Organisatie | Tholen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Sollicitatiecode |
Citeertitel | Sollicitatiecode |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-07-2002 | 01-01-2009 | Onbekend | 16-07-2002 Onbekend | II 15. van 16 juli 2002 |
Burgemeester en wethouders van Tholen;
gelet op hoofdstuk I-B Rpbo (stb. 1988, 318);
gelet op het bepaalde in artikel C7, lid 1 van de Collectieve arbeidsovereenkomst voor het primair onderwijs (CAO-PO 2002/2004);
kennis genomen hebbend van de instemming van de gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad van 11 juni 2002;
Artikel 1 - Bekendmaking van de vacature
De werkgever draagt er zorg voor dat de met betrekking tot de functie en functievervulling relevante informatie wordt verstrekt.
Artikel 3 - Vertrouwelijke behandeling gegevens
Gegevens die de sollicitant in zijn sollicitatie verstrekt zijn vertrouwelijk. De verspreiding van die gegevens wordt dan ook beperkt tot de direct bij de selectie betrokken personen.
Artikel 4 - Selectie op grond van schriftelijke sollicitaties.
Gegevens van afgewezen kandidaten worden vernietigd of teruggezonden.
Indien er op korte termijn een andere vacature ontstaat, waarvoor de sollicitant in aanmerking zou kunnen komen, blijven de gegevens ter beschikking van het bevoegd gezag, indien de betrokken sollicitant daarvoor desgevraagd uitdrukkelijk en schriftelijk toestemming heeft gegeven.
Artikel 5 - Uitnodiging voor een gesprek
Sollicitanten die voor een gesprek worden uitgenodigd ontvangen bij de uitnodiging de voor de functie en functievervulling relevante informatie, benevens een exemplaar van de Sollicitatiecode.
Slechts bij serieus in aanmerking komende kandidaten wordt overgegaan tot het inwinnen van referenties. Referenties worden alleen ingewonnen indien de sollicitant daarmee instemt. De gevraagde informatie moet direct verband houden met de te vervullen vacature. Geen informatie zal worden gevraagd die een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de sollicitant betekent.
Artikel 10 - Beëindiging procedure door de sollicitant
Indien de sollicitant te kennen geeft om hem/haar moverende redenen de sollicitatie in de trekken, wordt de door de sollicitant verstrekte en over de sollicitant verkregen informatie teruggezonden of vernietigd. Artikel 4, vijfde lid is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 11 - Afronding procedure
De kandidaten met wie een gesprek is gevoerd en die niet voor de functie in aanmerking komen, ontvangen schriftelijk bericht van de afwijzing, binnen veertien dagen na de daartoe genomen beslissing. Aan de laatst overgebleven niet benoemde sollicitant(en) wordt tevens aangegeven dat de bereidheid bestaat de redenen desgewenst mondeling nader toe te lichten.
Artikel 13 - Klachten over de navolging van de Sollicitatiecode
Een sollicitant die van oordeel is dat tijdens de sollicitatieprocedure de Sollicitatiecode niet behoorlijk is nagevolgd, kan hierover schriftelijk een klacht indienen bij het bevoegd gezag dat alsdan de medezeggenschapsraad onmiddellijk over deze klacht zal informeren.
Sint-Maartensdijk, 16 juli 2002.
Burgemeester en wethouders van Tholen,
De secretaris, (l.s.) De burgemeester, (l.b.)
De wetgever beoogt met de verplichting tot het vaststellen van een sollicitatiecode de rechtspositie van de sollicitant te verbeteren. Gekozen wordt daarom voor een regeling die enerzijds zoveel mogelijk garanties biedt voor de positie van de sollicitant doch anderzijds de werkgever voldoende ruimte biedt tot praktisch handelen binnen de gehele procedure. De gedragsregels zijn zoveel mogelijk afgestemd op de algemeen gangbare volgorde van gebeurtenissen binnen de sollicitatieprocedure.
