsbehandeling met het vaststellen van de financiële positie geautoriseerd.
Indien het dagelijks bestuur voorziet dat een geautoriseerd budget of investeringskrediet dreigt te worden overschreden, wordt dit door het dagelijks bestuur in de eerstvolgende algemeen bestuur vergadering aan het algemeen bestuur gemeld. Het dagelijks bestuur voegt hierbij een voorstel voor wijziging van het budget of het investeringskrediet of een voorstel voor bijstelling van het beleid.
Hoofdstuk III Financieel beleid
Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van goederen en diensten die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, wordt een extracomptabel stelsel van kostentoerekening gehanteerd. Bij deze kostentoerekening worden naast de directe kosten, de overheadkosten en de rente van de inzet van vreemd vermogen.
Voor de toerekening van de overheadkosten aan de kostprijs goederen en diensten die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, voor zover dat niet activiteiten als bedoeld in het tweede en derde lid betreffen, wordt uitgegaan van een aandeel in de totale overheadkosten ter grootte van de geraamde directe kosten van de economische categorieën 1.1 Salarissen en sociale lasten en 3.5.1 Ingeleend personeel die worden besteed aan de desbetreffende goederen, werken, diensten en heffingen, gedeeld door de totale geraamde directe kosten van de economische categorieën 1.1 Salarissen en sociale lasten en 3.5.1 Ingeleend personeel.
Hoofdstuk IV Financieel beheer en interne controle
Het dagelijks bestuur zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties, voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het dagelijks bestuur maatregelen tot herstel.
Bekendmaking en inwerkingtreding
De “financiele verordening Omgevingsdienst Rivierenland” wordt ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de jaarrekening en het jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar 2016 en op de begroting, jaarrekening en jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar 2017.
Deze regeling wordt aangehaald als: “Financiële verordening Omgevingsdienst Rivierenland 2016”.
Aldus vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur van de Omgevingsdienst Rivierenland op 19 december 2016,
4.Het AB stelt op voorstel van het DB de taakvelden per programma vast.
1.Bij de begroting wordt een overzicht gegeven van de productenraming ingedeeld naar programma’s en bij het jaarverslag wordt een overzicht gegeven van de productenrealisatie ingedeeld naar programma’s.
Bij de begroting en de jaarstukken worden onder elk van de programma’s, het overzicht van algemene dekkingsmiddelen en het overzicht van de overhead de baten en lasten per taakveld weergegeven.
Het nieuwe Besluit Begroting en Verantwoording kent taakvelden deze worden hiermee vastgesteld.
1.Het algemeen bestuur autoriseert met het vaststellen van de begroting de totale lasten en de totale baten per programma, het overzicht van de algemene dekkingsmiddelen.
1.Het algemeen bestuur autoriseert met het vaststellen van de begroting de totale lasten en de totale baten per programma, de overzichten overhead en onvoorzien
De structuur en opzet van de begroting en jaarrekening zijn aangepast conform het Besluit begroting en verantwoording
Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van goederen, werken en diensten wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten alleen die indirecte kosten betrokken, die rechtstreeks samenhangen met de door de omgevingsdienst verleende diensten.
Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van goederen en diensten die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, wordt een extracomptabel stelsel van kostentoerekening gehanteerd. Bij deze kostentoerekening worden naast de directe kosten, de overheadkosten en de rente van de inzet van vreemd vermogen.
Voor de toerekening van de overheadkosten aan de kostprijs goederen en diensten die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, voor zover dat niet activiteiten als bedoeld in het tweede en derde lid betreffen, wordt uitgegaan van een aandeel in de totale overheadkosten ter grootte van de geraamde directe kosten van de economische categorieën 1.1 Salarissen en sociale lasten en 3.5.1 Ingeleend personeel die worden besteed aan de desbetreffende goederen, werken, diensten en heffingen, gedeeld door de totale geraamde directe kosten van de economische categorieën 1.1 Salarissen en sociale lasten en 3.5.1 Ingeleend personeel.
3.Alvorens het rekeningresultaat te bepalen, vindt een controle plaats op de opbrengsten en kosten van niet-wettelijke taken. Een winst op deze “commerciële” activiteiten wordt terugbetaald aan de opdrachtgevers zodat deze de nacalculatorische kostprijs in rekening hebben gekregen.
Vanuit de landelijke wetgeving in het kader van de vennootschapsbelasting (Vpb) is de kostprijsberekening nader omschreven.
Op basis van de Wet modernisering Vpb-plicht overheidsondernemingen geldt per 1 januari 2016 belastingplicht voor overheidsondernemingen. Overheden zullen in dat kader per activiteit moeten beoordelen of met de uitoefening van de betreffende activiteit een onderneming in fiscaalrechtelijke zin wordt gedreven.
Door de aanpassing van dit artikel wordt voorkomen dat de omgevingsdienst Vpb moeten betalen en een fiscale administratie moeten voeren in relatie met artikel 7.
De “financiele verordening Omgevingsdienst Rivierenland” wordt ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de jaarrekening en het jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar 2016 en op de begroting, jaarrekening en jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar 2017.
Deze regeling wordt aangehaald als: “Financiële verordening Omgevingsdienst Rivierenland 2016”.
Aldus vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur van de Omgevingsdienst Rivierenland op 19 december 2016.