Organisatie | Bergeijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene Subsidieverordening Bergeijk 2016 |
Citeertitel | Algemene Subsidieverordening Bergeijk 2016 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Algemene Subsidieverordening Bergeijk 2016 |
De raad der gemeente Bergeijk;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 januari 2016;
gezien het advies van de commissie MZ d.d. 2 februari 2016;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en de Algemene Wet bestuursrecht, in het bijzonder Titel 4.2: Subsidies.
BESLUIT:
vast te stellem de : Algemene Subsidieverordening Bergeijk 2016
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-03-2016 | 23-12-2017 | Nieuw | 25-02-2016 Onbekend | Onbekend |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
garantiesubsidie: een vorm van subsidie als bijdrage in de kosten van een evenement of activiteit die in principe met een sluitende exploitatie kan worden uitgevoerd, waarbij het college garant staat tot een nader te bepalen bedrag indien het evenement of de activiteit ten gevolge van onvoorziene (weers)omstandigheden met tegenvallende resultaten te maken kan krijgen.
de-minimisverordening: verordening (EG) nr. 1998/2006 van de Commissie van Europese Gemeenschappen van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de-minimissteun (PbEU L379/5), verordening (EG) nr. 1535/2007 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 20 december 2007 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de-minimissteun in de landbouwproductiesector (PbEU L 337/35) en verordening (EG) nr. 875/2007 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 24 juli 2007 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de-minimissteun in de visserijsector en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1860/2004 (PbEU L 193/6) , dan wel later daarvoor in de plaats tredende Europese regelgeving;
Europees steunkader: een mededeling, richtsnoer, kaderregeling, besluit of vrijstellingsverordening op het gebied van staatssteun die de Europese Commissie of de Raad van de Europese Unie, gelet op de artikelen 106, derde lid , 107, 108 en 109 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie heeft vastgesteld;
Artikel 2 Reikwijdte verordening
Deze verordening is van toepassing op de verstrekking van subsidies op het beleidsterrein Welzijn door burgemeester en wethouders, met uitzondering van subsidies waarvoor bij afzonderlijke verordening een uitputtende regeling is getroffen en subsidies als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (subsidies waarvoor geen wettelijke grondslag nodig is).
Burgemeester en wethouders stellen bij nadere regeling vast welke activiteiten in aanmerking kunnen komen voor subsidie. Voor zover van toepassing, wordt hierin tevens bepaald welke doelgroepen voor subsidie in aanmerking komen, hoe de subsidie wordt berekend, onder welke voorwaarden de subsidie wordt verleend en hoe de subsidiebedragen worden uitbetaald.
Bij een aanvraag om subsidie overlegt de aanvrager de volgende gegevens:
a. een beschrijving van de activiteiten waar subsidie voor wordt aangevraagd;
b. de doelstellingen en resultaten, die daarmee worden nagestreefd, en hoe de activiteiten aan dat doel bijdragen. In bijzonder ook in welke mate de activiteiten gericht zijn op de gemeente of haar ingezetenen en op door de gemeente vastgestelde doelen of beleidsterreinen;
c. een begroting en dekkingsplan van de kosten van de activiteiten, waar de subsidie voor wordt aangevraagd. Het dekkingsplan bevat een opgave van bij andere bestuursorganen of private organisaties of personen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan;
Voor zover dit niet is bepaald bij nadere regeling, wordt bij de verleningsbeschikking vermeld op welke wijze de subsidie-ontvanger de besteding van de subsidie dient te verantwoorden.
Artikel 10 Algemene verplichtingen van subsidie-ontvanger
Als aannemelijk is dat een of meer van de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet of niet geheel zullen worden verricht of dat niet of niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan, meldt de subsidie-ontvanger dat onverwijld aan burgemeester en wethouders.
Een subsidie-ontvanger informeert burgemeester en wethouders onverwijld schriftelijk over:
a. beslissingen of procedures die zijn gericht op de beëindiging van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, of tot ontbinding van de gesubsidieerde rechtspersoon;
b. relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhouding met derden;
c. ontwikkelingen die ertoe kunnen leiden dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen niet of niet geheel zullen kunnen worden nagekomen;
d. wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm van de gesubsidieerde rechtspersoon, de persoon van de bestuurder of bestuurders en het doel van de rechtspersoon.
Artikel 11 Aan een subsidie te verbinden bijzondere verplichtingen
Bij subsidies hoger dan € 50.000, verleend voor activiteiten die meer dan een jaar in beslag nemen, kan de verplichting worden opgelegd tot het tussentijds afleggen van rekening en verantwoording over de tot dan verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten. De verantwoording wordt niet vaker dan één keer per jaar verlangd.
Artikel 12 Eindverantwoording subsidies tot € 5.000,--
Bij een garantiesubsidie kan het college de aanvrager verplichten om op de door haar aangegeven wijze aan te tonen dat de activiteiten, waarvoor de garantiesubsidie wordt verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen, voordat wordt overgegaan tot vaststelling.
Artikel 14 Eindverantwoording subsidies vanaf € 50.000,--
1. Indien de subsidieverlening meer bedraagt dan 50.000 euro, dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling in bij het college:
a. bij een eenmalige subsidie, uiterlijk 13 weken na het verricht zijn van de activiteiten;
b. bij een jaarlijks verstrekte subsidie, uiterlijk vóór 1 mei in het jaar na afloop van het kalenderjaar waarvoor de subsidie is verleend.
De aanvraag tot vaststelling bevat:
a. een inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht;
b. een overzicht van de activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening);
c. een balans van het afgelopen subsidietijdvak met een toelichting daarop;
Artikel 15 Vaststelling subsidie
Als een aanvraag tot subsidievaststelling niet voor het tijdstip, bedoeld in de artikelen 13, eerste lid en 14, eerste lid is ingediend, kunnen burgemeester en wethouders de subsidie-ontvanger schriftelijk een nieuwe termijn stellen. Wordt de aanvraag niet binnen deze termijn ingediend dan kunnen zij overgaan tot ambtshalve vaststelling.
Burgemeester en wethouders kunnen deze verordening, met uitzondering van de artikelen 2 en 3, in individuele gevallen buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover de toepassing van die bepalingen voor de subsidieaanvrager of -ontvanger gevolgen zou hebben die onevenredig zijn in verhouding tot de met de betrokken bepalingen te dienen doelen.