De werkgever is gehouden om een vacature op zo duidelijk mogelijk wijze naar buiten te brengen. Om te kunnen bepalen of hij/zij al dan niet op een vacature zal reflecteren, dient de sollicitant optimaal over de functie en functievervulling geïnformeerd te zijn. In het navolgende wordt aangegeven wat onder het begrip “relevante informatie” kan worden verstaan.
alsmede (indien van toepassing):
Artikel 1 van de Algemene Wet Gelijke Behandeling (Wet van 2 maart 1994, STb 230) kent de begrippen direct en indirect onderscheid.
Direct onderscheid wordt als volgt gedefinieerd:
Onderscheid tussen personen op grond van godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, nationaliteit, hetero- of homoseksuele gerichtheid of burgerlijke staat.
Onder indirect onderscheid wordt verstaan:
Onderscheid op grond van andere hoedanigheden of gedragingen, dat direct onderscheid tot gevolg heeft.
Op grond van artikel 5 van de Wet is het maken van onderscheid verboden bij (onder andere) de aanbieding van een betrekking en de behandeling bij de vervulling van een openstaande betrekking.
Artikel 7 van de Wet laat aan een instelling van bijzonder onderwijs de vrijheid om bij de toelating en ten aanzien van de deelname aan het onderwijs eisen te stellen, die gelet op het doel van de instelling nodig zijn voor de verwezenlijking van haar grondslag, waarbij deze eisen niet mogen leiden tot onderscheid op grond van het enkele feit van politieke gezindheid, ras, geslacht, nationaliteit, hetero- of homoseksuele gerichtheid of burgerlijke staat.
Het kan voorkomen, dat een sollicitant niet in aanmerking komt voor de functie waarnaar hij/zij heeft gesolliciteerd, terwijl hij/zij, bijvoorbeeld op grond van zijn/haar bevoegdheden, wel in aanmerking zou kunnen komen voor een op korte termijn te verwachten vacature.
Het vijfde lid van dit artikel biedt de werkgever de mogelijkheid om in zo’n geval met toestemming van de sollicitant de sollicitatie te beschouwen als een sollicitatie naar de te verwachten vacature.
Mocht tegen de verwachtingen in blijken dat er op korte termijn geen vacature ontstaat, dan stelt het bevoegd gezag de sollicitant daarvan zo snel mogelijk van op de hoogte. Vervolgens dient de sollicitant als een afgewezen kandidaat beschouwd te worden. De door hem/haar verstrekte gegevens worden dan, conform het derde lid van dit artikel, vernietigd of teruggezonden.
Onder het begrip “de voor de functie en functievervulling relevante informatie” wordt verstaan:
Het onderhavige artikel heeft ten doel dat de sollicitant en (vertegenwoordigers van) bepaalde geledingen binnen de school/instelling tijdens de procedure met elkaar kennis maken. Het ligt voor de hand dat in ieder geval een of meerdere van de toekomstige (vak-) collega’s bij de procedure betrokken worden. Ook een vertegenwoordiger van de ouders maakt deel uit van de benoemingsadviescommissie (BAC). De benoemingsadviescommissie rapporteert aan de werkgever.
Aan de sollicitant wordt meegedeeld dat er sprake is van rapportage waarna de werkgever uiteindelijk beslist. In concreto neemt de benoemingsadvies niet de formele, maar wel de feitelijke beslissing wie er in de vacature benoemd zal worden.
Er is sprake van twee soorten benoemingsadviescommissies:
BAC t.b.v. werving en selectie van NIET – directieleden:
De volgende geledingen hebben met stemrecht zitting in de BAC:
BAC t.b.v. werving en selectie van directieleden:
Procesverantwoordelijke o.b.v. directiestatuut: bevoegd gezag (namens deze beleidsmedewerker onderwijs).
Uiteindelijke beslissing: Bevoegd gezag.
Taak BAC: formulering benoemingsadvies aan bevoegd gezag.
De volgende geledingen hebben met stemrecht zitting in de BAC:
Ten aanzien van de opdracht aan de BAC vallen de volgende opmerkingen:
Omdat de FOB geen officiële adjunct-directeuren meer benoemt, zal ook voor een toekomstige plaatsvervanger-directeur de BAC in de samenstelling van de benoeming van een niet-directielid kunnen functioneren. Directeur is dan altijd verzekerd van een plaats in de BAC. Het is aan de MR zelf of de plaatsvervangend directeur zitting krijgt in een BAC.
Naast de status van de benoemingsadvies-/sollicitatiecommissie moet in het sollicitatiegesprek ook de toekomstverwachting van de school (ontwikkeling leerlingenaantal, eventuele fusieplannen) aan de orde komen.
Tijdens het sollicitatiegesprek kunnen vragen aan de orde gesteld worden die verband houden met de beoordeling van de bekwaamheid en de geschiktheid van de sollicitant. Bij vragen omtrent de geschiktheid kan ook aan de orde komen de houding van de betrokkene ten aanzien van de grondslag en het doel van de rechtspersoon, evenals de eisen die worden gesteld ten aanzien van het gedrag, gezien de grondslag en het doel van de rechtspersoon.
Het spreekt verder voor zich dat de voor de functie en de functievervulling relevante informatie met de functie en de functievervulling verbonden moet zijn. Deze informatie kan geen betrekking hebben op gedragingen in de persoonlijke levenssfeer, onverminderd de mogelijkheid de eisen ten aanzien van
deze gedragingen aan de orde te stellen in het kader van de grondslag en het doel van de rechtspersoon.
Aan een sollicitant mogen geen vragen over diens gezondheidstoestand gesteld worden. Dit mag ook niet indirect, door bijvoorbeeld aan referenten te vragen hoe de medische toestand is van een sollicitant of hoe het ziekteverzuim is. Als de werkgever, gesteund door zijn Arbodienst, geen bijzondere medische functie-eisen kan formuleren, mag de sollicitant niet worden gekeurd. Onder medische geschiktheid voor de functie wordt begrepen de bescherming van de gezondheid en veiligheid van de potentiële werknemer en van derden bij de uitvoering van de desbetreffende arbeid.
In principe kan er van worden uitgegaan dat er voor een functie in het primair onderwijs geen bijzondere eisen op het punt van medische geschiktheid gelden.
Dit neemt niet weg dat er functies zijn waaraan mogelijk bepaalde lichamelijke eisen gesteld worden. Gedacht kan worden aan bijvoorbeeld de functie van conciërge of van fysiotherapeut. Maar ook de functie van klassenassistent of groepsleerkracht van meervoudig gehandicapte kinderen kan als bijzondere medische eis met zich meebrengen dat deze functionarissen moeten kunnen bukken en tillen.
Hoewel in artikel 3 al is geregeld dat informatie over de sollicitant vertrouwelijk behandeld dient te worden, is het juist met betrekking tot het inwinnen en verkrijgen van informatie van belang opnieuw een bepaling omtrent vertrouwelijkheid op te nemen. Het bepaalde in artikel 3 is er met name op gericht dat informatie over de sollicitanten niet buiten de kring van personen betrokken bij de sollicitatieprocedure beschikbaar is.
Het Nederlands Instituut voor Psychologen heeft in 1988 een aantal Richtlijnen voor ontwikkeling en gebruik van psychologische tests en studietoetsen gepubliceerd. Een groot aantal psychologen hanteert deze richtlijnen. Het verdient daarom aanbeveling dat de opdrachtgever tot de test kennis neemt van deze richtlijnen.
Er moet een onderscheid gemaakt worden tussen de conclusies van het onderzoek en de onderzoeksresultaten.
De sollicitant heeft er belang bij volledig op de hoogte te worden gesteld van de resultaten van het onderzoek. Degenen die bij de sollicitatieprocedure betrokken zijn, hebben daarbij in het algemeen veel minder belang: zij zijn in beginsel slechts geïnteresseerd in het antwoord op de vraag of de betrokken sollicitant op grond van het verrichte onderzoek al dan niet geschikt moet worden geacht voor het vervullen van de functie. Onder omstandigheden kan de afnemer van de test het echter tot zijn verantwoordelijkheid vinden behoren om ook (een gedeelte van) de onderzoeksresultaten ter beschikking te stellen, namelijk indien deze bij de interpretatie van de resultaten niet kunnen worden gemist.
Onder gangbare formele eisen wordt onder meer verstaan: